100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
complete samenvatting bedrijfseconomie het resultaat $3.74
Add to cart

Summary

complete samenvatting bedrijfseconomie het resultaat

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Level

dit is een samenvatting van het resultaat van de eerste vijf hoofdstukken en is bruikbaar voor 4/5 havo en 4/5/6 vwo.

Preview 2 out of 6  pages

  • November 2, 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Bedrijfseconomie samenvatting het resultaat Hoofdstuk 1 t/m 5
Hoofdstuk 1. Kosten
Kosten = de in geld uitgedrukte waarde van de opgeofferde productiemiddelen die noodzakelijk en
onvermijdbaar zijn ten behoeve van de productie van goederen en diensten.
Kostprijs = bevat alleen de toegestane kosten per eenheid product.
 Moet berekend worden voor de planning en beheersing van de kosten van een
onderneming.
Voorcalculatorische kostenberekening = voorcalculatie = kosten worden op voorhand berekend, er
wordt een schatting gedaan van de toegestane kosten.
Werkelijke kosten = nacalculatorische kostenberekening = deze kosten worden op het eind van de
periode berekend.
 Achteraf worden de werkelijke kosten vergeleken met de toegestane kosten. De toegestane
kosten kunnen afwijken van de werkelijke kosten. Voor een ondernemer is het belangrijk de
oorzaken van kostenverschillen te achterhalen, zodat hij maatregelen kan treffen.
Winst = het positieve verschil tussen opbrengsten en kosten.
Categoriale kostenverdeling = kosten worden uitgesplitst naar hun ontstaansbron tijden het
productieproces. Deze indeling hangt samen met het gebruik of verbruik van een bepaald soort
productiemiddel. Soorten kosten:
- De kosten van grond = landbouwgrond, vestigingsplaats voor een bedrijf, grond voor het
winnen van delfstoffen dan moet er afgeschreven worden.
- De inkoopwaarde van de omzet en kosten van materialen en grondstoffen = bij
handelsondernemingen heb je te maken met inkoopwaarde van omzet, verkopen en
voorraden. Bij dienstverlenende ondernemingen heb je grondstofkosten/hulpstoffen en
kosten van productiemiddelen. Productiebedrijven hebben kosten van
grondstoffen/hulpstoffen en gebruik van productiemiddelen.

Afval = ontstaat bij fabricage, onvermijdbaar verlies van grondstoffen bij productie. Deze
kosten moeten meegerekend worden in de kostprijs van het product.
Uitval = als een product van ambachtelijke en industriële bedrijven niet aan de gestelde
kwaliteitseisen voldoen. Dit kan alsnog verkocht worden tegen een lagere prijs.

- De kosten van arbeid = loonkosten, telefoonkosten, auto van de zaak, reiskostenvergoeding
en kledinggeld. Bij handelsondernemingen worden personeelskosten in minderen gebracht
op brutowinst. Bij dienstverlenende ondernemingen werkt hij met arbeidsuurtarief.
Factuurtarief = het arbeidsuurtarief plus een opslag voor bedrijfskosten en een winstopslag.
- De kosten van diensten van derden = bedragen die betaald worden aan de bedrijven die
worden ingehuurd. Bijv. = transport, accountant, schoonmaakbedrijven etc.
- De kosten van duurzame productiemiddelen = productiemiddelen die meerdere jaren
meegaan, hierop vinden afschrijvingen plaats. Die afschrijvingskosten worden op de
resultatenrekening verwerkt. Daarnaast zijn er interestkosten. En er zijn complementaire
kosten = alle andere bijkomende kosten zoals onderhoud, verzekering, energie, reparatie.
- De kostprijsverhogende belastingen = belastingen die de onderneming aan de overheid
moet betalen.
- De kosten van vermogen = kosten die gemaakt worden om vermogen aan te trekken. Het
gemiddeld geïnvesteerd vermogen = (Aanschafprijs + Restwaarde) / 2

, Constante kosten = kosten die binnen bepaalde grenzen niet veranderen bij een toe- of afname van
het aantal producten of diensten die verkocht of geproduceerd worden.
Indien de ondernemer door een sterke toename van productie een nieuwe extra machine moet
aanschaffen, veranderen de constante kosten wel.
Variabele kosten = veranderen als het aantal producten of diensten die verkocht of geproduceerd
worden, veranderen.
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen in één bepaald jaar =
(Boekwaarde dpm begin van het jaar + boekwaarde dpm eind van het jaar) / 2
Proportioneel variabele kosten = de variabele kosten stijgen of dalen recht evenredig met de
productie- of verkoopomvang. Voorbeeld = inkoopwaarde van omzet
Transfer pricing = interne verrekenprijzen = de prijs die een bedrijf behorende tot een multinational
aan een zusterbedrijf in rekening brengt voor een bepaald onderdeel of halffabricaat dat zij
produceert. Dit vindt ook plaats tussen verschillende afdelingen in een bedrijf wanneer een afdeling
een product of halffabricaat levert aan een andere afdeling in dat bedrijf.

Hoofdstuk 2. Waarderingsgrondslagen activa
Waarderen is het toekennen van geldbedragen aan activa en het vreemd vermogen op de balans.
Twee belangrijke uitgangspunten daarbij:
- Continuïteitsbeginsel: de waardering van de activa en het vreemd vermogen moeten gezien
worden binnen het kader van de bedrijfsvoering en dus niet tegen de prijs die ze op het
moment van de waardering bezitten.
- Voorzichtigheidsbeginsel: wanneer er een keuze is tussen twee waarde alternatieven, is de
laagste waarde de relevante waardering bij de activa en de hoogste waarde is de relevante
waardering bij vreemd vermogen.
Minimumwaarderingsregel = het waarderen van de activa tegen de laagste waarde. Volgens deze
regel moet de balanswaardering naar beneden worden aangepast indien de opbrengstwaarde van
het betreffende goed lager is dan de boekwaarde.
Bij waardering van activa zijn er twee grondslagen van waardering:
- Historische kennismethode
 Verkrijgingsprijs: de inkoopprijs inclusief bijkomende kosten die voor het activum, in
het verleden, is betaald.
 Vervaardigingsprijs: omvat alle kosten die gemaakt zijn om het product te realiseren.
Dit wordt toegepast bij materiële vaste activa en voorraden.
Voordeel historische kennismethode: de administratie is relatief eenvoudig en objectief systeem.
Nadeel historische kennismethode: als prijzen stijgen, dit niet tot uitdrukking komt op de balans.
- De actuele waarde op moment van waardering
= de prijs die op het waarderingsmoment van toepassing komt. Nadeel: de actuele waarde
kan schommelen, dus moeten er schattingen gedaan worden en dat is subjectief. Hierin zijn
drie varianten van waarderingsgrondslagen:
 Vervangingswaarde: meest voorkomend, de prijs die bij vervanging van een activum
door een gelijkwaardig activum op dat moment moet worden betaald.
 Bedrijfswaarde: de opbrengst die met het bedrijfsmiddel kan worden bereikt door dit
nog in te zetten bij de productie.
 Opbrengstwaarde: waarde die een activum oplevert door verkoop.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renlvandenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74
  • (0)
Add to cart
Added