Samenvatting HC Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming
Inhoudsopgave
Samenvatting HC Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming ................................................................... 1
Hoorcollege 1: Inleiding Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming ..................................................... 1
Hoorcollege 2: Klassieke criminologische theorieën ........................................................................... 6
Hoorcollege 3: Levensloop criminologie ........................................................................................... 17
Hoorcollege 4: Neurobiologie en Biomarkers ................................................................................... 22
Hoorcollege 5: Intergenerationele overdracht van antisociaal en crimineel gedrag........................ 28
Hoorcollege 6: Cybercrime en Meisjes.............................................................................................. 30
Hoorcollege 7: Jeugdgroepen ‘bendes’ ............................................................................................. 32
Hoorcollege 8: LVB en Cultuur en Delinquentie ................................................................................ 38
Hoorcollege 1: Inleiding Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming
Wat is jeugdcriminaliteit?
= een verzamelnaam voor strafbaar gedrag van minderjarigen. Denk aan vernieling, winkeldiefstal,
zware mishandeling en moord, zodra een delict is gepleegd door een minderjarige betreft het
jeugdcriminaliteit. In NL kan niemand worden vervolgd voor strafbare feiten gepleegd voor zijn
twaalfde jaar
Sociale constructie: kan gezien worden als crimineel gedrag wisselt over tijd maar ook over tijd. Wat
hier strafbaar is hoeft niet overal ter wereld strafbaar zijn. Ook afhankelijk van beleid
Wisselde taxatie: wat als crimineel gedrag verandert over tijd, wat vroeger gezien werd als jongens
gedrag wordt nu sneller aangifte gedaan
Profielen
- Experimenteerder: iemand die een of twee keer iets doet wat niet al te ernstig is en het
vervolgens nooit meer doet
- Risicojongere/meerpleger: drie of meer wat heeft gedaan en het gezin wordt in de gaten
gehouden door instanties
- Veelpleger: iemand die herhaalt forse delicten pleegt
- Zeer actieve veelpleger: kleine groep die verantwoordelijk zijn voor veel ernstige delicten
waar de maatschappij het meest last van heeft
Neemt jeugdcriminaliteit nou af of niet?
1
,De ontwikkeling in cijfers sinds 2007:
- Politiecijfers: aantal geregistreerde minderjarige verdachten in 2014 ¾ van 2007
- Halvering minderjarige strafrechtelijke daders
- Daling zelf gerapporteerde daders
- Daling in aantal slachtoffers
- Geen toename 12 Minners/minderjarige verdachten niet jonger
- Afname jongvolwassen verdachten en daders
- Verhouding jongens/meisjes: 5-1
Maar.. van 2006 tot 2011 is de recidiveprevalentie van 60% naar 55% gedaald. Vanaf 2011 stijgt de
recidive onder ex-JJI-pupillen tot 63% onder de in 2015 vrijgekomen jeugdigen
➔ Werk aan de winkel dus voor de aangeboden justitiële interventies door het vast zitten in
een gevangenis
Politie/justitie data
- Zeggen niet altijd veel over de daadwerkelijke toe/afname van jeugddelinquentie
- Worden beïnvloed door aangiftebereidheid van slachtoffers en getuigen
- Worden beïnvloed door beleidsprioriteiten
- ‘Dark Number’ is hoog: slechts 6 a 7 procent van de jongeren die aangeven voer de schreef te
zijn gegaan komt in aanraking met de politie
Zelfrapportage
- Slechts een beperkt aantal delicten wordt opgenomen
- Daders worden moeilijk bereikt
2
, - Geen representatief beeld van ernstige delicten (minst betrouwbaar bij geweldsdelicten)
- Onderrapportage (vooral bij bepaalde etnische groepen)
Slachtoffer enquêtes
- Betrouwbare en valide manier om gegevens over criminaliteitsincidenten te verzamelen
- Weinig informatie over de daders
- Moord en doodslag, slachtofferloze en seksuele delicten zijn niet of slecht vertegenwoordigd
- Geen gegevens over slachtoffers die jonger zijn dan 15 jaar
Factoren die de criminaliteitscijfers beïnvloeden:
- Werkloosheid bij jeugdigen
- Mate van toezicht
- Meldingsbereidheid
- Politiecapaciteit
- Beleidsprioriteiten
- Wet en regelgeving (alcoholverbod)
Oorzaken van jeugdcriminaliteit:
- Aanleg
- Leren
- Directe omgeving
- Woonbuurt
- Bredere sociale context
➔ Combinatie van perspectieven
Jeugdbescherming: een maatregel die de rechter dwingend oplegt wanneer een gezonde en veilige
ontwikkeling van een kind of jongere in de leeftijd van 0 tot 18 jaar (ernstig) wordt bedreigd en
vrijwillige hulp niet (voldoende) helpt.
➔ Komt om de hoek kijken wanneer problematiek dusdanig ernstig is dat de kind veiligheid en
kind ontwikkeling ernstig bedreigd worden, waardoor justitieel ingrijpen noodzakelijk is of
dreigt
Kindermishandeling: een vorm van voor een
minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie
van fysieke, psychische of seksuele aard, die de
ouders of andere personen ten opzichte van wie de
minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van
onvrijheid staat, actief of passief opdringen,
waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt
te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm
van fysiek of psychisch letsel
Emotionele verwaarlozing komt het vaakst voor
- 12% van de scholieren die zelf rapporteert te
maken te hebben gehad met enige vorm van
mishandeling
- Op basis van meldingen van professionals zou 3% van de 0-17 jarigen slachtoffer zijn van
mishandeling
Is er dus een toename in kindermishandeling?
3
, - Ja volgens de professionals en AMK: maar cijfers 2005-2010-2018 vergelijkbaar
- Nee volgens de kinderen zelf
Factoren die meldingen kindermishandeling beïnvloeden:
- Aandacht voor kindermishandeling in media beroepskrachten mogelijk meer alert
- Beleidsprioriteiten
Wat maakt dat hulpverleners niet melden?
- Niet zeker of melding terecht is
- Angst hulpverleningsrelatie op het spel te zetten
Risico- en protectieve factoren zijn..:
- Veranderbaar (dynamisch) of juist onveranderbaar (statisch)
o Dynamisch: opvoedvaardigheden, sociaal netwerk
o Statisch: verstandelijke vermogens, geschiedenis van delinquent gedrag
Eerdere delicten is de meest sterke risicofactor voor delinquent gedrag (hierna aantal registraties,
leeftijd eerste aanhouding, geen vrijetijdsbesteding, geen school, antisociale vrienden)
Risicofactoren voor kindermishandeling
- Laag opleidingsniveau
- Werkloosheid
- Vluchteling zijn (trauma’s)
- Een ouder gezinnen
- Gezinnen met drie of meer kinderen
- Stiefgezinnen
Risicofactoren voor seksuele kindermishandeling
Risicofactoren voor fysieke kindermishandeling
4
,Risicofactoren voor verwaarlozing
Let op: voor criminaliteit geldt dat het gewicht van risicofactoren afhangt van leeftijd
Gezinstherapie heeft niet zo veel zin dus als het kind in de adolescentie zit. Meer belang bij
individuele hulp
Ook kan de relatieve invloed van risicofactoren verschillen per doelgroep:
- Meisjes: vaker misbruik, verwaarlozing, ouders met verslaving, weglopen, spijbelen, UHP
- Immigranten: gedragsinterventies gericht op risicofactoren minder effectief?
- Kinderen/jongeren met een LVB (vaardigheidstekorten, attitude, agressie sterker gerelateerd
aan recidive bij LVBers)
- Zeden delinquenten: kleine groepen
- First offenders: minder risicofactoren dan meerplegers, niet perse andere
- Middelengebruikers (zwakker verband tussen risicofactoren en recidive bij gebruikers)
Lombroso: de geboren misdadigers
- Criminelen verschillen van niet criminelen door fysieke kenmerken
- Deze kenmerken werden gerelateerd aan kenmerken van verre voorouders, uit primitieve
tijden
- Ook tussen verschillende soorten criminelen
1. Psychofysiologie: verondersteld men dat de lage activiteit van delen van het autonome
zenuwstelsel gelijk opgaat met de zwak ontwikkeld geweten. Het autonoom zenuwstelsel
beïnvloed bijvoorbeeld de werking van organen en de hartslag. Er worden drie theorieën
onderscheiden vanuit de psychofysiologie
➔ Low arousal theorie: wordt verondersteld dat mensen met een verhoogd risico op
criminaliteit een autonaam zenuwstelsel hebben geërfd dat minder gevoelig is voor prikkels
uit de omgeving
Er zijn 2 theorieën die het verbad tussen low arousal en delinquent gedrag verklaren
➔ Fearlessness theorie: hierbij gaat het erom dat een verlaagd lichamelijk stressniveau leidt tot
minder negatieve consequenties van gedrag en minder gevoeligheid voor straf waardoor
eerder antisociaal gedrag of crimineel gedrag vertoond wordt
➔ Sensation seeking theorie: daar wordt verondersteld dat door een laag lichamelijk
stressniveau, je je sneller verveeld voelt of vermoeid voelt waardoor je de spanning gaat
opzoeken om de arousal te stimuleren en dat kan leiden tot crimineel gedrag want
delinquenten plegen is spannend (beter bungee jumpen of berg beklimmen)
2. Endrocrinologie
➔ Hormonen: er wordt gekeken naar hormonen, de relatie van hormonen met vooral agressief
gedrag, hierbij is testosteron een van de hormonen waar naar gekeken wordt
➔ Testosteron zou de neurologische gevoeligheid voor prikkels uit omgeving dempen waardoor
problemen met emotionele controle kan ontstaan
➔ Verder kan het invloed of effect hebben op het vermogen tot rustig nadenken
➔ Statistisch is er een relatie gevonden tussen testosteron en agressie
➔ Dit verband is echter zwak maar significant en geldt alleen voor jongeren, niet kinderen
➔ Het verhoogde testosteron an zich heeft geen invloed op agressief gedrag, alleen in
combinatie met een laag cortisol gehalte
➔ Cortisol oftewel het stress hormoon genomen wordt ook in verband getrokken met agressie
maar dit verband is ook zwak en hier geldt het cortisol en agressief gedrag vooral bij
kinderen en niet bij jongeren
3. Neurologie
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sannedenotter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.