MEDISCHE WETENSCHAPPEN: DEEL FARMACOLOGIE
GM VOOR AFWIJKINGEN VAN HET BLOED
ANTI-TROMBOTICA
1. INLEIDING
= De grootste groep middelen die invloed uitoefenen op de bloedstolling, deze worden
gebruikt wanneer er een grote kans is op trombusvorming.
Het stollingsproces (=hemostase):
1. Vasoconstrictie:
= beperken bloedverlies
2. Primaire hemostase of trombocytenaggregatie:
Hierdoor wordt een bloedprop (=trombocytenplug) gevormd.
Bij stase (= trage stroom) van het bloed of bij endotheel beschadiging (=
intrinsiek systeem) = trombocyten kunnen wel aan elkaar kleven.
- Deze hechting vindt plaats door Von Willebrand factor (= adhesie).
Activatie van trombocyten waardoor de coagulatie gestimuleerd moet
worden en maken GPIIbIIIa receptoren die de aggregatie bevorderen
3. Secundaire hemostase of coagulatie:
Er komt een activatie van de stollingsfactoren (= intrinsiek en extrinsiek)
waardoor er een activatie factor X en Xa komt
Xa vormt samen met calcium , Va en plaatjesfactoren = het trombokinase
complex dat de finale stollingscascade of coagulatie in gang zet
Protrombine wordt omgezet in trombine , dat zelf fibrinogeen polymeriseert
tot fibrinedraden trombocytenplug wordt verstevigd met fibrinedraden =
trombus
4. Na vaatwandherstel fibrinolyse start op:
Bloedstolsel wordt opgelost en opgeruimd.
Dit gebeurt door activatie van plasminogeen tot plasmine, dmv
plasminogeenactivatie (urokinase).
Plasmine kan onoplosbare fibrine omzetten tot fibrine afbraakproducten die
oplosbaar zijn (D dimeren).
1
,2. COAGULATIE
Coagulatie (stolling) kan op 2 manieren opstarten:
Snel extrinsieke weg Bij verwonding
- Bloed in contact met weefsel
Traag intrinsieke weg Door activatie bloedplaatjes
- Bij beschadigde bloedvatwand
Stent, operatie
- Bij trage bloeddoorstroming
Immobilisatie, vernauwing
Coagulatie is nodig bij verwonding om bloedverlies te beperken
Ook in pathologie kan stolling optreden (intrinsiek: in bloedvat) zonder bloeding,
uitgelokt door trombocytenactivatie (adhesie => aggregatie => activatie):
bv. beschadiging van endotheel bij atherosclerose
bv. bij vaat- of klepchirurgie (vreemd materiaal, hechtingen, stent, …)
bv. bij stase van (veneus) bloed (immobilistatie, varices, VKF…)
3. ANTITROMBOTICA
Om een stolsel te krijgen hebben we bloedplaatjes en fibrinedraden nodig. Om een stolling
te beïnvloeden moet er ingezet worden op de trombocyten en op de omzetting van
fibrinogeen tot fibrine (coagulatie).
Indeling anti-trombotica:
• Anti-aggregantia= trombocytenaggregatieremmers
• De anti-coagulantia
- Orale anticoagulantia (Vitamine K-antagonisten en DOACS)
- Parenterale anticoagulantia (Heparines en nieuwe AC’s)
• De trombolytica
Arteriële VS veneuze trombi:
Zowel anti-aggregantia als anti-coagulantia worden gebruikt bij trombusvorming
Arteriële stolsels Veneuze stolsels
Vb. hartinfarct, herseninfarct Vb. diep veneuze trombose, longembolie
Wordt meestal uitgelokt door een Wordt meestal uitgelokt door vertraging
beschadigde vaatwand van de bloedstroom
• Atherosclerose, stent, vaatchirurgie • Fibrine rijk = coagulatie start op
• Hierdoor worden bloedplaatjes • Bloedplaatjes arm
geactiveerd gaan aan de wand • Rijk een erythrocyten
hechten en aan elkaar hechten
• Ze gaan receptoren vormen die
binden op fibrine = ontstaan van
2
, bloedplaatjes rijke stolsels met
weinig fibrine
Veneuze = inzetten op de coagulatie, secundaire hemostase (beletten dat de trombine
wordt gevormd)
Arteriële = beletten dat de bloedplaatjes gaan kleven
Veneuze trombo embolie:
Triade van Virchow => risico ontstaan van trombi:
• Verhoogde stolbaarheid van het bloed
- roken, oestrogenen, kanker, stollingsziekten, sommige medicatie …
• Veneuze stase
- druk op de bekkenvenen, spataders, obesitas, immobilisatie …
• Beschadigde vaatwand
- ingreep, spataders, infuus…
Postoperatief: (verhoogd risico!) => extra observatie, preventie door medicatie:
- meestal immobilisatie => veneuze stase
- door chirurgie: beschadigde vaten
4. ANTI- AGGREGANTIA
= trombocytenaggregatieremmers, geïndiceerd voor primaire en secundaire preventie van
arteriële trombi.
De trombo-genese:
(via intrinsieke weg):
Stap 1 – Adhesie • Vasthechten van trombocyten aan de vaatwand
• Enkele seconden = niet medicamenteus te beïnvloeden
Stap 2 – • Trombocyten hechten ook aan elkaar
Aggregatie • Groeiende trombocytenmassa sluit het bloedvat als een prop
af
Wand van de trombocyten nog intact
• Reactie is nog steeds omkeerbaar = duurt 10 - 40 seconden
• Kan medicamenteus beïnvloed worden door anti-aggregantia
Stap 3 – • Irreversibele veranderingen in de trombocyten = activatie
Plugvorming • Geactiveerde trombocyten zetten stoffen vrij die de
coagulatie onvermijdelijk in gang zetten : fibrinenetwerk gaat
trombocytenprop verstevigen en aggregatie bevorderen
• Het is dus best om in te grijpen in de aggregatiefase, zodat plug-vorming geremd of
vermeden wordt en hiermee preventief ook de eigenlijke stolling
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lenadejonck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.69. You're not tied to anything after your purchase.