Korte, bondige samenvatting in een tabel vorm waarin alle hoofdlijnen en termen van de tentamenstof aan bod komen. Van zowel het boek als Youlearn. Daarnaast is op het einde een tabel te vinden met alle meetinstrumenten.
Voor de cursus ouderenpsychologie aan de Open Universiteit.
Thema 1
Healty ageing-model (van WHO) Gezond ouder worden is van belang voor iedereen om het functioneren zo
veel mogelijk te bevorderen en te behouden
CALTAP-model (Contextual In hoeverre en op welke wijze hebben ouderen aanpassing nodig van de
Lifespan Therapy for Adapting communicatie, het diagnostische en behandelproces. Stimuleert om aandacht
Psychotherapy) te besteden aan positieve en negatieve fysieke, psychische en sociale
veranderingen. En bedacht te zijn op specifieke gebeurtenissen. Nadruk op
sociale context, ook die van de hulpverlener en brede sociaalhistorische
context.
7 dimensies van de APQ (Aging Chronische tijdlijn: bewustzijn van eigen veroudering verloopt chronisch en is
Perceptions Questionnaire) altijd aanwezig.
Cyclische tijdlijn: bewustzijn van eigen veroudering verloopt cyclisch, dus in
golfbewegingen.
Positieve/negatieve consequenties: positieve/negatieve gevolgen die iemand
op verschillende levensdomeinen koppelt aan het ouder worden.
Emotionele representaties: geeft weer welke emotionele reactie veroudering
bij iemand oproept.
Positieve controle: geeft weer in hoeverre iemand het gevoel heeft zelf
controle te kunnen uitoefenen op positieve ervaringen.
Negatieve controle: geeft weer in hoeverre iemand het gevoel heeft geen
controle te kunnen uitoefenen op negatieve ervaringen.
Levensloopperspectief Ouderdom worden niet gezien als aparte levensfase en ouderen niet als
aparte groep.
Vier perspectieven uit de - Perspectief van levensloop
levenslooppsychologie die - Perspectief van het welbevinden
aansluiten op bredere, - Perspectief van de betekenis van het ouder worden
persoonsgerichte visie - Perspectief van de levensverhalen
Disengagement theorie Goed ouder worden is zich langzaam terug trekken uit de samenleving en het
leven, dit is een natuurlijke reactie op de verminderde vitaliteit en het
naderende levenseinde.
Activitytheorie Goed ouder worden is een proces waarbij mensen willen blijven deelnemen
aan het leven en de samenleving.
Model van Rowe en Kahn Succesvol ouder worden gaat gepaard met een kleine kans op ziekte, goed
fysiek en cognitief functioneren en actieve betrokkenheid bij het leven.
Ontwikkelingsregulatie Omgaan met ouder worden heeft twee kanten: Plasticiteit en
aanpassingsvermogen en Autonomie en sturing
Soc-model (Baltes & Baltes) - Selectie: proces dat het hele leven plaatsvindt
- Optimalisatie: gedrag met als doel om hogere niveaus van
functioneren te bewerkstelligen
- Compensatie: proces waarbij mensen verlies of achteruitgang in een
bepaald domein opvangen om bestaand niveau van functioneren te
handhaven.
In het SOC betekent selectie dat mensen prioriteit geven aan
functiedomeinen (zoals bepaalde werktaken) die het meest passen bij eigen
vaardigheden, mogelijkheden en doelen. Optimalisatie houdt in dat mensen
gedrag vertonen om de eigen bronnen te vergroten en dus de gekozen
levensloop te maximaliseren. Compensatie betekent dat mensen strategieën
en technologie gebruiken om te compenseren voor het verlies van
mogelijkheden gedurende de levensloop. Het SOC-model gaat over omgaan
met verlies van mogelijkheden.
1
,Socio-emotionele- Levensloopontwikkeling kent twee motieven. Welke op de voorgrond staat
selectiviteistheorie SEST heeft te maken met de hoeveelheid levenstijd die mensen voor zich zien.
(Carstensen) - Eerste motief: dingen leren kennen
- Tweede motief: emoties reguleren
Het onderhoud van persoonlijke relaties dient twee doelen (instrumentele- en
emotionele doelen). Naarmate men ouder wordt, neemt het belang van
emotionele doelen toe boven het belang van instrumentele doelen en kiest
men ervoor die relaties te behouden waarbij het verkrijgen van emotionele
steun en geborgenheid centraal staat. Raadzaam om gedurende de
levensloop te investeren in diepgaande relaties. Jonge mensen richten zich op
doelen gerelateerd aan prestaties en het verkrijgen van kennis. Naarmate zij
ouder worden, worden zij zich meer bewust van hun ‘resterende tijd’, wat
maakt dat ze steeds meer kiezen voor socio-emotionele (oftewel emotioneel
vervullende) doelen. Centraal staat dat oudere werknemers in vergelijking
met jongere werknemers andere, betekenisvolle doelen nastreven. SEST gaat
over voel oriëntatie. Groeimotieven zijn sterker bij personen met een meer
open toekomstperspectief. De wens om te leren zal afnemen als de openheid
van toekomstperspectief van een persoon minder is, dit is ook zo bij
meesterschap.
Hedonistische visie Een goed leven is een leven met veel genot en weinig pijn.
Eudemonische visie De ontwikkeling van karakter en deugden staan centraal, ofwel zelfrealisatie
en maatschappelijke integratie
Emotioneel welbevinden Omvat de balans tussen positieve en negatieve gevoelens en emotioneel
Hedonistisch gekleurde beoordelingen van het eigen leven en domeinen ervan. Vult de
betekenis van welbevinden niet verder in zodat mensen zelf normen kunnen
bepalen.
Psychologisch welbevinden Zes dimensies die gezamenlijk het streven om het eigen potentieel te
Eudemonische realiseren beschrijven: doelgerichtheid, persoonlijke groei, autonomie,
omgevingsbeheersing, zelfacceptatie, positieve sociale relaties.
Sociaal welbevinden Vijf dimensies die van belang rijk om te beoordelen om iemand goed in de
Eudemonische maatschappij functioneert: sociale- groei, acceptatie, coherentie, groei,
bijdrage, integratie.
Dual continua model Afwezigheid van psychische symptomen en stoornissen is niet hetzelfde als de
aanwezigheid van het welbevinden.
- Positieve as (verticaal) geeft mate van welbevinden weer, loopt van
minimale (languishing) tot maximale (flourishing) geestelijke
gezondheid.
- Negatieve as (horizontaal) geeft mate van ervaren psychopathologie
weer en loopt van ernstige tot geen psychische klachten.
Ontwikkelingseffect De ontwikkeling die ouderen doormaken naarmate ze ouder worden.
Cohorteffect Ervaringen die mensen eerder in hun leven opdoen en meenemen gedurende
hun levensloop.
Periode-effect Effecten van maatschappelijke ontwikkelingen
Theorie van structural lag De samenleving loopt achter bij de snelle vergrijzing, waardoor er weinig
zinvolle rollen zijn voor ouderen. Dit zou het sociale welbevinden op latere
leeftijd kunnen beïnvloeden.
Stereotype embodiment Stereotypen werken als selffulfilling prophecy. Effecten op cognitief
functioneren zijn vooral toe te schrijven aan negatieve stereotypering, terwijl
positieve stereotypering weinig effect laat zien in vergelijking met neutrale
stimuli.
Narratieve gerontologie Bestudeert hoe ouder wordende mensen betekenis geven aan hun leven door
2
, er verhalen over te vertellen. Het levensverhaal wordt gezien als een manier
om betekenis te verlenen aan het ouder worden in het perspectief van de
eigen biografie.
Agency of individualiteit De rol in het sturen van het eigen leven die de verteller van een verhaal
zichzelf toebedeelt.
- nadruk op individuele eigenschappen van een persoon
- zelfreflectie en zelfwaardering
- prestaties, doelen en eigen projecten
- de ervaring van interne beheersing en welbevinden
- onafhankelijkheid tegenover andere personen.
Communion of verbondenheid De betekenisverlening aan de eigen persoon in relatie tot anderen.
- ondernemen van gemeenschappelijke activiteiten
- de kwaliteit van relaties
- het gedrag van de eigen persoon en anderen
- de verbinding tussen de persoon en de samenleving.
Narrative foreclosure Het voortijdig afronden van het levensverhaal, het levensverhaal lijkt niet aan
te passen te zijn, of men kan de levensgebeurtenissen geen nieuwe betekenis
geven. Ouderen ervaren meer narrative foreclosure naar toekomst en minder
naar verleden.
Narrative zorg Op professionele wijze omgaan met het levensverhaal
Normatief leeftijdsgebonden Biologische en sociale omgevingsinvloeden die ongeveer tegelijkertijd
voorkomen bij individuen in eenzelfde leeftijdsgroep.
Normatieve historische Biologische en sociale omgevingsinvloeden die verbonden zijn aan de
invloeden specifieke maatschappelijke situatie in de historische tijd, passend bij een
bepaalde generatie of een bepaald cohort.
Niet-normatieve invloeden Biologische en sociale omgevingsinvloeden die niet aan een bepaalde leeftijd
of historisch tijdvak zijn te koppelen, maar sterk persoonsgebonden zijn.
Instrumentele steun Praktische hulp. Mannen, jongere ouderen en hogere statusgroepen geven
meer instrumentele steun geven dan vrouwen, oude ouderen en lagere
statusgroepen. Geen verschil in ontvangen instrumentele steun. Komt vooral
van familieleden en buren en minder van vrienden en kennissen
Emotionele steun Het bespreken van persoonlijke problemen of belevenissen in het contact met
de ander. Vindt vaker en in meer relaties plaats dan de uitwisseling van
instrumentele steun. Meer een zaak voor vrouwen, jongere ouderen en
ouderen uit de hogere klassen. Komt vooral van vrienden en broers en zussen,
daarbij spelen buren nauwelijks een rol.
Reciprociteit De mate waarin steun ontvangen en geven in balans zijn. Bij ouderen is
emotionele steun in en instrumentele steun uit balans.
Konvooimodel (Kahn en Mogelijkheden van personen om relaties aan te gaan en te behouden worden
Antonucci, 1980) sterk bepaald door de rollen die men in het leven vervult. Volgens model is
het aan te raden om gedurende het leven actief te zijn in meerdere rollen.
Eenzaamheid Ervaren tekort aan bepaalde kwantiteit en kwaliteit van persoonlijke relaties
Emotionele eenzaamheid Ontstaat door gemis door de afwezigheid van intieme relatie, emotioneel
hechte band met partner of hartsvriendin. Gevoelens van leegte en
verlatenheid.
Sociale eenzaamheid Gebrek aan sociale inbedding, gemis van betekenisvolle relaties met bredere
groep mensen.
Standaardverlaging Veranderen van wensen over en behoeften aan relaties.
Sociaal-culturele activering De sociale omgeving van de eenzame man of vrouw contactrijker maken.
Persoonlijke activering Richt zich op de persoon zelf en maakt mensen bewust van hun eenzaamheid
bevorderende houding of gedrag.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esther2188. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.