100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Voeding en Gezondheid 2 $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting Voeding en Gezondheid 2

 230 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 28 pagina's voor het vak HNE 10806 aan de WUR

Preview 3 out of 28  pages

  • February 26, 2015
  • 28
  • 2009/2010
  • Summary
avatar-seller
Spijsverteringsstelsel
Vertering
Vertering is het proces waarbij het lichaam voeding afbreekt tot nutriënten en ze
klaar maakt voor absorptie.

Mond
 Door kauwen wordt voedsel klein gemaakt
 Mengen met speeksel
o Vloeibaar maken van voedsel
o Mengen met α-amylase: vertering van zetmeel
o Beschermen van slijmvlies van de mond
o Mengen met lingual lipase: vertering van vet (baby’s)

Daarna gaat voedsel door de esophagus (slokdarm) naar de maag. Het passeert
twee sluitspieren: de bovenste slokdarm sluitspier en de onderste slokdarm
sluitspier.

Maag
Door het ruiken, zien en denken aan voedsel wordt de nervus vagus geactiveerd:
g-cellen en parietaal cellen (acetylcholine is de receptor)
 Door het strekken van de mechanoreceptoren worden HCL (uit parietaal
cellen) en pepsinogeen geproduceerd: gastrine is de reptor
o Eiwitdenaturatie door HCL
o Pepsinogeen produceert pepsine: hydrolyse van eiwitten in kleinere
fragmenten
 Koolhydraat vertering stopt: α-amylase wordt geïnactiveerd en wordt eiwit
dat verteert moet worden
 Een fractie van het opgenomen vet wordt gehydrolyseerd.

Daarna passeert het geheel de pyloris naar de dunne darm. Wanneer dit gebeurt
wordt bepaald door het volume van het voedsel, de samenstelling van de
voeding en de mate van vloeibaar worden van de voeding.

Dunne darm
 Voedsel passeert achtereenvolgens het duodenum, het jejunum en het
ileum
 Alvleessappen komen vanuit de pancreas in het duodenum
o Bicarbonaat neutraliseert de zure maagsappen
o Enzymen verteren koolhydraten, vetten en eiwitten
 Gal vanuit de galblaas komen in het duodenum zodra er vetten zijn:
emulsifeert het vet zodat enzymen ze af kunnen breken
 Darmsappen verteren koolhydraten, eiwitten en vetten

,Protease
 Pancreas protease uitgescheiden in duodenum
o Endopeptidases
o Carboxypeptidases
o Eindproducten: aminozuren en peptideketens met lengt van 2-8
aminozuren
 Enteropeptidases: trypsinogeen activeert trypsine: activering van
zymogenen
 Eindproducten: aminozuren en di- en tripeptides

Amylase
 Pancreas α-amylase werkt het best bij neutrale pH
 Endoglucosidase met absolute specificiteit voor α-1,4 glucose verbindingen
 Glucoamylase op de brush border van enterocyten zorgt voor de afbraak
van andere verbindingen en het vrijkomen van glucose

Lipase
 Gal zorgt voor de vorming van micellen
 Pancreas triacylglycerollipase (PL) wordt geremd door galzouten
 Pancreas colipase activeert PL
 Afbraak triglyceriden tot vrije vetzuren, glycerol en monoacylglycerol

Absorptie
Absorptie vindt daarna plaats. Hiervoor moeten 4 barrieres gepasseerd worden:
de slijmlaag, het opicale membraan van de enterocyt (darmcel), de enterocyt, en
de basale membraan van de enterocyt. Alles wat dan nog niet is verteerd
passeert de ileoceale sluitspier naar de dikke darm. Hier worden sommige stoffen
alsnog geabsorbeerd maar het grootste deel passeert de laatste sluitspier: de
anus.


Overige notities
 Mucus is de vloeistof die zorgt dat darm- en maagcellen niet worden
aangetast door verteringssappen
 De maag heeft behalve kring- en lengte spieren ook diagonale spieren
 Peristaltiek is de golfachtige spiersamentrekking van het verteringsstelsel
die zorgt dat de inhoud verder gaat. Hangt af van de vulling en de locatie
in het spijsverteringskanaal
 Segmentatie wordt veroorzaakt door de kringspieren en zorgt dat de
inhoud goed wordt gemixt met de enzymen
 De lever maakt gal en slaat het op in de galblaas
 De doorsnede van het spijsverteringskanaal bestaat uit de mucosa, de
submucosa, de muscularis externa en de serosa of adventitia
 Frequent voorkomende aandoeningen zijn verslikken, braken, diarree,
constipatie, boeren, hikken, winden, maagzweer en ‘heartburn’.

, Vetten en vetzuren
De lipiden familie
De lipiden familie bestaat uit:
 Triglyceriden (vetten en oliën): zorgen voor energie en warmte. Ook
beschermt het de botten en organen.
 Fosfolipiden: zijn de belangrijkste bestanddelen van het celmembraan en
zijn emulsifiers in het lichaam
 Sterolen: doen veel in het lichaam. Uit cholesterol kunnen galzouten,
steroidhormonen en vitamine D gemaakt worden. Cholesterol is ook
belangrijk in de cellen

Triglyceriden
Triglyceriden bestaan uit 1 glycerol component en 3 vetzuren. Door een
condensatiereactie komen ze bij elkaar. De 3 vetzuren zijn veelal verschillend van
elkaar. De verschillen kunnen zitten in de lengte van de ketens, de mate van
verzadiging en de plaats van de dubbele binding. De lengte van de ketens: altijd
even nummers, tot een lengte van 24 C-ketens. Het meest voorkomende in
voeding is een keten van 18 C-atomen.

Mate van verzadiging
 Verzadigd: geen dubbele bindingen en vast bij kamertemperatuur m.u.v.
tropische oliën.
 Mono-onverzadigd: 1 dubbele binding.
 Poly-onverzadigd: 2 of meer dubbele bindingen en vloeibaar bij
kamertemperatuur. Bij poly-onverzadigde vetzuren wordt onderscheid
gemaakt tussen de plaats van de eerste dubbele binding. Deze wordt
aangeduid met een omega-nummer. Een omega-3-vetzuur is een vetzuur
met de eerste dubbele binding na het 3 e C-atoom. Linoleenzuur is een
voorbeeld. Een omega-6-vetzuur is een vetzuur met de eerste dubbele
binding na het 6e C-atoom. Linolzuur is een voobeeld.

Phospholipiden
Phospholipiden bestaan ook uit 1 glycerol component, uit 2 vetzuren en op de
plaats van het 3e vetzuur een fosfaatgroep en een variabele groep. De variabele
groep bevat vaak een N-atoom. Door de vetzuren zijn phospolipiden oplosbaar in
vet. Door de fosfaatgroep worden ze ook oplosbaar in water. Daardoor zijn het
goede emulsifiers.

Sterolen
Sterolen zijn componenten met een meerdere ringstructuur. Sterolen zitten in
plantaardig en dierlijk voedsel, maar cholesterol zit vooral in dierlijk voedsel (ijs,
vis, kipfilet). Planten sterolen concurreren met cholesterol om opname in het
lichaam.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LindaKooistra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added