Dit document bevat een super duidelijke samenvatting van H19 Sport van het vak Biologie op VWO-niveau. Dit hoofdstuk wordt in 6 VWO gegeven en is onderdeel van het eindexamen VWO. De literatuur komt uit het boek Nectar 6 VWO.
Biologie H19 Sport
19.1 Bouw van pezen en spieren
1. Ik kan uitleggen wat bindweefsel is en een aantal voorbeelden noemen
2. Ik kan beschrijven hoe spieren, pezen, gewrichten en banden beweging mogelijk maken
3. Ik kan beschrijven hoe een skeletspier is opgebouwd van orgaanniveau tot molecuulniveau en
daarbij de begrippen spiervezel, myofibril, actine, myosine en sarcomeer gebruiken
4. Ik kan de verschillen tussen de drie typen spierweefsel uitleggen en de weefsels herkennen in een
plaatje
5. Ik kan uitleggen hoe spieren worden aangestuurd en daarbij de begrippen motorisch neuron en
motorische eenheid gebruiken
Pezen bestaan uit bindweefsel = weefsel dat andere weefsels aan elkaar koppelt en organen op hun
plaats houdt. Die functie heeft het bindweefsel dankzij de tussencelstof = een gelachtig materiaal rond
de cellen met veel eiwitten. De tussencelstof vormt de lijm waarmee het bindweefsel andere weefsels
verbindt. Voorbeelden bindweefsels: pezen, huid, bot en kraakbeen. Binas 80C,D.
Door skeletspieren samen te trekken, bewegen de botten rond hun draaipunten in de gewrichten. Zo
kun je bewegen. Door training kunnen spieren meer kracht leveren en krijg je een groter
uithoudingsvermogen. Soepele gewrichten dragen ook bij aan topprestaties. Hoewel pezen en
banden onmisbaar zijn, komen ze meestal pas in beeld bij blessures. Dan blijkt bewegen moeilijk.
Pezen verbinden spieren met botten. Banden verbinden botten.
Bouw van pezen
Bij elke beweging trekken langgerekte vezels in de pezen aan je
botten. Die vezels zijn opgebouwd uit het eiwit collageen,
gemaakt door peescellen. Een groot aantal van deze moleculen
collageenfibril. De moleculen liggen in een geordend
patroon, waardoor de fibril door de microscoop gestreept
eruitziet. Veel collageenfibrillen vormen collageenvezel.
Vele collageenvezels collageenbundel. Dankzij deze
kabelstructuur kan een pees de kracht van een spier goed
doorgeven aan het bot. Zelf kan een pees nauwelijks uitrekken.
Uitzondering: De gedraaide collageenstrengen slaan veerenergie op in de achillespees. Hierdoor komt
er ook energie vrij, en dat geeft de beweging extra kracht.
De cellen van bindweefsel zijn door hun tussencelstof verder van elkaar verwijderd dan andere
celtypen. Via dunne uitlopers houden zij toch contact. In het celmembraan van de uitlopers bevinden
zich connexion-eiwitten. Waar het celmembraan van de bindweefselcel het celmembraan van zijn
buurcel raakt, ontstaat door de connexion-eiwitten een kleine opening in beide celmembranen = gap
junction. Hierdoor beweging ionen en kleine moleculen. Veranderingen in de ene cel, beïnvloeden zo
, de andere cel.
Bouw van skeletspieren
Spieren zijn skeletspieren, opgebouwd uit bundels
centimeters lange spiervezels. De vezels ontstaan uit een
samensmelting van honderden spiercellen. Zij hebben
daarom ook meerdere kernen. Rond elke bundel
spiervezels bevindt zich bindweefsel met bloedvaten voor
de doorbloeding van de spier.
Op hun beurt bevatten de spiervezels bundels langgerekte
eiwitfilamenten = myofibrillen. Hierdoor kan een spier
samentrekken. Er zijn dunne en dikke. Dunne: zijn
opgebouwd uit 2 in elkaar gedraaide ketens van het eiwit
actine. Dikke: bestaan uit een groot aantal ketens van het
eiwit myosine. Ze zijn beide geordend gerangschikt.
Patroon van lichte en donkere banden (I- en A-banden)
dwarsgestreept spierweefsel. In het midden van elke I-
band bevindt zich een membraan: de Z-lijn. Het deel tussen 2 Z-lijnen heet een sacromeer = de
kleinste eenheid van een spiervezel dat kan samentrekken. Binas 90C.
Samentrekken
Opdrachten komen uit de hersenen via het ruggenmerg gaan impulsen richting de spieren. Bij
samentrekking schuiven bundels myosine en actine in elkaar waardoor de sacromeren verkorten.
Doordat een axon zich in een spier naar een aantal spiervezels vertakt, reageren meerdere spiervezels
tegelijk op dezelfde impulsen. Deze impulsen komen van een motorisch neuron. Een groep
spiervezels die op de impulsen van één axon reageert = motorische eenheid.
Hartspierweefsel
Dwarsgestreept. De cellen van dit weefsel vormen geen lange vezels, maar een netwerk van onderling
verbonden spiervezels. Na een impuls door het zenuwstelsel trekt de hartspier samen, gap junctions
tussen de hartspiercellen zorgen ervoor dat de spier gecoördineerd samentrekt. Vertakt netwerk van
dwarsgestreepte spierweefsels.
Dwarsgestreept spierweefsel
De vezels van het dwarsgestreepte spierweefsel ontstaan uit een groot aantal samengesmolten
spiercellen. Elke spiervezel bevat veel celkernen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesvanveen2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.