Uitgebreide samenvatting van Biologie Nectar 4e editie 6 VWO H18 Eiwitten. Paragraaf 1 t/m 5 zijn duidelijk en volledig samengevat. Ook verkrijgbaar in verschillende bundels.
Afweking polypeptideketen:
Eiwitten die in cel gevormd worden, gaan naar hun eigen plaats door middel van een adreslabel (het eerst gevormde
stukje polypeptideketen wat ontstaat tijdens de translatie in de ribosomen). Hierdoor verplaatst de
polypeptideketen van het grondplasma naar het lumen ER in een aantal stappen:
1. SHM (signaalherkenningsmolecuul) hecht aan adreslabel en blokkeert tijdelijk de translatie.
2. SHM bindt aan de SHM-receptor, waardoor de ribosoom hecht aan de ribosoomreceptor van het ER.
3. GTP (energierijk molecuul zoals ATP) bindt aan SHM-receptor. Hierdoor opent het bijbehorende
eiwitpoortje, waardoor de polypeptideketen in het ER komt.
4. GTP splitst in GDP en Pi + geeft energie af waardoor SHM loskomt van receptor.
5. Enzym knipt adreslabel los. De translatie gaat verder, de groeiende polypeptideketen komt in het ER terecht.
6. De voltooide polypeptideketen komt los in het ER (het lumen), het ribosoom laat los van zijn receptor en
komt vrij van de SHM-receptor en het eiwitpoortje sluit.
In het ER begint de omzetting naar een eiwitstructuur....... afgevoerd wordt door transportblaasje naar het golgi-
systeem, waar het eiwit wordt afgewerkt.
Adreslabel= Korte peptideketen, is tijdens transcriptie aan de groeiende peptideketen gehecht om een juiste
afwerking tot een eiwit te verkrijgen.
SHM= Molecuul uit grondplasma dat bindt aan ene adreslabel van een ribosoom waardoor translatie tijdelijk stopt.
SHM-receptor= Receptor op het ER, waaraan een ribosoom + SMH koppelt.
Bewerking in het golgi-systeem:
Hierin ontstaat definitieve eiwitvorm met behulp van enzymen. Die voegen fosfaatgroepen toe/ wijzigen de suikers
een koppelen meerdere polypeptideketens tot een eiwit. De eiwitten worden verpakt en kunnen op 3 manieren naar
hun eindbestemming gaan (wat wordt bepaald door de adreslabels):
- Door exocytose gaan de blaasjes met de eiwitten de cel uit.
- Ze worden opgenomen in het membraam (als eiwitport of receptor)
- Ze eindigen als lysosomen met een functie in grondplasma van cel.
o Enzymen van lysosomen breken bijv. afvalstoffen af.
Ruimtelijke structuur van een eiwit is bolvormig of vezelachtig:
Plagues= Neerslag van eiwitten tussen de hersencellen bij de ziekte van Alzheimer.
Tangles= Eiwitkluwens in de hersencellen bij de ziekte van Alzheimer.
Soorten structuren:
- Primaire structuur= Wordt bepaald door de volgrode en het aantal van elk type aminozuren.
- Secundaire structuur= Ontstaat door waterstofbruggen binnen een polypeptideketen.
o Hierbij ontstaat een a-helix (spiraalvormig) of een ß-plaat (heen en weer gevouwen keten)
- Tertiaire structuur= De driedimensionale structuur, die ontstaat door vanderwaalskrachten, H-bruggen,
S-bruggen of verschillen in elektrische lading.
- Quaternaire structuur= Ontstaat als twee of meer polypeptideketens een groot eiwit vormen.
Vouwen van eiwitten:
Eiwitten met een foute structuur zijn onwerkzaam een worden afgebroken. Chaperonne-eiwitten voorkomen
onjuiste structuren door te controleren of de structuur juist is en eventueel verkeerd gevouwen eiwitten de juiste
structuur te geven.
Denaturatie van eiwitten:
Door te hoge temperatuur of door chemicaliën kan een eiwit denatureren (het verliest dan de huidige ruimtelijke
structuur). Huidige H-bruggen verbreken, terwijl nieuwe H-bruggen vormen en een nieuwe structuur geven.
, 18.2 Functies van eiwitten
Eiwitten en de ziekte van Alzheimer:
Kenmerken van ziekte van Alzheimer: plaques (eiwit neerslag) en tangles (eiwitkluwens) in hersencellen.
Gevolg: Symptomen: Geheugenverlies, verwarde gedachten, desoriëntatie etc.
Oorzaak: Plaque:Bij afbraak van verouderd APP ontstaan eiwitfragmenten die samenklonteren waardoor de
plaque ontstaat. De plaque veroorzaakt weer ontstekingsreacties, wat het afweersysteem probeert
te verhelpen, waarbij schade ontstaat aan de hersencellen.
Tangles: Ontstaan door samenklonteren van tau-eiwitten, doordat deze onoplosbaar zijn
geworden, waardoor de microbutili in de knoop ligt, met het gevolg dat het transportsysteem
ontregeld raakt en tangles gevormd worden.
Valide test= Test die meet wat het moet meten, oftewel een kwaliteitsaanduiding (hoe goed werkt iets).
APP= Eiwit in celmembraan van hersencellen. Bij onjuiste afbraak ontstaan plaques.
Tau-eiwitten= Speelt rol bij instandhouding van celskelet van hersencellen door middel van microbutili.
Microbutulus= Microscopisch klein buisje in cel, is onderdeel van het celskelet, vormt transportweg.
Motoreiwitten:
Motoreiwit= Eiwit dat organellen en blaasjes met voedingsstoffen langs de micorbutili vervoert in 3 stappen:
1. Voet 1 bindt aan de microtubulus. Het laat ADP los en neemt ATP op.
2. Voet 2 slingert naar voren en bindt aan microtubulus. Hierdoor splitst in voet 1 ATP ADP + Pi.
3. Voet 2 laat ADP los en neemt ATP op.
Proces herhaalt zich totdat motoreiwit met ladings langs de microtubulus is geweest.
Bij Alzheimer patiënten ontstaat er geen vorming van nieuwe microtubuli door tau-eiwitten. Hierdoor werkt het
transportmechanisme niet meer en sterft de cel af als gevolg.
Eiwitten zijn onmisbaar:
Veel eiwitten zijn essentieel voor goed laten functioneren van een cel. Er zijn verschillende type eiwitten met een
eigen functie: Ze zijn onderdeel van de ribosomen, versnellen reacties, maken beweging mogelijk, ze zijn aanwezig
in het afweersysteem, spelen rol als neurotransmitter en rol bij communicatie tussen zenuwcellen.
Bron 9: Verschillende soorten eiwitten en hun functies.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danevanengelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.