Week 1 Historie, werking en bronnen van het staatsrecht
Staatsrecht: regels over de organisatie van de overheid en fundamentele normen over de
verhouding met de overheid
Functies van staatsrecht:
- Constitueren -> organen in het leven roepen
- Attribueren -> toekennen van bevoegdheden aan de organen die al geïnstalleerd zijn
- Reguleren -> een evenwichtige samenwerking tussen de organen
Vereisten voor een staat:
- Gemeenschap -> natie
- Grondgebied -> territoir
- Erkenning van andere staten -> externe soevereiniteit
- Effectief gezag -> interne soevereiniteit
Eurostaete: geen externe soevereiniteit maar wel andere 3 vereisten
Failed states: geen effectief gezag van de overheid -> Noord-Korea
Effectief gezag
Macht: feitelijk -> anderen ergens toe dwingen
Gezag: gelegitimeerde macht -> macht die wordt geaccepteerd door degenen over wie het
wordt uitgeoefend
Legitimatie
3 factoren die ervoor kunnen zorgen dat macht gezag wordt:
- Charisma
- Traditie -> iets is aanvaardbaar omdat het altijd zo is geweest
- ‘Het werkt’ -> men weet dat het onze vrijheid het beste beschermt dus accepteren ze
het gezag
Bronnen en begrippen constituties
Materiële constitutie: geheel van regels
Formele constitutie: bronnen waaruit informatie geput kan worden hoe een staat eruitziet,
dus hoe de staat er op papier uitziet. In Nederland zijn dit de volgende:
- Grondwet
- Statuut voor het Koninkrijk
- Organieke wetten: wetten waartoe de grondwet opdracht geeft
- Regels van internationale herkomst: EU en EVRM
- Algemene maatregelen van bestuur: die zijn vastgesteld door de regering
- Conventies: normen die je niet kan schenden
- Reglementen van Orde: die werken intern (in het orgaan waar het om gaat)
- Ongeschreven staatsrecht: dit is niet te vinden in de wet, maar zijn wel volwaardige
regels
,Geschiedenis Nederlandse rechtsstaat
Koning Willem I gaf ons de grondwet als gunst. Koning Willem-Alexander is koning omdat
het in de grondwet staat. Met de jaren is de koninklijke macht vervangen door procedure.
De koninklijke macht is steeds meer een papieren macht geworden. De essentie van de
rechtsstaat is dus dat macht niet persoonlijk is, personen hebben zoveel macht als de
grondwet hen geeft.
Wat is een rechtsstaat?
4 pijlers van de rechtsstaat:
1. Legaliteitsbeginsel
Elk overheidsoptreden dat ingrijpt in rechten en vrijheden van burgers, moet
berusten op een wettelijke grondslag. Iets dat niet in de wet staat, mogen zij ook niet
doen. Alle beperkingen die aan burgers worden opgelegd moeten in wetten zijn
vastgelegd -> positivering.
2. Machtsverdeling
o Trias Politica van Montesquieu, scheiding der machten:
Wetgevende macht (Kamerleden)
Uitvoerende macht (ministers)
Rechtsprekende macht (rechters)
o Checks and balances: systeem waarbij overheidsbevoegdheden over
verschillende organen worden verspreid en ieder orgaan bij de uitoefening
van zijn bevoegdheid verantwoording verschuldigd is aan een ander orgaan.
De machten controleren elkaar wederzijds. Dus er is sprake van wederzijdse
controle en verantwoordingsplicht.
o In Nederland: regering is niet alleen uitvoerend, maar hoort deels bij
wetgevende macht (heeft recht van initiatief -> wetsvoorstellen indienen). Er
is meer sprake van machtenspreiding in plaats van machtenscheiding.
o Nog een voorbeeld waarbij machten door elkaar heen lopen:
OM-afdoening -> officier van justitie (uitvoerende macht) mag bij lichte
overtredingen uitspraak doen over een zaak, zodat niet alle lichte
overtredingen bij de rechter terecht komen
3. Rechterlijke controle (onafhankelijke rechter)
Rechtsprekende macht kan onafhankelijke controle toepassen op andere organen.
Rechter mag wetten in formele zin niet toetsen aan de grondwet. Het idee hierachter
is de democratie. De tweede kamer wordt gekozen, rechters worden benoemd door
de overheid. Het moet dus aan de wetgever worden overgelaten, wanneer een
wetsvoorstel wordt gedaan, of deze in strijd is met de grondwet.
4. Grondrechten
o Klassieke grondrechten: beschermen de burger tegen de overheid, verplicht
de overheid om iets niet te doen
o Zijn deze rechten op nationaal niveau vastgelegd, dan zijn het grondwetten
Zijn deze rechten op mondiaal niveau vastgelegd, dan zijn het
mensenrechten (o.a. vastgelegd in het EVRM)
o Onvervreemdbare rechten: deze kan de overheid niet zomaar afpakken
, o Sociale grondrechten: verplicht de overheid om juist wel in te grijpen
In de rechtsstaat worden 2 grondregels nageleefd:
- Grondregel 1: geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet
- Grondregel 2: geen bevoegdheidsuitoefening zonder controle of verantwoording
Normenhiërarchie op nationaal niveau:
- Grondwet
- Formele wetten
- Algemene maatregelen van Bestuur & Ministeriële regeling (AMvB)
Delegatieterminologie: delegatie is wanneer een bevoegd orgaan zijn bevoegdheden
overdraagt aan een ander orgaan. Het overdragende orgaan stelt wel de grenzen van de
bevoegdheid. Delegatie is alleen toegestaan indien hier een wettelijke grondslag voor is die
delegatie expliciet toestaat.
De klassiek liberale rechtsstaat
Nachtwakersstaat: staat die zich zo min mogelijk bemoeit met de burgers (wordt
aangehangen door klassiek-liberalen). In de 19e eeuw was Nederland een nachtwakersstaat.
Alle grondwetten komen voort uit het idee dat de overheid niet de absolute macht heeft ->
de grondwetten beschermen de burgers tegen de overheid en worden klassieke
grondrechten genoemd. De franse term hiervoor: laissez-faire.
Sociale rechtsstaat: verzorgingsstaat
Aan het eind van de 19e eeuw gaat de overheid zich meer met het maatschappelijk leven
bemoeien. De oorzaak hiervan was vooral het zware leven van burgers, met lange dagen in
fabrieken werken. Vb: woningwet (eisen aan woningen gesteld) & kinderwetje van van
Houten (kinderarbeid).
Soevereiniteit: het hebben van de hoogste rechtsmacht
Week 2 Politiek staatsrecht
Belangrijke begrippen:
- Regering: koning en ministers (niet staatssecretarissen)
- Ministerraad: alle ministers en minister-president (niet staatssecretarissen)
- Kabinet: ministers en staatssecretarissen
- Staten-Generaal/parlement: Eerste en Tweede Kamer
- Formele wetgever: regering en Staten-Generaal
Democratie: staatsvorm waarbij het volk direct of indirect regeert
Volkssoevereiniteit: bron van het staatsgezag is de wil van het volk
De bevolking oefent op verschillende manieren beslissende invloed uit op het beleid:
- Door het kiezen van de regering
- Door het kiezen van een vertegenwoordigend orgaan (parlement)
- Door direct zelf beslissingen te nemen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quinty32. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.