100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H1, H2 en H5 ''Organisatie en Management'' - Jos Marcus en Nick van Dam $9.65   Add to cart

Summary

Samenvatting H1, H2 en H5 ''Organisatie en Management'' - Jos Marcus en Nick van Dam

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van H1, H2 en H5 van het handboek ''organisatie en management'' - Jos Marcus en Nick van Dam.

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2 en 5
  • November 2, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
HOOFDSTUK 1. OMGEVINGSINVLOEDEN (BLZ 65 T/M 95)

1.1 ORGANISATIES

Organisatie: elke vorm van menselijke samenwerking met een gemeenschappelijk doel.
Partijen (belanghebbenden) hebben te maken met: leveranciers, medewerkers, klanten, concurrenten,
gemeente, belastingdienst. Zij oefenen invloed uit op organisaties doordat ze producten/ diensten, afnemen
en/of leveren. Ook stellen zij randvoorwaarden op. (Randvoorwaarden: gunstig geprijsd,
goede kwaliteit, snel leverbaar, milieuvriendelijk verpakt). Organisaties kunnen zelf ook
invloed uitoefenen op de partijen, d.m.v: reclames, verstrekken van informatie, aanbieden
producten, rechtstreeks contact met de partijen.
Omgevingsinvloeden: DESTEP → omgevingsfactoren.
Voor de organisaties geldt dat ze rekening moeten houden met geconfronteerde omgeving.
Bijvoorbeeld grote veranderingen in het aanbod van producten/ diensten, levering,
productieprocessen, relatie met werknemers.
Afstemming: het richten van de organisatie op de omgeving.

1.2 PARTIJEN

Organisaties hebben te maken met partijen / omgevingsfactoren. Partijen wederzijdse (directe) invloed.
Omgevingsfactoren enerzijds (indirecte) invloed.
Afnemers: belangrijke partij aangezien zij vraag uitoefenen naar producten/ diensten. De behoeftes van deze
partij: verandering waarmee organisaties rekening mee moeten houden bij samenstelling productassortiment +
aanbod producten. Onvoldoende inspelen op de afnemersbehoeften leidt tot klantenverlies.
Leveranciers: stellen eisen aan de organisaties m.b.t. de kwaliteit, prijsniveau en levertijd. Keuze van
leveranciers is aan verandering onderhevig: van lokale tot internationale leveranciers. Organisaties willen
steeds minder voorraad aanhouden en van de leverancier ‘just-in-time’ leveringen eisen.
Concurrentie: bepalen de speelruimte die organisaties hebben op het gebied van onder meer productaanbod,
prijsniveau, keuze van distributiekanalen en kwaliteitsniveau. Traceer je concurrenten en analyseer hun
marktpositie.
Vermogensverschaffers: goede relatie onderhouden met organisaties. Voorbeelden van
vermogensverschaffers: aandeelhouders, financiële instellingen, investeringsmaatschappijen, overheid.
Ontevreden vermogensverschaffers kunnen de geldkraan dichtdraaien. Verschaffers zijn in een
toezichthoudend instituut vertegenwoordigd (Raad van Commissarissen).
Werknemers: belangrijkste kapitaal van organisatie (kritische succesfactor= factor die bepaald of je succesvol
bent in de markt waarin je opereert). Medewerkers zullen hun medezeggenschap gebruiken om invloed uit te
oefenen op de keuze waarin de organisatie zich zal bewegen, de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de
organisatie en het sociale beleid. Ze spelen een grote rol bij organisatie- en productinnovaties en
kwaliteitsverbeteringen.
Belangenorganisaties: organisaties die de belangen van een bepaalde groep mensen behartigd.
Voorbeelden: werknemers (FNV-Bondgenoten), werkgevers (VNO-NCW), consumentenorganisaties (ANWB)
milieuactivisten (Greenpeace), organisaties die zich bezighouden met Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (MVO Nederland, Vluchtelingenwerk Nederland, Diabetesvereniging)
Overheidsinstellingen: beïnvloeden organisaties doordat ze moeten toezien op de naleving van regels die door
de overheid zijn vastgesteld. Voorbeelden: EU, provincies, lokale overheden.
Media: richt zich op alles wat zich in de samenleving afspeelt. Voorbeelden: ontwikkelingen in de economie,
politiek en het bedrijfsleven. Internationale communicatiesatellieten zorgen dat we geïnformeerd worden over
zaken die zich aan de andere kant van de wereld afspelen. Belangrijk: de bron van de media (geen fake nieuws).
Media heeft grote invloed op publieke opinie: veel organisaties zetten PublicRelations afdelingen op, die de
media kunnen informeren over hun activiteiten.



1

, Machtspositie: is een belangrijk factor voor organisaties op een bepaald moment. Machtposities kunnen
betrekking hebben op de partijen. Een organisatie kan niet om de omgevingspartijen heen en zal dus moeten
zorgdragen voor een zo goed mogelijke relatie.

1.3 OMGEVINGSFACTOREN (DESTEP)

Omgevingsfactoren: beïnvloeden de organisatie indirect.

Demografische factoren (bevolking): Economische factoren (fysieke omgeving):
• de leeftijdsopbouw • conjunctuur van het land, groeiperspectieven (BNP)
• bevolkingsopbouw • koopkracht (gemiddelde salaris)
• geografisch kenmerken • machtsverhoudingen
• groei en omvang van de bevolking • marktkenmerken
• de grootte van huishoudens • financiële gegevens
• de mate van urbanisatie (de ontwikkeling dat steeds meer mensen • import/export
zich in een stad gaan vestigen)
• werkloosheid
• globalisering: toenemend proces van economische,
Sociaal – maatschappelijke factoren (cultuur en culturele en politieke integratie op mondiaal niveau.
leefgewoonten):
• levensstijl, bijvoorbeeld; sporten en gezond eten
Technologische factoren (ontwikkeling):
• vrijetijdsbesteding
• trends van het land
• communicatie
• informatievoorziening (internet mogelijkheden)
• normen en waarden
• nieuwe producten of innovatie in dat land
• sociale trends
• veranderingen van leefstijl door technologie
• opleidingsniveau
• de mate van adoptie van de technologieën
• aantal tweeverdieners

Ecologische – Milieufactoren (kenmerken economie):
Politieke factoren (overheidsbeslissingen):
• de klimaatomstandigheden
• wetgeving
• natuurbronnen
• mate van interventie in de economie
• energie, afval
• invloed van overheid op het bedrijfsleven
• het weer de afgelopen tijd
• politieke invloeden
• milieutechnologieën in dat land
• licenties
• zorg voor het landschap (onderhoud van het land)
• subsidieregelingen


- Positief verband arbeidsinkomen en leeftijd (Demografisch)
- Groei nationaal inkomen → positief effect koopkracht (Economisch)
- WTO: Wereldhandelsorganisatie → ontwikkelingslanden
1) voortzetting van de handelsliberalisatie op gebied van industriële producten, diensten en
landbouwproducten
2) verdere integratie van ontwikkelingslanden én minst ontwikkelde landen in de wereldhandel
3) uitwerking relatie tussen handel en belangrijke thema’s: zoals milieu, voedselveiligheid en fundamentele
arbeidsnormen



2

,HOOFDSTUK 5. MVO, CORPORATIE GOVERNANCE EN ETISH HANDELEN (BLZ 230 T/M 266)

5.1 INLEIDING MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN (MVO)

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen word ook verstaan onder: duurzaam ondernemen,
maatschappelijk ondernemen en duurzame ontwikkeling.

De rol en verantwoordelijkheid van ondernemen in onze samenleving: samenleving verwacht meer dat
ondernemingen op een transparante wijze verantwoording afleggen over hun bedrijfsvoering en de
consequenties/ effecten daarvan.

5.1.1. TWEE ZIENSWIJZEN MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

Klassieke zienswijze: winst maken is de enige verantwoordelijkheid van het management. De belangrijkste
stakeholder is de aandeelhouder. (= Angelsaksisch denken) Milton Friedman, 1976.

Sociaaleconomische zienswijze: de organisaties zijn niet alleen verantwoordelijkheid voor het maken van
winst, maar ook voor positieve bijdrage aan de samenleving (=Rijnlands denken).



Fase 2: Fase 4:
Fase 1: Eigenaren Fase 3:
Werknemers van Samenleving als
en management Belanghebbenden
het bedrijf geheel



5.1.2. SOCIALE ONDERNEMINGEN

Social Enterprise: opkomst en groei van sociale onderneming.
4 eigenschappen:
1) Primair een maatschappelijke missie
2) Zelfstandige onderneming die een dienst/ product levert
3) Financieel zelfvoorzienend
4) Sociaal in de wijze waarop de organisatie wordt gemanaged.
Voorbeelden:
• ASN Bank
• Restaurant met mensen met syndroom van down
• Inshared Verzekeringen (We All Benefit)
Een sociale onderneming ligt tussen een commerciële en een goede-
doelenorganisatie in. Doel: maatschappelijk probleem op te lossen en daardoor
maatschappelijke meerwaarde creëren.

Het zorgt bewust voor een bepaalde verandering in de maatschappij. In het model (=Theory of Change)
beschrijft de onderneming hoe zij denkt tot een bepaalde verandering te komen.




3

, 5.1.3. DUURZAME ONTWIKKELING

Brundtland-rapport (1987) is geschreven door World Commission on Environment (WCED).
SDG: Sustainable Development Goals.
Duurzame ontwikkeling: ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden, zonder de
mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in gedrang te brengen.

Het begrip duurzaamheid heeft te maken met de schaarste van de natuurlijke hulpbronnen. Er is sprake van
duurzame ontwikkeling wanneer er evenwicht is tussen ecologische, economische en sociale belangen.

Biodiversiteit staat voor de verscheidenheid aan levensvormen in een bepaald ecosysteem (voorbeeld: bos).
De biodiversiteit wordt gebruikt om de gezondheid van een ecosysteem aan te geven. Hoe hoger, hoe
gezonder. Drie ontwikkelingen waar specifiek aandacht aan besteden wordt:

1) Duurzame Ontwikkeldoelen van de Verenigde Naties (2015-2030)
2) Het Klimaatverdrag van Parijs (2015)
3) Duurzame ontwikkeling op het gebied van consumeren

1) Duurzame Ontwikkeldoelen van de Verenigde Naties (2015-2030)




2) De punten van het klimaatakkoord in Parijs zijn de volgende:
1) De gemiddelde temperatuur op aarde mag niet meer zijn dan 2°C.
2) Uitstoot van broeikasgassen en schadelijke stoffen te verminderen in combinatie met de beschikbare
techniek op dat moment. Er wordt rekening gehouden met verschillen tussen landen.
3) Er is extra inzet nodig om negatieve gevolgen van klimaatverandering aan te pakken en de hoeveelheid
broeikasgassen terug te brengen zonder dat dit de voedselproductie in gevaar brengt.
4) Alle partijen moeten financieel bijdragen aan het verlagen van de hoeveelheid broeikasgassen en
onderzoek doen naar klimaatbestendige ontwikkelingen.
5) Voor de klimaatconferentie 2025 moeten partijen een doel stellen en elk jaar minstens €91 miljard ter
beschikking stellen aan armere landen die economisch moeite hebben met de klimaatdoelstellingen te
halen.
6) Het verdrag is bindend en de landen verplichten het na te leven.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimberleygerritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.65
  • (0)
  Add to cart