100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
H1,2,3,4 Samenvatting v4 maw $5.36
Add to cart

Summary

H1,2,3,4 Samenvatting v4 maw

1 review
 1 purchase
  • Course
  • Level

Een duidelijke samenvatting van het vwo 4 boek seneca maatschappijwetenschappen / maw deel 1, de hoofdstukken 1,2,3&4

Preview 2 out of 6  pages

  • November 3, 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4

1  review

review-writer-avatar

By: marijemekenkamp • 2 year ago

avatar-seller
1.1 Identiteit
Referentiekader = Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt
● We noemen dit ook wel de sociale bril omdat we de wereld allemaal op onze eigen manier zien

Identiteit = Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en
blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groepen waar hij wel of juist niet
deel van uitmaakt.
● Persoonlijke identiteit = Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, het zelfbeeld.
● Sociale identiteit = Het deel van iemands identiteit dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
● Collectieve identiteit = Het beeld dat mensen hebben van een groep, en het beeld dat ze blijvend kenmerkend
vinden voor die groep.

1.2 Kans en variabele
Wetmatigheid = Een theorie die altijd klopt.
● Bijvoorbeeld de zwaartekracht.

We spreken niet van wetmatigheden maar van kansen.
Kans = De waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zal gaan optreden.
● Bijvoorbeeld: Er is een grote kans dat Felix hoogopgeleide ouders heeft.
Zoals je in het voorbeeld ziet hangt de kans altijd nog van een andere factor af: De variabele.
De variabele = Een kenmerk van een actor of samenleving en kan variëren.

1.3 Socialisatie
Socialisatie = Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen
toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen. We noemen
socialisatie ook wel het proces van leren samenleven.
● Primaire socialisatie = Socialisatie tussen mensen die direct met elkaar verbonden zijn, zoals gezin.
● Secundaire socialisatie = Socialisatie tussen mensen die in formele setting met elkaar verbonden zijn, zoals werk.
● Tertiaire socialisatie = Socialisatie tussen mensen die niet rechtstreeks met elkaar verbonden zijn, zoals anoniem.
● Politieke socialisatie = Het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur
We verdelen socialisatie onder in twee categorieën:
● Het proces van overdracht = Mensen brengen de cultuur van een groep of samenleving over op nieuwkomers.
● Het proces van verwerving = Nieuwkomers maken zich de cultuur van een groep of samenleving eigen.
Socialisatoren = De mensen die een cultuur overdragen.

Internaliseren = Het volledig eigen maken van een cultuur.

Enculturatie = Het aanleren van een cultuur waarin iemand wordt geboren.
Acculturatie = Het aanleren van een cultuur die nieuw is voor mensen.

1.4 Model en hypothesen
Conceptueel model = Een schema wat bestaat uit twee variabelen en een verbindende pijl.



Van zo’n conceptueel model kun je een vraag maken, deze noemen we de hypothese.
Hypothese = Een specifieke en toetsbare voorspelling.

, 2.1 Groepsvorming
Groepsvorming = Het tot stand komen van bindingen tussen meer dan twee mensen doordat ze elkaar beïnvloeden en
gemeenschappelijke normen en waarden ontwikkelen.

Er zijn vier verschillende soorten bindingen:
● Affectieve bindingen = Emotionele bindingen.
● Cognitieve bindingen = Bindingen op het gebied van kennis.
● Economische bindingen = Bindingen die te maken hebben met werk, met goederen die we nodig hebben voor
ons bestaan.
● Politieke bindingen = Bindingen die te maken hebben met collectieve goederen en diensten.

Ingroup = De groep mensen die erbij hoort
Outgroup = De mensen die niet bij de groep horen

Sociale controle = Als mensen anderen ertoe brengen of dwingen om zich te houden aan de regels van een groep, zodat de
regels binnen die groep gehandhaafd kunnen worden.
● Informele sociale controle = Als groepsleden elkaar wijzen op de normen en waarden van de groep.
● Formele sociale controle = Mensen die vanuit hun beroep of functie anderen op de regels van de groep wijzen.

Stereotypen = Vaststaande gegeneraliseerde beelden en ideeën over een groep mensen, zoals nederlanders die altijd op
klompen zouden lopen.
● Stereotypen zijn vaak gebaseerd op vooroordelen.
● Vooroordelen = Vooringenomen meningen over een groep mensen

We onderscheiden nog drie situaties waarom iemand niet meer bij een groep hoort.
● Niet meer bij de groep mogen horen.
● Niet meer bij de groep willen horen.
● Niet meer bij de groep kunnen horen.

2.2 Indicatoren en categorieën
Indicatoren = Manieren om de resultaten meetbaar te maken.

Sociale categorieën = De groepen waarin mensen worden ingedeeld tijdens een onderzoek.
● Ze delen bepaalde kenmerken maar hebben geen gemeenschappelijke normen en waarden met elkaar.

2.3 Sociale cohesie
Sociale cohesie = Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben,
het gevoel van een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn en
de mate waarin anderen daar een beroep op kunnen doen.
● Wederzijdse afhankelijkheid = Mensen zijn verbonden met elkaar en zijn van elkaar afhankelijk.
● Dwang = Iemand verplichten om iets te doen, met eventuele gevolgen.
● Gedeelde normen en waarden

Hoe kunnen we sociale cohesie meetbaar maken?
● Kwantiteit en kwaliteit van de sociale contacten die er zijn
● Lidmaatschappen en deelnames aan verenigingen (anders kom je niet veel in contact met mensen en maak je
geen bindingen met mensen en heb je dus niet het idee dat je ergens bij hoort.)
● Vrijwilligerswerk (Je doet iets voor de samenleving zonder ervoor betaald te krijgen.)

Optimaliseren = Het meetbaar maken van de variabele.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller babetverschuur. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.36  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added