Alles behalve h6 en drie paragrafen van h8 en h9 (geen onderdeel van de cursus)
November 2, 2021
41
2021/2022
Summary
Subjects
geschiedfilosofie
geschiedtheorie
wetenschapsfilosofie
leezenberg en de vries
leezenberg
de vries
handboek
geschiedenis
grondslagen van de geschiedfilosofie
grondslagen van de geschiedbeoefening
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Samenvatting Wetenschapsfilosofie
Reading questions + answers Philosophy of the Humanities 1
Lecture notes of Philosophy of the Humanities 1
All for this textbook (11)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geschiedenis
Grondslagen Van De Geschiedbeoefening
All documents for this subject (17)
Seller
Follow
jitsgs4
Content preview
Samenvatting/aantekeningen Leezenberg & De
Vries
Wetenschapsfilosofie voor
geesteswetenschappen
H1
1.1Taken van de geschiedfilosofie
- Wetenschapsfilosofie – bestudeert de werkwijzen van uiteenlopende
vakgebieden, in het bijzonder de manier waarop er wordt geargumenteerd.
- Twee taken: ten eerste beeld schetsen van de wetenschap dat de
bijzondere aard van wetenschappelijke kennis en wijzen van argumenteren
tot uitdrukking brengt.
Beeld moet helpen kennistheoretische (epistemologische) aanspraken te
rechtvaardigen die traditioneel met wetenschappelijke kennis worden
verbonden (bijv. wetenschap brengt ons dichterbij de waarheid dan
alledaagse kennis). Belangrijk: filosofische adequaatheid.
- Tweede taak: beeld van wetenschappen schetsen dat in hoofdlijnen
overeenstemt met wat als goed wetenschappelijk handelen wordt
aanvaard. Hier verschilt de wetenschapsfilosoof van de ethicus/andere
filosofen. Belangrijk: beschrijvende/historische adequaatheid.
- Beschrijvende en normatieve taak: bediscussiëren van methodologie (wat
is een goede standaard?) en kwaliteitscontrole van wetenschappelijke
producten. Hierbinnen meerdere thema´s.
- Geen overeenstemming tussen wetenschapsfilosofen over de eisen
waaraan goed wetenschappelijk werk moet voldoen. Verschillende
stromingen.
- Doel wetenschapsfilosofie: middelen en kaders leveren die behulpzaam
kunnen zijn voor wie serieus wil nadenken over ontstaan, status en
uitoefenen van het eigen vak. Hulp bij het beredeneren van een bepaalde
benadering hiervan.
1.2Kennis en waarheid
- Fundamenteel onderscheid tussen kennis (epistémè) en opinie (doxa).
Epistémè: tijdloze, noodzakelijke waarheden, inzicht in de werkelijkheid
(waarom is x x?)
Doxa: denkbeelden gebonden aan een standpunt, typerend voor
bepaald(e) groep, individu, tijdperk.
- Weg naar waarheid: rationeel en methodisch te werk = cruciaal
- Belangrijke rol wetenschappelijke revolutie op het gebied van
methodologie en objectiviteit. Zuivere bronnen, zintuigelijke ervaring –
controleerbare en reproduceerbare empirische wetenschap.
- Wetenschap onderhevig aan normen en waarden. Wetenschappelijke
kennis is zelf waardevrij, ermee omgaan brengt waarde.
, - Ook deze natuurwetenschappelijke lijn van wetenschapsfilosofie enigszins
toepasbaar op geesteswetenschappen (historische feiten kunnen claims
ontkrachten of ondersteunen, bijv. op gebied van slavernijverleden).
1.3Interpretatie en perspectief
- Wetenschap = waarheid zoeken. Wetenschap = concurrentie over
waarheidsclaims. Maar geldt dit ook voor de geesteswetenschappen? Niet
echt, gaat meer om interpretaties, uitleg van betekenissen. Verschillende
interpretaties hoeven elkaar niet te verdringen – verschillende
perspectieven.
- Nieuwe ontwikkelingen vaak nieuwe interpretatietechnieken, uitbreiding
ipv verdringing. Daarbij: interpreteren is een onderneming zonder einde,
geen objectieve Waarheid als einddoel.
- Wetenschapsfilosofie: wat is betekenis en interpretatie? Subjectief of
objectieve standaarden? Wanneer is een perspectief irrelevant of (on)juist?
Wanneer wordt een bron niet gebruikt maar misbruikt? Intenties? Kortom:
discussie over criteria.
1.4Eenheid en fragmentatie
- Overeenkomsten geesteswetenschappen ondanks alle verschillen: object
(doel). Alle producten van de menselijke geest/cultuur als onderwerp van
wetenschap.
- Qua methodologie veel verschillen, weinig overeenkomende elementen.
Binnen disciplines nog variatie.
- Wat verbindt de geesteswetenschappen? Ontstaan (19 de eeuw – daarvoor
geen onderscheid tussen mens en andere organismen, of
cultuurwetenschappen als aparte wetenschappen). En na de Oudheid?
´Mens´, ´geest´ en ´cultuur´ werden nog niet als moderne concepten
bestudeerd als sinds de 19de eeuw. Daarom 19de eeuw als beginpunt
ondanks eerdere geschiedschrijving en taalwetenschap (bijv.).
- -> Nieuwe filosofische kaders en ideeën maakten de
geesteswetenschappen mogelijk, maatschappelijke ontwikkelingen
maakten ze wenselijk, en institutionele veranderingen
(universiteitshervormingen in de 19de eeuw) maakten ze werkelijkheid.
- Opkomst moderne geesteswetenschappen is nauw verbonden met het
ontstaan van de moderne natiestaat.
- Institutionele veranderingen: eenheid van onderwijs en onderzoek.
Gevolgen: ontwikkelingen eigen faculteiten, uitbreiding vakgebieden
(oorspronkelijk: 4). Individuele wetenschappen gingen hun bestaan
rechtvaardigen. Maar ook: fragmentatie van kennis en wetenschappen.
Moderne specialisme is geïsoleerd van algemenere wetenschap en de
maatschappij.
- Is dit verenigbaar met het doel van de wetenschap? Wat is de culturele en
maatschappelijke taak van de wetenschap, als die er is?
,1.5Resumé (p. 36)
H2
2.1 De wetenschappelijke revolutie
- Focus op natuurwetenschappen (theorieën bekrachtigd door
wetten/empirische regelmatigheden of systematische
experimenten/waarnemingen – universeel), vormt het dominante beeld
van wetenschap.
- Wetenschappelijke revolutie heeft de mensheid bevrijd van bijgeloof en
dogmatiek (wordt gesteld). Impliceert moderniteit, rationaliteit en westers.
Niet volledig accuraat (zie Oosten, Oudheid). Revolutionaire karakter komt
van de combinatie van wiskundige technieken en systematische
waarnemingen/experimenten.
- Oprichtingen academies (anders dan universiteiten). Geen onderwijs maar
streven naar wetenschappelijke vooruitgang. Afwijzing benadering en
methodes v/d Renaissance v/d uni´s.
2.1a Aristoteles en de middeleeuwse wetenschappen
- Systematische onderzoek van Aristoteles had een overheersende rol in
middeleeuwse wetenschapsbenadering. Wetenschap Aristoteles =
systematisering van kennis via uitspraken over waarnemingen die via
logisch geldige weg tot stand komen. Wetenschap verklaart en geeft
zekerheid. Belang van oorzaken en principes.
- Aristoteles gaat teleologisch te werk (verklaart dingen op basis van hun
functie/doel in het heden).
- Wetenschappen Middeleeuwen baseerden zich op Aristoteles en andere
Griekse filosofen/wetenschappers (scholastiek).
2.1b Het humanisme van de Renaissance: geleerdheid en welsprekendheid
- Humanisme (1300-1500) en Renaissance. Gezien als vroegste voorloper
van geesteswetenschappen. Herontdekking literaire teksten uit Klassieke
Oudheid.
- Poliziano kritischere benadering van teksten (leeftijd en relaties tussen
teksten (overgeschreven manuscripten) van belang). Historische
tekstkritiek.
- Maar: geen methodologische principes of systematische benadering van
teksten. Ook veel allegorische interpretaties.
- Belangrijke gebeurtenissen: val van Constantinopel en uitvinding
boekdrukkunst.
- Vertaling Bijbel vanuit Grieks/Latijn -> pioniers van literatuur in de
volkstaal.
- Humanisme meer levensstijl dan wetenschap. Menselijkheid kreeg meer
seculiere betekenis.
, 2.1c De verwerping van aristotelische wetenschap en humanisme
- 16e en 17e eeuw: afbreken aristotelische wetenschap. Galilei vervangt
teleologische visie door mechanistische (= natuur functioneert als
machine). Volledig nieuwe kaders voor wetenschappelijke waarnemingen.
- Bacon: mechanistisch wereldbeeld, experimenten en systematische
waarnemingen, wetenschap als groepsactiviteit.
- Boyle vs. Hobbes, kern nieuwe wetenschap: wat geldt als natuurfeit en wat
als kunstmatige constructie (experiment)? Wat is openbare kennis en wat
is opinie?
- Wetenschappelijke revolutie: verwerping Aristoteles, retorica (humanisme)
en bestuderen antieke teksten -> observatie, experimenteren en
wiskundige technieken.
Maar: historici hebben continuïteit scholastiek & humanisme gevonden.
2.1d Wat was de wetenschappelijke revolutie?
- 16de en 17de vernieuwingen, status en belang van die vernieuwingen?
- Radicale breuk tussen Oudheid en moderniteit? Of geleidelijke evolutie en
continuïteit? Meeste wetenschapshistorici neigen naar tweede.
- Hoe dan ook geen conflict tussen wetenschap en kerkelijke dogma´s.
- Historische benadering: internalistisch of externalistisch,
sociaaleconomische en politieke verklaringen. Debat tussen deze twee
beheerste lange tijd de discussies over wetenschappelijke revolutie.
- Tegenwoordige visie: wederzijdse invloed maatschappij-wetenschap.
- Wetenschappelijke revolutie waarschijnlijk geen uniek Europees
verschijnsel (zie China, India) en ook niet echt een revolutie maar evolutie.
Wetenschappelijke kennis produceren en verspreiden is een sociaal proces
op zich.
2.2 Epistemologie en metafysica van de klassieke natuurwetenschap; Kants
´copernicaanse wending´
- Late 17de eeuw leveren wiskundige en experimentele tradities de
overheersende opvatting over wat wetenschappelijke kennis is/moet zijn.
- Wetenschappelijke kennis gerechtvaardigd door methode ->
wetenschappelijke kennis is gefundeerde kennis. Empirisch onderbouwde
hypotheses, opbouwend naar een steeds hogere confirmatiegraad.
- Wetenschappelijke revolutie legde hiernaast basis voor een nieuw
wereldbeeld en voor het filosofische gedachtengoed v/d Verlichting. Object
en subject, domeinen geest/lichaam.
- Epistemologie moet aangeven hoe de kloof tussen object en subject
overbrugd kan worden.
- Kant: als subject in het bestuderen van het object afhankelijk is v/d
zintuigen kan het subject nooit onafhankelijk vaststellen of de wereld om
ons heen klopt -> scepsis over waarneembare realiteit. Kant: wij ervaren
natuurkundige elementen als tijd en ruimte via ordeningen en categorieën
die het subject zelf heeft gecreëerd, die het subjectieve omvormen tot
objectief geldige oordelen. Subject-objectschema (werkt twee kanten op,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jitsgs4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.