100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges Financieel Risicomanagement en Bedrijfsvoering (FRM) $4.29
Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcolleges Financieel Risicomanagement en Bedrijfsvoering (FRM)

 28 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Financieel Risicomanagement en Bedrijfsvoering. Alle hoorcolleges worden behandeld. Het gaat over de hoorcolleges van het studiejaar 2020/2021!

Preview 4 out of 60  pages

  • November 2, 2021
  • 60
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Vorenkamp
  • All classes
avatar-seller
Financieel risicomanagement en
bedrijfsvoering (FRB)
Zie de oefeningen in de pp’s van de hoorcolleges !

Hoorcollege week 3.4 – de balans

Administratie, iets voor jou?
- Hoeveel procent van de jongeren heeft een schuld?
o 20%
- Hoeveel procent een schuld van boven de 2500 euro?
o 20% van de groep jongeren die een schuld heeft

Balans
- De balans geeft een beeld van de vermogenspositie van een onderneming.
Zij geeft een overzicht van de bezittingen, de verplichtingen en het eigen
vermogen van de onderneming op een bepaalde dag
- Totaal van activa en passiva is altijd gelijk (vandaar balans: het is in balans)
- Debet = bezittingen (links)
- Credit = hoe financier je het (rechts)
o Financiering van je bezittingen




Voorbeeld van een balans
- OG = opgenomen geld
- Liquide middelen: geld wat in kas is
- Een balans wordt geordend naar liquiditeit: hoe snel kan je iets omzetten in
geld?

,Activa op de balans
- Materieel: dingen die je echt hebt
o Grond, machines, spullen
- Immaterieel: goodwill: je neemt een organisatie
van iemand over, de klantenkring krijg je er ook
bij. Vertegenwoordigt een bepaalde waarde,
maar is geen ‘ding’
o De klantenkring is geld waard. Het zijn
elke keer mensen die terugkomen om
dingen te kopen
- Vaste activa: spullen die je meerdere jaren
gebruikt (>1 jaar)
o Activeren en daarop afschrijven
- Vlottende activa: materialen die je op korte
termijn hebt (<1 jaar)
- Verschillende posten
- Gerangschikt in oplopende liquiditeit: hoe
meer liquide ze zijn, hoe lager ze op de balans
komen te staan (hoe sneller je er geld van kan maken)

Activa op de balans (vlottende activa)
- Productiemiddelen: gebouwen, machines, inventaris, wegenpark etc.: voor
langere periode aangeschaft om economisch rendement mee te
bewerkstelligen. Vaste activa dus (zie afschrijven)
- Vlottende activa:
o Voorraden
o Debiteuren
o Overige vlottende activa
- Soorten voorraden:
o Grond- en hulpstoffen
o Halffabricaten
o Gereed product
- Waardering volgens ‘waarderingsgrondslagen’
o berekening waarde voorraad: aantal x
prijs = waarde
- debiteuren: vorderingen op klanten aan wie goederen of diensten zijn
geleverd (zijn jou nog geld
verschuldigd)
o berekening waarde
debiteuren: totaal vorderingen
– oninbare vorderingen
- overige vlottende activa: alle overige
vorderingen die binnen één jaar opeisbaar zijn (excl. De liquide middelen)
o vorderingen op personeelsleden
o te vorderen btw
o vooruitbetaalde kosten
o nog te factureren omzet
- liquide middelen: alle vorderingen op bank- en kredietinstellingen en
kasgelden (geld wat je op de bank en in kas hebt)

, Afschrijven (vaste activa)
- vraag: hoe gaan we om met bezittingen waarvan de waarde verandert in de
loop van de tijd?
- Doel van activeren (en afschrijving) is om de kosten van
waardevermindering te verdelen over
meerdere periodes
- Ik heb een machine, die gebruik ik vijf jaar
lang. Ieder jaar gaat 1/5 van de waarde
van de machine af (en van de winst)
o Als je niet zou afschrijven zou die
€100.000 in 1x van je winst afgaan,
terwijl je het 5 jaar lang gebruikt
o Om dat te voorkomen schrijf je per
jaar af, zodat er een bepaald
bedrag per jaar op de
winst/verliesrekening komt te staan
- Hoe doen we dat?
o Aanschafwaarde (AW): bedrag waartegen het vast actief is
aangeschaft (incl. installatiekosten e.d. → alle kosten die erbij kwamen
kijken om het actief in gebruik te nemen)
o Restwaarde (R): geschatte verkoopwaarde aan het einde van de
levensduur
o Afschrijvingstermijn (N): de verwachte levensduur in jaren
o Boekwaarde (B): waarde van een actief op een bepaald moment
- Formules:
o Afschrijving = (AW – R)/N
o Boekwaarde = AW – afschrijvingen
- Afschrijving in % = de afschrijving van de aanschafwaarde
o Dus in 5 jaar afgeschreven → afschrijving % = 20%

Test
1. De linkerkant van de balans somt de … van het bedrijf op
2. de balans van een bedrijf is een overzicht van de financiële toestand op een
bepaald …
3. zaken van waarde in eigendom van de onderneming zijn bezittingen. De
bezittingen zijn werkzaam (actief) om omzet en winst te maken. Daarvoor
wordt veelal het woord .. gebruikt
4. het grondbeginsel van de balans is dat er tegenover de bezittingen evenveel
aanspraken van de schuldeisers en eigenaar staan. De op de balans
opgesomde aanspraken zijn altijd .. aan het totaal van de bezittingen
5. een onderneming heeft €10.000 bezittingen. Dus toont de andere kant van de
balans welke … er tegenover de bezittingen rusten op de onderneming. In
totaal een bedrag van €…

Antwoorden test
1. activa
2. moment
3. activa
4. gelijk
5. aanspraken, €10.000

, Passiva op de balans
- de passiva zijde van de balans laat de verplichtingen van organisatie zien.
Dit zijn de aanspraken die alle schuldeisers gezamenlijk op de organisatie
hebben. Ook wordt wel gesproken
van de financiering van de
organisatie
- de passiva bestaan uit drie
onderdelen (ook weer in volgorde
van oplopende liquiditeit):
o eigen vermogen:
▪ aandelenkapitaal
▪ reserves
o vreemd vermogen
▪ voorzieningen
▪ schulden lang
▪ schulden kort

Eigen vermogen
- EV: (aandelen)kapitaal + opgebouwde reserves
o EV = door organisatoren aan de organisatie ter beschikking gesteld
kapitaal om de organisatie te kunnen runnen
- het is dus geen fysieke pot met geld!
- Consequentie: als een organisatie uitgaven moet doen, bijvoorbeeld voor
investeringen, heeft het geen zin om te bezien of dat mogelijk is aan de hand
van de beoordeling van de hoogte van het eigen vermogen!
- Als je wilt weten of er geld is voor uitgaven, moet je niet bij het eigen
vermogen zijn
o Het eigen vermogen kan namelijk al geïnvesteerd zijn aan dingen aan
de linkerkant van de balans → gebouwen en machines. Dan kun je het
geld dus niet aan dingen uitgeven

Vreemd vermogen (VV)
- VV: bestaat uit financiële verplichtingen die aangegaan zijn door de
organisatie met externe partijen, bijvoorbeeld een bank
- Het bestaat uit:
o Voorzieningen
o Leningen o/g
o Schulden op korte termijn (<1 jaar):
▪ Crediteuren: je hebt iets gekocht van een leverancier (wat je ook
al hebt ontvangen), maar het moet nog betaald worden
▪ Af te lossen bedragen
▪ Nog te betalen bedragen
▪ Nog te betalen btw
➔ Je hebt een schuld bij een externe partij, totdat je die betaald heb
zet je ze op de balans onder kort vreemd vermogen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharissahuitema. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  8x  sold
  • (0)
Add to cart
Added