Organisatie = groepering van mensen met onderlinge samenwerking, doelmatige wijze om
overeengekomen doelstellingen te bereiken.
- Doelbewustheid = bepaalde intentie (Missie);
- Doelgerichtheid = de mate waarin het doel is bereikt (bijv. behoefte bevredigen)
(Doelstelling);
- Doelmatigheid = optimale verhouding tussen output en input (zo laag mogelijke
kosten) (Efficiency).
Organisatiecultuur = stijl van management, normen, waarden en opvattingen.
- Resultaatgerichtheid = in hoeverre het realiseren van resultaten in de organisatie
belangrijk geacht wordt;
- Mensgerichtheid = het belang dat wordt toegekend aan het welzijn van de
medewerkers van de organisatie;
- Risicobereidheid = in hoeverre de organisatie en haar medewerkers bereid zijn risico’s
te nemen om doelstellingen te bereiken.
Typologie van Starreveld = indeling van organisaties op basis van bedrijfsactiviteiten:
A. Handelsbedrijven = overwegende doorstroming van eigen goederen, zonder technisch
omzettingsproces;
B. Industriële bedrijven = overwegende doorstroming van eigen goederen, met technisch
omzettingsproces;
C. Bedrijven met een overwegende doorstroming van eigen goederen die agrarisch of
extratief van aard zijn;
D. Dienstverlenende bedrijven = zonder een overwegende doorstroming van eigen
goederen;
E. Financiële instellingen = zonder een overwegende doorstroming van eigen goederen.
Ad hoc-organisaties = tijdelijk gericht op één bepaalde actie.
Marktwaarde wordt gezien als indicator voor de prestaties van de ondernemingsleiding.
Systeemtheorie:
- Elementen (invoer, uitvoering en uitvoer);
- De relaties tussen de elementen;
- De omgeving.
o Structuur = relaties tussen systeemelementen;
o Proces = gesystematiseerde opeenvolging van gelijkgerichte activiteiten.
Soorten systemen:
- Open of gesloten = wel of niet beïnvloedbaar door omgevingsfactoren;
- Dynamisch of statisch = onderlinge relaties zich wel of niet kunnen wijzigen.
,Ondernemen 1: Organization
Aspecten van een systeembenadering:
- Synergetisch effect = organisatie als geheel (en niet enkele activiteiten);
- Multidisciplinair = taken zijn gebundeld tot functies;
- Interdisciplinair = dynamische samenhang tussen de onderscheidene processen;
- Omgevingsfactoren.
Trends op het gebied van technologie:
• Big data = data verzamelen, bewerken en bewaren;
• Artificial Intelligence = machines leren acties en beslissingen van mensen te kopiëren
(Algoritme);
• Virtual reality = simuleren van een omgeving via een computer;
• Consumeratie van IT = hardware, software en het gedrag van mensen dringen steeds
meer door in organisaties;
• Cloud computing = het via internet beschikbaar stellen van hardware, software en
data;
• Internet of Things = alledaagse voorwerpen zijn verbonden met een netwerk en
kunnen gegevens uitwisselen.
Leidinggeven houdt in:
1. Doelbepaling = het formuleren van doelstellingen;
2. Doelrealisatie = het realiseren van gestelde doelen door het sturen van activiteiten van
mensen in de organisatie.
a. Initiëren;
b. Aangeven van de wijze waarop;
c. He toetsen van resultaten.
Control = het beheersen van de uitvoering, oftewel het gehele proces moet effectief en
efficiënt zijn.
Controle = steekproef, oftewel kijken hoe de stand van zaken is.
Risicomanagement:
1. Risico-identificatie = het in kaart brengen van risico’s;
2. Risico-analyse en beoordeling = bepalen van de kans van het voorkomen;
3. Beheersmaatregelen = vermijden, elimineren, overdragen en accepteren.
4. (Evaluatie)
Voor het doen functioneren van de organisatie is het volgende nodig:
1. Het formuleren van doelstellingen;
2. Creëren van een samenwerkingsverband;
3. Geven van taakopdrachten en het verschaffen van middelen;
4. Het toetsen of de resultaten gerealiseerd zijn;
5. Nemen van aanvullende maatregelen.
Oftewel het Managementproces: 1. Plannen, 2. Organiseren, 3. Dirigeren en coördineren en
4. Controleren.
, Ondernemen 1: Organization
Strategische beleidsvoorbereiding:
A. Missie = bestaansreden;
B. Visie;
C. Strategie = doelstellingen, kansen & bedreigingen en sterktes & zwaktes.
• Kritische succesfactoren.
Plannen omvatten:
1. Het operationeel maken van geformuleerde doelstellingen;
2. Vaststellen van de wijze waarop dit gerealiseerd wordt;
3. Begroten van de kosten die gemaakt moeten worden;
4. Vaststellen van concrete doelstellingen voor de uitvoerende organen.
Strategische planning:
1. Omgevingsfactoren;
2. De eigenschappen van de beslissers in de organisatie;
3. De eigenschappen van de leden van de organisatie;
4. De financiële positie en de financiële weerstand van de organisatie.
Meerjarenplan = resultaten van het plannen wordt vastgelegd in een meerjarenplan:
1. Activiteiten van de organisatie de komende 3 tot 5 jaar;
2. Verbonden kosten;
3. Financiering;
4. Verwachtten opbrengsten.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BBlok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.