Nederlandse samenvatting van het boek Strategic Human Resource Management van Paul Boselie.
Samengevat aan de hand van tentamenstof, waaronder het boek H1 t/m 6 en H12, de sheets en uitleg in de lessen. Inclusief modellen.
Welke drie subgebieden werden door Boxall e.a. geformuleerd en wat houden deze gebieden in?
Answer: - MHRM (Micro HRM): Binnen de eigen organisatie, wat is de invloed van werkterreinen op de werknemers?
- IHRM (International HRM): Wat we hier doen in Nederland, wat vindt onze organisatie in het buitenland daarvan?
- SHRM (Strategic HRM): HRM linken aan de organisatiestrategie. Afstemming is belangrijk (horizontaal en verticaal).
2.
Wat stelt Boselie m.b.t. de drie belangrijke subgebieden van Boxall e.a.?
Answer: Je bent strategisch bezig als je beseft dat er naast SHRM ook nog MHRM en IHRM bestaat en daar rekening mee houdt.
3.
Op welke verschillende manieren kun je volgens Boselie naar een organisatie kijken en wat houden deze in?
Answer: 1. A Multi-actor perspective: je moet rekening houden met verschillende belanghebbenden binnen en buiten de organisatie: stakeholders (belanghebbenden), shareholders (aandeelhouders), etc.
2. A broad societal view: verschillende inzichten vanuit verschillende instituten, bijvoorbeeld inzicht vanuit de branche of vanuit het land.
3. A Multi-level perspective: je kijkt vanuit de strategie van de organisatie en vanuit de individuele werknemer.
4.
Uit welke vier soorten contracten bestaat de relatie tussen werknemer en werkgever en wat houden deze contracten in?
Answer: 1. Wettelijk papieren contract: tastbaar
2. Ruilcontract: inspanning vs. salaris
3. Psychologisch contract: als mensen het gevoel hebben dat ze gewaardeerd worden, doen ze graag een stapje extra
4. Sociologisch contract: leuke collega's en een fijne sfeer zorgen voor meer plezier in het werk
5.
Wat is het verschil tussen het Anglo-Amerikaanse en het Rijlandmodel en waar is Boselie voorstander van?
Answer: Het Anglo-Amerikaanse model focust zich met name op het creëren van waarde voor de aandeelhouders met weinig tot geen aandacht voor andere stakeholders, waaronder vakbonden en ondernemingsraden.
Het Rijnlandmodel focust zich ook op andere stakeholders en het welzijn van de medewerkers.
Boselie veroordeelt het Anglo-Amerikaanse model niet, maar volgens hem kan het niet anders dan dat je rekening moet houden met de stakeholder. Hij is dus voorstander van het Rijnlandmodel.
6.
Hoe ziet het Four-frame model eruit?
Answer: Het Four-frame model is als een bril waardoor je naar de organisatie kijkt. Dit kan op 4 verschillende manieren.
1. Structuur frame: inrichting, proces, regels, hoe lopen de werkprocessen?
2. Human Resource: kijken naar behoeften, vaardigheden, hoe is het relatie technisch geregeld?
3. Political: hoe zitten machtsverhoudingen in elkaar?
4. Symbolic: betekenisgeving, hoe kijk ik symbolisch naar de organisatie?
7.
Wat is het verschil tussen best practices en best fit?
Answer: Best Fit stelt dat HR effectiever is wanneer het in lijn is met de interne en externe context van de organisatie, terwijl Best Practices stelt dat 'One Size Fits all in HRM' is: één bepaalde uitvoering van HR is een garantie voor succes in organisaties.
8.
Wat voor kritiek kun je hebben op Pfeffer's seven best practices benadering?
Answer: De best practices benadering houdt geen rekening met omgevingsfactoren zoals vestigingsland, afzetmarkt, branche, productie of dienstverlening, de geschiedenis van de organisatie, etc.
9.
Uit welke twee mechanismen bestaat de externe omgeving van een organisatie?
Answer: - De marktmechanisme: de afzetmarkt van de producten of diensten, de arbeidsmarkt, etc. (PMT dimensie: Product, Market, Technologie)
- De institutionele mechanismen: de aanwezigheid in een land van specifieke wet- en regelgeving, bijv. het bestaan van cao's, werkgevers- en werknemersverenigingen, etc. (SCL dimensie: Social, Cultural, Legal)
10.
Welke institutionele mechanismen zijn er? Licht deze toe.
Answer: 1. Coercive: de wetgeving waaraan een organisatie gekoppeld is.
2. Normative: mensen binnen een organisatie hebben vaak dezelfde kennis, behoeften, etc. Dit levert een bepaalde beperking op voor de inrichting van je HRM.
3. Mimetic: een organisatie wordt voor een groot gedeelte bepaald door wat andere organisaties ook doen. Als zij aan duurzaamheid doen, moeten wij dat ook doen.
Content preview
Strategic Human Resource Management (S-HRM)
A Balanced Approach, 2e editie – Paul Boselie
Hfdst. 1. Introduction
Hfdst. 2. SHRM and Context
Hfdst. 3. HRM and Performance: Adding Value through People
Hfdst. 4. Human Resource Metrics and Measurement
Hfdst. 5. Mutual Gains?
Hfdst. 6. High-Performance Work Systems
Hfdst. 12. Human Resource Roles
Hfdst. 1. Introduction
Evolutie in managementopvattingen (organizational change)
HRM moet de doelstellingen van de organisatie ondersteunen, en dat kan alleen
als we de omgeving en de organisatie begrijpen en op dezelfde manier te werk
gaan.
Competitief voordeel kan worden behaald door het juist inzetten van
werknemers. We weten niet tot in hoeverre alle HR-activiteiten een positieve
uitkomst in een organisatie bieden. We weten alleen dat als je geen HR-
activiteiten verricht, dat het dan negatieve uitkomsten biedt. Als je investeert in
mensen, zijn mensen wel eerder geneigd om zich in te zetten voor de
organisatie.
1
,SHRM in de 21e eeuw
SHRM kan de sleutel tot succes zijn in het proces van de organisatorische
veranderingen. Bij het behalen van de gewenste individuele, organisatorische en
sociale doelstellingen, worden door Boxall e.a. drie belangrijke subgebieden
geformuleerd:
1. MHRM (Micro HRM): Binnen de eigen organisatie. We houden ons bezig met
deze werkterreinen en bekijken daarvan de invloed op de medewerkers.
2. IHRM (International HRM): Wat we hier doen in Nederland, wat vindt onze
organisatie in het buitenland daarvan? Betreft dus alleen internationale
organisaties.
3. SHRM (Strategic HRM): HRM linken aan de organisatiestrategie. Verticale
integratie, maar kan niet bestaan zonder horizontale integratie.
Afstemming is belangrijk.
Wat Boselie stelt, is dat je strategisch bezig bent als je beseft dat er naast SHRM
ook nog MHRM en IHRM bestaat, en daar rekening mee houdt.
Naast deze drie subgebieden, kun je ook op verschillende manieren naar
organisaties kijken. Hieruit vloeien de drie perspectieven voort:
1. A multi-actor perspective: je moet rekening houden met verschillende
belanghebbenden binnen en buiten de organisatie: stakeholders
(belanghebbenden), shareholders (aandeelhouders), managers,
vakbonden, etc.
2. A broad societal view: verschillende inzichten vanuit verschillende
instituten, bijvoorbeeld inzicht vanuit de branche of vanuit het land.
3. A multi-level perspective: je kijkt vanuit de strategie van de organisatie en
vanuit de individuele werknemer.
Het multidimensionele strategische HR-model is gebaseerd op Paauwe’s kijk op
HRM:
- HR is meer dan alleen ‘hulpbronnen / middelen’ (resources)
- HRM is niet alleen bezig met de financiële prestaties
- HRM focust zich op de uitruil relatie tussen werknemer en organisatie
(inspanning voor geld)
- HRM opereert in een omgeving van continue spanning tussen toegevoegde
waarden en morele waarden (Hard HRM vs. Soft HRM).
De relatie tussen werknemer en werkgever bestaat uit vier soorten contracten:
1. Wettelijk papieren contract: Tastbaar
2. Ruilcontract: Inspanning vs. Salaris
3. Psychologisch contract: als mensen het gevoel hebben dat ze
gewaardeerd worden, willen ze graag een stapje extra zetten
4. Sociologisch contract: leuke collega’s en een fijne sfeer zorgt voor meer
plezier in het werk
Boxall & Purcell stellen het volgende, om balans te vinden tussen economische
en morele aspecten van HRM:
- HRM gaat niet alleen over werknemers, maar over alle belanghebbenden.
Dus ook leidinggevenden en perifere medewerkers (zzp’ers,
uitzendkrachten, etc.)
- HRM houdt zich niet alleen bezig met werknemers, maar ook managers
2
, - HRM houdt zich bezig met het managen van werknemers en werk, zowel
collectief als individueel. Je moet je als medewerker geen ‘nummer’
voelen.
- HRM is onderdeel van de industrie en de samenleving
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jildougalema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.