100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcollges Recht, Sociologie en Ethiek $4.34   Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcollges Recht, Sociologie en Ethiek

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Recht, Sociologie en Ethiek. Alle hoorcolleges worden behandeld. Het gaat over de hoorcolleges van het studiejaar 2020/2021!

Preview 4 out of 42  pages

  • November 2, 2021
  • 42
  • 2020/2021
  • Class notes
  • De jong
  • All classes
avatar-seller
Recht, sociologie en ethiek
Hoorcollege week 1.2 (recht en ethiek)
- Antwoorden op de vragen in het boek kun je online op de site van Noordhoff
vinden en achter in het boek

Waarom recht bij integrale veiligheid?
- Auto-ongeluk; als je een ongeluk veroorzaakt, staan er wetten opgesteld om
orde te handhaven
- COVID-19; noodwet. COVID-19 gaat alleen maar om de veiligheid 
volksgezondheid. om deze veiligheid te waarborgen kunnen er nieuwe wetten
ingediend worden
- Festivals: de veiligheid moet worden gewaarborgd. Er moet een vergunning
komen, is er voldaan aan de veiligheidsvoorschriften
- Bedrijven: veiligheid voor werknemers. Bij bijvoorbeeld een bedrijfsongeval,
staan er ook wetten om dit op te lossen
- Sommige dingen kun je niet regelen, zonder dat er aan bepaalde wetten is
voldaan. Dit is waarom recht erg belangrijk is binnen dit vakgebied

Hoe gebruik je een wetboek?
- Privaatrecht: recht tussen burgers onderling  horizontale lijn
o Personen- en familierecht
o Vermogensrecht: alles wat overdraagbaar is tussen mensen
o Ondernemingsrecht: bv, nv, eenmanszaken
o Burgerlijk procesrecht: bij wie draag je een zaak aan
- Publiekrecht: recht tussen overheid en burgers  verticale lijn
- Grondwet staat in het publiekrecht
o Straf(proces)recht: wat is verboden en welke straf staat er op
o Staatsrecht: indeling van ons staatsbestuur. Uit wie bestaat ons
parlement en wie bestuurt alles
o Bestuurs(proces)recht: gemeenteraden, vergunningen, burgemeester
en hun bevoegdheden

,Hoorcollege week 1.3 (recht en ethiek)

Ethiek
- Wat is ethiek: het geheel van morele principes
- Wat zijn morele principes en/of oordelen?
o Gaat over menselijk gedrag
o Overstijgt het individuele (universiteitsprincipe)
 Veralgemeniseerbaar: voor iedereen geldt het zelfde
o Is normatief
 Hoe hoor jij je te gedragen?
o Gericht op het goede
 Wat jijzelf vindt dat goed is. Je kijkt naar je eigen gezichtspunt, of
is het voor een ander nastrevenswaardig
o Kan morele verontwaardiging veroorzaken
 Gaat om het gevolg van het oordeel. Niet om het oordeel zelf

Morele oordelen (1)
Intuïtief:
- Je kunt het niet uitleggen
- Je leert niet van je fouten en successen
- Het bereidt je niet voor op nieuwe situaties

Bewust:
- Heb je niet meteen
o Je begint bij een intuïtief oordeel  Hoe maakt je die bewust?
- Oordelen
- Je oordeel kennen
- Voelen dat je het oneens of eens bent

Morele oordelen
Morele oordelen zijn aan personen gebonden, maar niet persoonlijk
- Van belang dat een moreel oordeel niet objectief is (kennis/feiten die we
hebben), ook niet subjectief (wat je zelf voelt). Ze zitten er tussen in
- Oordelen zijn wel aan personen gebonden

Morele competenties
- Van intuïtie naar bewust moreel oordelen
- Ontwikkel je morele competenties en word je morele intuïtie de baas
o Bindt morele vragen aan je morele oordeel. Op welke vragen geeft mijn
intuïtie antwoord?

,Recht

Functies en bronnen van het recht
Vier functies van het recht:
1. Normatieve functie:
a. gedragsregels waarvan het grootste gedeelte van de samenleving vindt
dat deze moeten worden opgevolgd  normen en waarden
2. Geschil oplossende functie:
a. gericht op onze hele rechtsstelsel. We doen niet aan het heft in eigen
handen nemen.
b. Een probleem is vaak op te lossen met het recht
3. Additionele functie:
a. van toepassing op het burgerlijkrecht. Of bij het maken van afspraken.
De wet heeft zelf regels opgesteld die als aanvulling kunnen dienen op
een contract
4. Instrumentele functie:
a. regels waarvan de regering heeft besloten dat bepaalde dingen niet
aan burgers kunnen worden overgelaten. Opgelegde regels waaraan
iedereen zich moet houden
i. Denk aan stoplichten. Zonder stoplichten ontstaat er chaos

Rechtsbronnen:
1. De wet
2. Het verdrag
3. Jurisprudentie (rechtspraak)
4. De gewoonte

Wie zijn de nationale wetgever?
a. Regering + tweede kamer
b. Regering + eerste kamer
c. Regering + Staten Generaal

Wetgever
- Nationale wetgever:
o Regering en Staten Generaal
o Staten generaal = eerste + tweede kamer, ook wel parlement genoemd
- Decentrale wetgevers:
o Provinciale staten, Gemeenteraad (verordeningen)

Wet in formele en materiële zin
- Wet in formele zin:
o Vastgesteld door regering en Staten-Generaal, oftewel de nationale
wetgever
- Wet in materiële zin
o Iedere regeling van een wetgever afkomstig, geldend voor een
onbepaald aantal personen
o Kan door elke wetgever gemaakt worden

, Onderscheidingen binnen het recht
- Formeel recht:
o de procesrechtelijke kant van het materieel recht.
o Hoe gaan we om met het materiele/inhoudelijke recht.
o Hoe gaan we het materiële recht handhaven
- Materieel recht:
o alle inhoudelijke regels die gelden in het recht
- dwingend recht :
o geheel van rechtsregels waarvan niet mag worden afgeweken
- aanvullende :
- objectief recht:
o rechtsregels die voor iedereen in de samenleving gelden
- subjectief recht:
o recht wat geldt voor een bepaalde groep/ een bepaald individu

NB.
- wetboek van strafrecht:
o wet in formele EN in materiele zin
o inhoudende materieel recht
- Wetboek van strafvordering
o Wet in formele EN in materiele zin
o Inhoudende formeel recht
- Onderscheid wet in formele/materiele zin goed kennen
- En onderscheid tussen formeel en materieel recht

Jurisprudentie (1)
- Jurisprudentie is bron van recht, wie spreekt recht?
- De rechterlijke macht
o Rechtbank
o Gerechtshof
o Hoge raad
- Rechtsregels worden opgeschreven, daaraan kun jij je ook houden.
- Rechters moeten kijken naar gelijkwaardige situaties, hoe is er hier mee
omgegaan door de rechtbank?

NB: ‘andere gerechten’  vb: afdeling bestuursrechtspraak Raad van State

Interpretatiemethoden van jurisprudentie:
1. Grammaticaal
2. Wetshistorisch
3. Anticiperend
4. Rechtsvergelijkend
5. Systematisch
6. Teleologisch

Redeneerwijzen van jurisprudentie:
- A-contrario en redenering naar analogie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharissahuitema. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34
  • (0)
  Add to cart