College 1, hoofdstuk 1
Doelen bij hoofdstuk 1:
- Je hebt een globaal beeld van het vak.
- Je kent de begrippen ‘taalkunde’ en ‘grammatica’.
- Je kent de verschillende taalkundige niveaus.
- Je kent de eigenschappen van natuurlijke talen.
- Je weet wat compositionaliteit is.
- Je weet wat recursiviteit is.
Definitie taalkunde:
- Leer en kennis van de taalverschijnselen. Synoniem: taalwetenschap.
- Normatieve, descriptieve, historische, moderne, structurele, generatieve taalkunde.
Wat is taalkunde?
- Wetenschappelijke studie van natuurlijke talen.
- Doel: talen beschrijven zoals mensen ze in werkelijkheid gebruiken.
- Synoniemen: taalwetenschap, linguïstiek.
Pragmatiek: taal als handelen.
Syntaxis: zinsdelen en zinsbouw (‘redekundig en taalkundig ontleden’)
Semantiek (en lexicon): betekenis (‘zoals die in ons hoofd zit’)
Morfologie: woordvorming
Fonetiek en fonologie: klanken maken en de regels van het klanksysteem.
Driehoek: Taalnorm
Taalwerkelijkheid Taalgevoel
Universele eigenschappen alle talen:
- Kleine elementen die gecombineerd kunnen worden tot grotere eenheden.
- Klinkers (vocalen) en medeklinkers (consonanten)
- Mogelijkheid om te kunnen ontkennen, vragen en bevelen.
- Woorden voor zwart en wit of donker en licht.
Alle kenmerken natuurlijke talen:
- Structuur en regels
- Universele eigenschappen
- Compositionaliteit
- Verwerving door interactie
- Creativiteit
- Samen handelen
- Kan los van hier en nu
- Arbitraire relatie teken – betekenis
- Uitingen meerdere betekenissen
Twee kenmerken:
- Compositionaliteit = taalelementen eigen betekenis, maar kunnen gecombineerd
worden om andere betekenissen uit te drukken. Tomaten + soep = tomatensoep OF
, soeptomaten: zelfde elementen, andere betekenis. Hij loopt in de tuin. / Hij loopt de
tuin in.
- Recursiviteit = elementen kunnen worden ingebed in andere elementen. Dit kan
oneindig, de langste zin bestaat niet. De man liet de hond uit. De man met de bruine
hond liet de hond uit. De man met de bruine hoed met blauwe rand liet de hond uit.
College 2&3, hoofdstuk 6
Doelen bij hoofdstuk 6:
- Je weet dat een zin uit zinsdelen bestaat.
- Je weet dat een zinsdeel een woordgroep of een bijzin kan zijn.
- Je kent twee manieren om zinnen te verdelen in zinsdelen en kunt deze
toepassen.
- Je weet welke typen woordgroepen er zijn.
- Je weet wat het hoofd van een woordgroep is en wat modificeerders zijn.
Taalkundige termen:
1. Het klanksysteem fonologie en fonetiek= klanken maken en de regels van het
klanksysteem.
2. Taalgebruik pragmatiek= onderzoek naar de manier waarop taaluitingen in de
praktijk gebruikt worden: wat bedoelt iemand eigenlijk met wat hij zegt. Een vraag
als ‘ben je niet moe?’ kan bijvoorbeeld een verkapte opdracht ‘ga slapen’ inhouden.
3. De structuur van woorden morfologie= woordvorming
4. Betekenis semantiek= betekenis zoals die in ons hoofd zit.
5. De structuur van zinnen syntaxis = zinsdelen en zinsbouw
Deze kennis is abstract en onbewust.
Duizenden uren vast in vliegtuig
- Duizenden uren vast in vliegtuig
- Duizenden uren vast in vliegtuig
Bouwstenen:
- Subject: onderwerp – NP
- Predicaat: werkwoorden – VP
Deze ‘blokken’ heb je altijd nodig als je een zin wilt bouwen.
Typen woordgroepen:
- Sentence (S) = hele zin
- Nominaal (NP) = zelfstandig naamwoord
- Verbaal (VP) = werkwoorden
- Adjectivisch (AdjP) = bijvoeglijke naamwoorden
- Adverbiaal (AdvP) = bijwoorden
- Adpositioneel (AdpP) = voorzetsels, voorwerpen, locatie rest categorie
- Nominaal = verwijst naar iets, deelt mee
- Verbaal = actie, bijvoorbeeld belonen
Samenvattend: een zin bestaat uit zinsdelen, een zinsdeel kan zijn een woordgroep
(‘phrase’) of een bijzin. (Een woordgroep kan ook uit één woord bestaan)
Hoe bepaal je de zinsdelen van een zin? Twee tests
Vervangingstest & verplaatsingstest.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur esmeekliffen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $3.72. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.