100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bouw van de Cel Anatomie $3.95   Add to cart

Summary

Samenvatting Bouw van de Cel Anatomie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van bouw van de cel. Moeilijke worden vanuit het Latijns uitgelegd, fijn om voor een toets te leren.

Preview 2 out of 5  pages

  • November 1, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Anatomie & Pathologie
Hoofdstuk 3: Bouw van de cel
3.1
Celkern:
Elke cel heeft 1 Celkern (Nucleus). De celkern stuurt alle stofwisseling activiteiten in de cel
aan, De celkern bevat ook de informatie voor de erfelijke eigenschappen. De celkern is het
bolletje met een waterige inhoud, dit heet Kernplasma, Het vliesje eromheen wordt
kernmembraan genoemd. Deze heeft veel openingen, kernporien.
Het Kernplasma bestaat uit draderige structuren, dit zijn Chromosomen. Een Chromosoom
bestaat uit eiwitten, hieromheen is een lang molecuul gewikkeld.
Het molecuul is het kernzuur DNA (desoxyribonucleïnezuur), De meeste mensen hebben
46 chromosomen. Celkern regelt alle activiteiten van de cel door DNA. In de celkern
bevinden zich Kernlichaampjes, dat zijn kleine structuren. Die kernlichaampjes bevatten
RNA (ribonucleinezuur), Dit lijkt erg veel op DNA maar RNA heeft een rol bij de vorming
van Ribosomaal RNA.

Ribosomen:
RIbosomen zijn kleine bolletjes die rond zweven in het celplasma, zitten vaak vast aan een
ander organel, het endoplasmatische reticulum. Ribosomen hebben hun eigen RNA, het
ribosomaal RNA. Ribosomaal wordt gemaakt in de kernlichaampjes. Een belangrijke rol van
ribosomen is bij eiwitsynthese. In de losse ribosomen worden eiwitten gemaakt die de cel
zelf nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Ribosomen maken eiwitten van het
endoplasmatische reticulum. Hormonen en enzymen worden uit de cel getransporteerd.

Endoplasmatisch reticulum:
Endoplasmatisch reticulum (netwerk in het plasma) is een systeem van holtes, blaasjes
en buisjes.




Hoofdstuk 4: Transport in en uit de cel
Extracellulaire ruimte: Extra = De ruimte buiten de cel.
Intracellulaire ruimte: Intra = de ruimte binnen de cel.

Passief transport: Er stroomt vanzelf in of uit de cel stoffen, via de celmembraan.
Celmembraan kun je zien als een halfdoorlaatbare vlies die alleen hele kleine moleculen
binnen laat.
Actief transport: De cel moet veel energie gebruiken om deeltjes in en uit de celmembraan
te krijgen: Enzymatische pomp en blaasjestransport
Enzymatische pomp: de vervoerende deeltjes die worden met behulp van een enzym door
de celmembraan gesluisd, Enzymen die zijn hulpstoffen die bij allerlei celactiviteiten ingezet
worden. (vergelijkbaar met een draaideur= ene kant erin en andere kant eruit, draaideur is
de enzym die helpt).
Blaasjestransport:
Endocytose: Het opnemen in de cel van stoffen die zich buiten de cel bevonden.
Fagocytose: Als de opgenomen deeltjes een vaste vorm hebben.
Pinocytose: Als de opgenomen deeltjes vloeibaar worden.

, Exocytose: Het uitwerken van stoffen uit de cel.




Difussie: Een beweging van deeltjes waarbij de deeltjes in een hoge concentratie naar een
plaats gaan waar de concentratie laag is (deo gespoten, de geur stroomt door naar de
andere kant van de kamer).
Osmose: Dit is wanneer bepaalde deeltjes niet door het halfdoorlaatbare vlies kunnen. Bij
osmose gaat water via het halfdoorlaatbare vlies naar de plaats waar de hoogste
concentratie is.




Hoofdstuk 5: Celstofwisseling
Stofwisseling (Metabolisme)= Hierbij wordt de ene stof omgezet naar een andere stof
waar op dat moment behoefte is.
Opbouw reacties (Anabole reactie)= Omzettingen waarbij kleinere moleculen worden
samengevoegd tot grotere moleculen, Dit kost veel energie. Deze grotere moleculen worden
ingezet bij groei en het herstel van sommige delen van het lichaam.
Assimilatie: Het maken van bouwstoffen.
Afbraakreacties (Katabole reacties)= Hierbij worden de grotere moleculen omgezet naar
kleinere moleculen, bij deze actie komt ook energie vrij. Deze energie kan dan weer worden
ingezet bij assimilatie.
Dissimilatie: Afbraak van stoffen.
Verbranding: Een chemische reactie waarbij een energieke stof reageert met zuurstof, bij
verbranding is altijd zuurstof nodig.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoukSchellekens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.95
  • (0)
  Add to cart