100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 8e Editie Gedragsproblemen - Van der Ploeg $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting 8e Editie Gedragsproblemen - Van der Ploeg

3 reviews
 150 views  17 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Gedragsproblemen van Van der Ploeg samengevat. Hiermee is het boek aanschaffen niet nodig! Dit is de 8e editie beknopt samengevat. Deze samenvatting is de gehele rode draad van het boek. Hiermee is het haalbaar een ruime voldoende te scoren op je tentamen. Boek legt de basis voor je studie, dus is...

[Show more]

Preview 6 out of 32  pages

  • No
  • 1 t/m 8 en 11 t/m 18
  • November 1, 2021
  • 32
  • 2021/2022
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: lishanpablo • 8 months ago

review-writer-avatar

By: melanie_demirci • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Lottekonings • 3 year ago

avatar-seller
Gedragsproblemen
Prof dr. J.D. van der Ploeg

Hoofdstuk 1 – Probleemgedrag
Wanneer is iets probleemgedrag?
- Ouders, leerkrachten en dergelijke opvoeders kijken vanuit persoonlijke normen naar
jeugdigen. Is een jeugdige ongehoorzaam, onaangepast, onbetrouwbaar,
onberekenbaar etc. valt dit onder probleemgedrag. Probleemgedrag is dan subjectief
en normatief.

Gezond gedrag
- Positieve houding t.o.v. jezelf
- Zelfontwikkeling
- Integratie in samenleving
- Autonoom
- Perceptie van de omgeving
- Omgang met je omgeving

Psychische gezondheid
- Emotioneel welzijn -> ben je tevreden en belangstellend
- Psychisch welzijn -> omgang met anderen, verantwoordelijkheid willen dragen
- Sociaal welzijn -> deel voelen van een groep en daar ook bijdrage aan leveren

Oorzaken van probleemgedrag
 Ontbreken van sociale relaties
 Ontbreken van eigen identiteit
 Mispercepties van de realiteit
 Onvermogen om met problemen om te gaan
 Stress


Prevalentie (hoe vaak komt het voor)

%

Emotionele problemen 18
Gedragsproblemen 15
Hyperactiviteit 29
Problemen met leeftijdsgenoten 15
Totale probleemscore 20




1

,Meisjes tonen vaak internaliserend gedrag. Internaliserende problemen zijn emotionele
problemen, die naar binnen gericht zijn. Voorbeelden van internaliserende problemen zijn:
- Angst (sociale angst, faalangst)
- Depressie
- Onzekerheid en teruggetrokken gedrag
- Lichamelijk onverklaarde (psychosomatische) klachten

Jongens tonen vaker externaliserend gedrag, deze problemen zijn naar buiten gericht.
Voorbeelden hiervan zijn;
- Opstandig
- Agressief
- Antisociaal
- Hyperactief gedrag

 Deze gedragingen kunnen ook in elkaar overlopen of samengaan.

Mensen met internaliserende problemen kunnen o.a. last hebben van:
- Concentratieproblemen en onderpresteren
- Laag zelfbeeld, gebrek aan zelfvertrouwen
- Moeite met sociale contacten, weinig vrienden
- Lusteloosheid, weinig energie
- Somberheid
- Overmatige angst en stress
- Over-kritisch zijn

Comorbiditeit  het hebben van veel klachten tegelijkertijd, zoals hyperactief en
oppositioneel

Hoofdstuk 2 – Classificaties van probleemgedrag

Classificeren = het systematisch ordenen en groeperen van probleemgedragingen op basis
van gelijke eigenschappen en onderlinge relaties.
 Het systeem is ontstaan vanaf de 19e eeuw. Het gaat om een classificatiesysteem voor
psychische aandoeningen en het doel is om verwarring te voorkomen

Let op! Classificatie is geen diagnostiek!!
Bij een diagnose probeer je een geheel beeld van de problematiek van een jongere te krijgen
en het CS kan daaraan bijdragen
- Diagnosticeren  specifiek
- Classificeren  algemeen

Er zijn twee vormen van classificeren
1. Medische en klinische benadering, waarbij het gaat om het identificeren van
bepaalde typen stoornissen
2. Empirische aanpak, waarbij gemeenschappelijke factoren de basis vormen van de
classificatie


2

,Probleemgedrag is moeilijk vaststellen, de een zal het gedrag bestempelen als assertief en
een anders als probleemgedrag. Wetenschappers hebben de volgende criteria vastgesteld.
(hoe beter ze vervuld waren, hoe meer er sprake is van probleemgedrag):

 Omvang van het gedrag: wanneer en in welke situaties komt het voor?
 Duurtijd: hoe lang is het gedrag al aan de gang?
 Hoeveelheid: hoeveel keer valt het voor?
 Gevolgen: welke gevolgen heeft het voor het individu en sociaal?
 Context: waar komt het gedrag voor?
 Interpretatie van de waarnemer: wie neemt het gedrag waar en welke interpretatie
geeft men eraan?
 Ontwikkeling van de persoon: heeft de persoon een normale ontwikkeling

Klinische benadering:
 GAP systeem (1966), globale clusters en klinische beschrijvingen van de stoornis >
verdeeld in verschillende categorieën
 DSM (1952), werkt met een meer assig stelsel, rekening houden met meerdere
factoren (comorbiditeit) Er zijn 5 assen; klinisch syndromen,
persoonlijkheidsstoornissen, lichamelijke stoornissen, psychosociale stressfactoren,
niveau van functioneren het afgelopen jaar
o ODD, Oppositional Defiant disorder > hinderlijk verzetten tegen de ander
o CD, Conduct Disorder > Agressief naar anderen (delinquent gedrag)
o Aandachtstoornis, moeite met je aandacht erbij houden en/ of direct
reageren op prikkels (ongeduldig en reactie niet tot juiste moment kunnen
uitstellen), zoals ADHD
o Autisme, moeite of tekorten in sociale communicatie en herhalende patronen
o Angst- en stemmingsstoornis
 ICD-10, werkt ook met assen, net als de DSM-5, maar de assen zijn eigenlijk
beschrijvingen van de categorieën.
 CAP-J, Classificatie Aard problematiek jeugdzorg is ontwikkeld om ook de
omgevingsfactoren mee te nemen en geeft een breder beeld waardoor het
jeugdzorgwerkers meer info geeft.

Empirische benadering
Gedragsdimensies
- Broad-band dimensies > algemene gedragingen zoals agressief en angstig,
gedragsgproblemen- persoonlijkheidsproblemen
- Narrow-band dimensies > verdere verfijning




3

,Hoofdstuk 3 – Modellen en interventies

 Psychodynamisch model
- Freud is grondlegger, hierna
diverse wetenschappers
aanpassingen gedaan
- ID/ EGO / SUPEREGO
- De mens als een asociaal wezen
met driften, dat via opvoeding en
socialisatie zichzelf leert te
beheersen en rekening leert
houden (ego) met
omgevingseisen. (Superego)
- Van lustprincipe naar
realiteitsprincipe

 Erikson; het kind wordt niet zozeer door driften als wel door behoeften gedreven.
 Elk kind bezit een aantal basisbehoeften (veiligheid, liefde, erbij horen en meetellen)
Wil het kind zich tot een gezonde persoonlijkheid ontwikkelen, dan moet er aan deze
behoeften tegemoet gekomen worden.

- Emotionele groei in goede banen leiden, emotie is van groot belang voor de
ontwikkeling
- Stadia van emotionele ontwikkeling die een kind moet doorlopen; groot belang van
emotionele relaties met belangrijke personen. (Hechtingsgedrag/ attachment)
- Interne psychische processen; deel bewust, maar groot deel onbewust
(probleemgedrag als weerspiegeling van interne psychische problemen door
biologische en omgevingsinvloeden)



 Gedragsmodel
- Alle gedrag is aangeleerd gedrag
- Ongewenst gedrag kan dus ook weer afgeleerd worden
- Leren vindt plaats via klassieke processen en conditioneringsprocessen.
 Pavlov; fysiologische respons op een gebeurtenis.
 Skinner; operante conditionering; consequent belonen van gewenst gedrag.
- In tegenstelling tot de experimenten vinden de leerprocessen in de dagelijkse
werkelijkheid gecompliceerder plaats. (Imitatie, identificatie, invloed van waarden en
normen)
- Algemeenheid binnen leertheorie; geleerd (probleem)gedrag blijft bestaan zolang dit
gedrag door de omgeving “beloond” wordt, d.w.z. bevestigd wordt.




4

, Het humanistisch model Piramide van Maslow
- De mens wordt vanuit deze visie
vooral gezien als iemand die een
groeibevorderend vermogen bezit
om positieve kwaliteiten tot
ontwikkeling te brengen. Ieder
mens bezit de potentie om zich te
ontwikkelen tot een volledige
persoonlijkheid.
- Volgens Rogers bestaan er geen
onaangepaste kinderen, maar
alleen ongezonde omgevingen. Het zelfconcept staat centraal in zijn visie
- Maslow ziet deze kwaliteiten als eigen innerlijke positieve kracht.
- De mens wordt als een fundamenteel goed wezen beschouwd, dat door een
destructieve maatschappij in ontwikkeling bedreigd kan worden.
- Probleemgedrag wordt verklaard vanuit falende omgeving, waardoor het kind
onvoldoende in gelegenheid gesteld is om positieve kwaliteiten te ontwikkelen.


 Het ecologisch model
 Niet de focus op het individu, maar op de
omgeving
 De omgeving bestaat uit alle velden waar de
persoon mee te maken heeft.
 Eerder wel aandacht voor de invloed van de
omgeving op de persoon, maar men bleef de
persoon vooral analyseren.
 Vanaf 1980 meer aandacht voor de invloed van
de omgeving op het ontstaan van
probleemgedrag


- Lewin en Hobbs als grondleggers; Hobbs zag de problemen van kinderen met sociaal-
emotionele problemen en ontwikkelingsachterstanden vooral al het gevolg van een
ecosysteem dat disfunctioneerde.
- Gericht op de interacties tussen de persoon en de omgeving.
- Niet alleen de professionele hulpverlener dient voor verandering te zorgen, maar ook
de krachten in de omgeving van het kind worden daarbij ingezet.
- Bronfenbrenner; het diagnostisch onderzoek reikt verder dan de interactie binnen 1
setting, maar er dient ook rekening gehouden te worden met andere
omgevingsaspecten




5

,  Het cognitieve model
- Cognitieve psychologie
- Van stimulus – respons (S-R) naar stimulus-organisme – respons (S-O-R)
- De aandacht gaat uit naar cognitieve verwerkingsprocessen; niet iedereen reageert
op dezelfde prikkel
- Eerst dacht men dat het cognitieve verwerkingsproces alleen gestuurd werd vanuit
de prikkel, maar later ontdekte men dat het ook werd beïnvloed door de reeds
aanwezige kennis, ervaring e.d.
- Een proces: prikkel (bijv. gebeurtenis/taak) bereikt een persoon, zet bepaalde
cognitieve processen in werking.
- Het cognitieve verwerkingsproces wordt beïnvloed door aandacht, waarneming,
geheugen en denken.
- Ook de cognitieve elementen verwachtingen, coderingen, plannen en doelen,
waarden, competenties en attributies hebben invloed op het proces.

De volgende stappen staan centraal:
- Leren het gedrag van anderen goed te interpreteren
- Coping strategieën aanleren om problemen op te lossen
- Leren dat bepaalde reacties oneigenlijk en ineffectief zijn

 Het stressmodel
 Laatste jaren de overtuiging dat stress als een interactioneel proces moet worden
beschouwd. Dat soms wel en soms niet tot problemen leidt.
 Niet ieder mens reageert hetzelfde op dezelfde situaties
 Voor de verklaring kijkt men naar een 3tal variabelen
 Situationele variabelen; omgevingseigenschappen, sociaal netwerk
 Persoonlijkheid variabelen; capaciteiten, attitudes, motivatie
 Respons variabelen; resultaat van het verwerkingsproces

 Het biologisch model
- Afwijkingen in het gedrag hebben een biologische basis
- Onderzoek speelt zich voornamelijk af op het gebied van genetica en centrale
zenuwstelsel
- In hoeverre zijn gedragsstoornissen het gevolg van overgeërfde eigenschappen in de
genen
- Er zijn geen menselijke eigenschappen die niet erfelijk zijn.
- Bepaalde gedragingen zijn nooit voor 100 % toe te schrijven aan de omgeving




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madeliefvandam. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  17x  sold
  • (3)
  Add to cart