Hoofdstuk 2: Welingerigte steden in een zelfgemaakt land
2.1 Stadsvorming en verstedelijking (1200 - 1600)
Stadstimmeren: het oude woord voor stadsuitleg, praktisch werk dat zich in deze eeuwen
ontwikkelde van spontane bebouwing naar een meer planmatige aanpak.
2.2 De Gouden Eeuw (1600 - 1700)
De Staten-Generaal behartigden drie gemeenschappelijke belangen:
1. de landsverdediging
2. de strijd tegen het water
3. de verdediging van de handel- en scheepvaartroutes
2.3 De grote stadsuitleg
Stadsuitleg: het voorzien in meer ruimte voor woningen, bedrijven en instellingen, nieuwe
en zwaardere stadsvestingen, betere interne en externe water- en landverbindingen,
verbetering van de waterhuishouding en moest een eind maken aan het buytentimmeren:
de illegale bebouwing buiten de stadsmuren.
Buytentimmeren is om twee redenen verboden:
1. bebouwing van de schootsvelden verzwakte de militaire verdediging van de stad en
verhinderde snelle onderwaterzetting.
2. de stad miste belastinginkomsten, omdat accijnzen eerst aan de stadspoorten werd
geheven, niet daarbuiten.
Uitgangspunten Simon Stevin:
- Stadsvormen maximaal 4 hoeken anders wegens asymmetrische kavels onpraktisch.
- Een functionele stad voor de handelseconomie
- Centrale uitgangspunten kwaliteits voorzieningen en (verkeers) bereikbaarheid
- Vergroting mogelijk door het patroon van grachten, wegen en pleinen (GR en IT
steden hadden dit niet), waardoor er niet buiten stadsmuren werd gebouwd.
- Licht en luchttoetreding
- Strenge uniformiteit, symmetrie, rechthoek, open ruimtes in de bebouwing
Amsterdam
De Derde Uitleg van Amsterdam: De stadsuitbreiding binnen de nieuwe vesting met een
grachtengordel als ruggengraat van de ruimtelijke structuur. Dit gebeurde in het gebied waar
veel buytentimmeren voordeed.
- Melioratievoorstel (1615): de eigenaren van te onteigenen grond konden kiezen
tussen het afstaan van hun gronden tegen taxatiewaarde of het betalen van een
melioratierecht (belasting op waardevermeerdering), omdat de uit te geven
bouwkavels in waarde zouden stijgen door de uitvoering van openbare werken.
,De Derde Uitleg bracht drie stedenbouwkundige vernieuwingen:
1. functiescheiding tussen woonbuurten en bedrijfsgebieden
2. toezicht op en handhaving van grondgebruiksregels
3. een nieuw type woonbuurt, voornaam, rustig en vrij van overlast gevende
bedrijvigheid
De Vierde Uitleg van Amsterdam: een stadsuitbreiding met als kenmerken: efficiënt en
rechthoekig stratenpatroon, lage onderhoudskosten en hoge opbrengst.
- Het melioratievoorstel nam plaats voor het Leidse model: publieke veiling van
bouwkavels aan de hoogstbiedende. De winst was voor de staat.
In 1672 kwam de groei van Amsterdam tot zijn eind. De republiek werd van alle kanten
belaagd door Engeland, Frankrijk, Keulen en Munster.
Rotterdam
Rotterdam deed niet zoals Amsterdam aan een totaalplan, maar aan incrementele
planning: stukje bij beetje aangroeiplannen, begonnen met inbreidingsplannen en gevolgd
door uitbreidingsplannen. Door het ontbreken van een totaalplan werd de Rotterdamse
stadsuitleg onderwerp van vrijwel permanente onderhandelingen tussen het stadsbestuur en
burgers.
Leiden
Na het Leidens ontzet in 1573 kwam de immigratie uit Vlaanderen op gang, met als direct
gevolg een verscherping van de woningnood. Om de huisvesting te verbeteren en de
groeiende industrie de nodige ruimte te geven, nam de stad de volgende maatregelen:
1. Bevordering van de particuliere woningbouw; grond naast de openbare weg moest
bebouwd worden.
2. Een verordening om iedere woning die de laatste dertig jaar tot schuur, pakhuis of
stal was gebouwd weer voor bewoning geschikt te maken.
3. Ruimtelijke concentratie van de lakenvollers (spoelen en reinigen) op een plek in de
stad (Maredorp) om de waterverontreiniging te verminderen en verdere verkrotting
van het centrum tegen te gaan.
Net als Rotterdam deed Leiden eerst aan inbreidingsplannen en later tot
uitbreidingsplannen.
Utrecht en Groningen
In Groningen was na de bloeitijd in de 15e eeuw de economie niet meer gegroeid waardoor
uitbreidingsplannen slechts halfvol werden gebouwd.
In Utrecht opperde jurist Henrick Moreelse om de binnenstad van Utrecht door
kapitaalkrachtige op te laten waarderen al kwam hier niks van terecht. Utrecht bleef een
loop- en passeer stad.
2.4 Grootscheepse landaanwinning
, De behoefte aan brandstof leidde tot versnelde winning van het laagveen, waardoor talrijke
grotere en kleinere plassen ontstonden, met gevaar voor overstromingen. Dit zorgden voor
droogmakerijen die mogelijk waren door twee uitvindingen:
1. De molengang van Simon Stevin
2. De bovenkruier van Jan Adriaansz Leeghwater; een molen die altijd op de wind
gedraaid kan worden en daardoor 24 uur per dag kan malen.
Na 1500 was het landbouwareaal van de Republiek met meer dan 40% toegenomen, om de
toenemende bevolking te kunnen voeden. Nederland heeft de positie verworven van ‘een
dichtbevolkte, zeer verstedelijkte maatschappij met een overschot aan agrarische
producten’.
Na 1500 begon de grote droogmakerij door de molengang van Simon Stevin en de
bovenkruier (molen die altijd op de wind draait en dus 24/7 werkt) door Jan Adriaansz
Leeghwater. Er werd massaal belegd in drooggemaakte gebieden. De fasering van de
droogmakerijen weerspiegelt het verloop van de graanprijzen. Belangrijk resultaat van de
droogmakerij was dat de Republiek rond 1700 in haar eigen voedselbehoefte kon voorzien.
Droogmaking werd een stadsinitiatief waarbij het gebied diende voor winst,
waterhuishouding en verkeersontsluiting.
2.5 Stagnatie en verval (1700 - 1800)
Gevolgen van de politieke verwikkelingen en het inzettende verval in de 18e eeuw.
Immigranten bleven weg, waardoor het inwonertal van veel steden kromp. Dit leidde tot
leegstand en verkrotting.
2.6 Een geordende en welgeproportioneerde stad.
Grondtrekken van de stadsuitleg in de zeventiende eeuw:
1. Functionele inrichting van de stad in functie scheiding
2. Verbindingen maken tussen verkeersstelsels en waterhuishouding van oude en
nieuwe delen van de stad.
3. Regeling van bestemming en gebruik door grondcontracten, stimuleringsmaatregelen
en bouwplicht door de overheid.
4. Een publiekrechtelijk instrument om stadsuitleg in het algemeen belang uit te voeren.
5. Grondexploitatie voor rekening van de afnemers van de bouwkavels.
6. Functionele grondpolitiek naar bestemming en ligging
7. Overheidssteun aan minder draagkrachtigen om planuitvoering te garanderen
8. Verschillende vormen van PPS. (particulier-publieke samenwerking)
9. Economische, sociale en esthetische idealen door laten vloeien in openbare ruimte.
Salomon de Bray stelde dat welvaart een effect van stadsuitleg was. Stadsuitbreiding zou
door middel van een rationeel geordend en geproportioneerd stadsplan de stad aantrekkelijk
maken voor nieuwkomers. Bray’s uitbreidingsplan verliep traag en was niet geslaagd.
Stadsplanning kreeg de taak de voorzieningen gelijk aan de toenemende welvaart te
creëren. Ondanks dat de overheid in de stadsplanning een beslissende en actieve rol had
verrichten de burgers ook nog een hoop werk. Tegenwoordig door overheidssubsidie
waaraan de burger naar rato meebetaald.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller westendorpmodie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.55. You're not tied to anything after your purchase.