Complete samenvatting van het vak Forensische psychopathologie voor de minor Werken in gedwongen kader van de HU. Geschreven volgens de toetsmatrijs. De hoofdstukken staan per week en dus per onderwerp (zie inhoudsopgave eerste pagina). In het tentamen (in jaar 21-22) gaat iedere vraag over 1 week ...
Samenvatting Forensische
psychopathologie
Week 1: Inleiding forensische psychiatrie en psychopathologie..............................................2
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk-H1: Psychiatrische stoornis en diagnostiek. . .2
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk-H21: Rechtsposities in de gedwongen zorg:
een overzicht....................................................................................................................... 5
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk- H22: Zorg in strafrechtelijk kader..................7
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk- H24: Forensische behandelsettingen voor
volwassenen...................................................................................................................... 10
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk- H26: Forensische zorg en interventies.......13
Werken in gedwongen kader-H18 Cliënten met een psychiatrische stoornis.....................17
Week 2: Psychiatrisch onderzoek en (on)toerekeningsvatbaarheid......................................22
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk – H18: Het gedragsdeskundige onderzoek pro
Justitia............................................................................................................................... 22
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk -H19: Toerekingsvatbaarheid en toerekenen
.......................................................................................................................................... 27
Leerboek forensische psychiatrie- H14: toerekingsvatbaarheid.........................................32
Werken in gedwongen kader- H3: Het kader van het werkveld.........................................34
Werken in Gedwongen Kader- H4: Juridische kaders en extramurale sanctiemodaliteiten
.......................................................................................................................................... 35
Week 3: Stoornissen ontstaan in jeugd: Neurobiologische ontwikkelingsstoornisse.............40
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk- H14: Austismespectrumstoornis.................40
Forensische psychopathologie en rechtspraktijk- H15: ADHD/ADD..................................41
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk – H16 Verstandelijke beperking...................44
Leerboek forensische psychiatrie- H15: Relevante psychische stoornissen in de
strafrechtspleging (autisme)...............................................................................................47
Werken in het gedwongen kader – H12 Lichte verstandelijke beperking...........................48
Week 4: Verslavingsproblematiek.........................................................................................53
Forensische psychiatrie in de Rechtspraktijk- H9: Verslavingsstoornissen........................53
Leerboek Forensische psychiatrie – H18 Verslaving en criminaliteit..................................62
Werken in Gedwongen Kader- H6: Theorieën over afbouw en stoppen met delinquent
gedrag............................................................................................................................... 66
Week 5: Psychotische stoornissen........................................................................................71
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk- H4: pyschotische stoornissen.....................71
Week 6: Seksuele stoornissenen zedendelinquenten...........................................................76
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk – H10 Parafiele stoornissen.........................76
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk- H28: Behandeling van zedendelinquenten. 81
Leerboek forensische psychopathologie-H 8: Pedofilie, pedoseksualiteit en andere
parafilieën.......................................................................................................................... 86
Werken in gedwongen kader- H11: Zedendelinquenten....................................................95
,Week 7: Persoonlijkheidsstoornissen....................................................................................99
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk- H13: Persoonlijkheidsstoornissen...............99
Week 1: Inleiding forensische psychiatrie en psychopathologie
Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk-H1:
Psychiatrische stoornis en diagnostiek
1.2 Psychiatrische ziekte
Psychiatrische ziekten worden gekenmerkt door psychiatrische klachten en verschijnselen.
Er zijn ook psychiatrische ziekten met lichamelijke klachten of verschijnselen. Alle klachten
hebben zowel lichamelijke als psychische aspecten.
1.2.2 Ziek versus gezond
Voor psychiatrische ziekten geldt dat er sprake is van lijdensdruk en/of sociaal
disfunctioneren. Nu horen psychische klachten bij het leven, de vraag is wanneer ze ernstig
genoeg zijn om te spreken van een psychiatrische ziekte. Dit wordt bepaald door het
waarde-aspect, de sociale en culturele normen. Zo wordt de definitie van een psychiatrische
ziekte als volgt: een ziekte met psychische klachten en/of verschijnselen die gepaard gaat
met significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal functioneren.
1.2.3 Ziekte versus stoornis
De hersenen zijn het orgaan dat erop is gericht dat het individu zich adapteert aan de eisen
die de omgeving aan hem stelt. Hiertoe nemen de hersenen informatie van buiten en binnen
het lichaam op (waarneming), wordt deze informatie getoetst aan eerdere ervaringen
(geheugen), direct gewaardeerd (emoties) of beoordeeld. De uitkomst van deze processen
vertaalt zich in automatische spierbewegingen (reflexen, motoriek) of gericht handelen
(gedrag).
In de Europese filosofische traditie worden de psychische functies in drie hoofdgroepen
ingedeeld, ook wel de trias psychica genoemd:
1. Denken (cognitief)
2. Voelen (affectief)
3. Willen (conatief)
Op grond van deze driedeling is de uiteindelijke definitie van een psychiatrische stoornis: een
stoornis in de cognitieve, affectieve en conatieve functies, die gepaard gaat met significante
lijdensdruk of beperkingen in het sociaal functioneren.
,1.3 Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek
1.3.1 Doelen
Doelen van de psychiatrische diagnostiek:
- Het vaststellen of er sprake is van een stoornis
- Welke stoornis
- Mogelijke oorzaken van deze stoornis
- Aangewezen behandeling
Mogelijke oorzaken van het ontstaan van een psychiatrische stoornis:
- Ernstige recente gebeurtenis
- Erfelijke factoren
- Gebeurtenissen gedurende het hele leven
- Lichamelijke factoren (middelen, medicatie, etc.)
1.3.2 Onderdelen
In grote lijnen bestaat de psychiatrische diagnostiek uit 2 delen: de anamnese (vragen naar
de klachten en mogelijke oorzaken) en het onderzoek (vaststellen symptomen).
Onderdelen en doelstellingen psychiatrisch onderzoek
Onderdeel Doel – onderzoek naar
Anamnese en exploratie Subjectieve symptomen
Middelenanamnese Oorzaken die verband houden met geneesmiddelen,
alcohol of drugs
Psychiatrische Eerdere episoden van een psychiatrische stoornis; keuze
voorgeschiedenis van behandeling
Psychiatrische Aangeboren psychische kwetsbaarheden
familieanamnese
Lichamelijke anamnese/ Lichamelijke oorzaken
eventueel onderzoek
Sociale anamnese Psychosociale oorzaken
Biografische anamnese Verworven psychische kwetsbaarheden
Heteroanamnese Alle voorafgaande aspecten
Observatie Objectieve symptomen
Testen Objectief meten van psychische functiestoornissen
In de psychiatrie wordt gebruik gemaakt van gestructureerde interviews en vragenlijsten om
de symptomen van psychiatrische stoornissen vast te leggen. Zogenoemde
ernstinstrumenten. Deze kunnen ook het beloop/effect van de behandeling vastleggen. Men
spreekt hierin van ROM: routine outcome monitoring.
Aanvullend onderzoek kan lichamelijke oorzaken van psychiatrische stoornissen opsporen.
Daarnaast kan het helpen in de keuze van een behandeling.
1.4 Diagnose
Een psychiatrische diagnose heeft als doel het verklaren en begrijpen van de toestand van
de betrokkene om een doeltreffende behandeling te kunnen kiezen.
Er zijn twee typen diagnoses:
- De syndroomdiagnose/descriptieve diagnose: alleen beschrijvend en geeft geen
inzage in de mogelijke oorzaken van de stoornis.
- De structuurdiagnose/diagnostische formulering: beschrijft behalve symptomen ook
de oorzaken van ontstaan van de stoornis.
In het geval van een structuurdiagnose spreekt men ook wel van het biopsychosociale
model. Hierbij wordt aandacht geschonken aan:
- Factoren die iemand kwetsbaar maken (predisponerende factoren)
, - Factoren die de stoornis uitlokken (precipiterende factoren)
- Factoren die de stoornis onderhouden of versterken (onderhoudende factoren)
1.5 Classificatie
De huidige classificatiesystemen berusten grotendeels op syndroomdiagnoses. Men spreekt
dan van een descriptieve classificatie.
Een categoriale classificatie gaat uit van een kwalitatief onderscheid tussen gezondheid en
ziekte. Elke categorie heeft kenmerkende symptomen.
Bij een dimensionale classificatie beschouwt men ziekte als een uitsluitend kwantitatief
afwijkende variant van gezondheid.
In de psychiatrie hanteert men op dit moment categoriale classificatiesystemen. Het gevaar
van dit systeem is dat er ten onrechte een te groot waarheidsgehalte wordt toegekend aan
de betreffende indeling in ziektebeelden. Dit noemt men wel de reificatie: het tot ‘dingen’
terugbrengen van psychiatrische stoornissen. Daarnaast is het een gevolg van dit systeem
dat iemand meer dan één diagnose krijgt.
In 1952 publiceerde de American Psychiatric Association de Diagnostic and Statistical
Manual of Mental Disorders (DSM). Een dergelijk classificatiesysteem is het International
Statistical Classification of Diseases, Injuries and Causes of Death (ICD).
1.6 Methodisch dualisme
Filosofen, genaamd dualisten, menen dat er 2 werkelijkheden zijn. Die van de geest en die
van het stoffelijke. Hoe die samenhangen is echter een vraagstuk dat nog steeds speelt in de
psychiatrie. Dit begint met de vraag naar de oorzaken van psychiatrische stoornissen. Is het
aanleg (nature) of opvoeding (nurture)? Het antwoord: de aanleg bepaalt in wat voor
omgeving je terecht komt, en dat bepaalt weer welke invloed de genen uitoefenen
(genomgevingsinteractie). De psychiatrie gaat uit van de natuurwetenschappelijke en
geesteswetenschappelijke methodes (materiewetenschap en betekeniswetenschap). Er
wordt verklaard waarom en begrepen waardoor. Dit is methodisch dualisme.
1.7 De rol van context en intacte psychische functies
Naast een eventueel aanwezige stoornis kunnen ook contextuele factoren medebepalend
zijn bij het gedrag van een betrokkene.
Niet alleen de context is van invloed op hoe een stoornis zich manifesteert, ook de
eigenschappen van de betrokkene zelf hebben hier invloed op.
Binnen de psychiatrie wordt gedrag geanalyseerd vanuit een multifactorieel perspectief.
1.8 Betrouwbaarheid van een diagnose
Professionals kunnen verschillende diagnoses geven bij dezelfde betrokkene en context.
Redenen hiervoor zijn:
- De professionals baseren hun bevindingen niet op dezelfde informatie en observatie
- De band tussen betrokkene en professional
- Sekseverschillen
- Hanteren van een andere wijze van interviewen en interpreteren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannesomer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.10. You're not tied to anything after your purchase.