De ideeën van de nazi’s:
Na de eerste wereldoorlog gebeurde er veel negatieve dingen in de Weimar republiek:
- Bij de verdrag van Versailles:
● kregen de duitsers de schuld van de oorlog.
● verloren ze grote stukken land en kolonies.
● moesten ze hoge herstelbetalingen doen aan de geallieerde landen.
● moesten ze het leger terugbrengen tot een klein beroepsleger.
- Conservatieve politici gaven de regering de schuld van de nederlaag.
- de Duitse communisten vonden dat de tijd rijp was voor een revolutie.
- In deze omstandigheden werd in 1919 in München de Nationaalsocialistische Duitse
arbeiderspartij (NSDAP) opgericht.
● Adolf Hitler werd hiervan de leider.
● de aanhangers van deze partij werden nationaalsocialisten/nazi’s genoemd.
- de belangrijkste kenmerken van het nationaalsocialisme zijn:
● er moest 1 partij komen, met 1 leider; Hitler en zijn partij, NSDAP. Hij zou als leider het
duitse volk uit de ellende leiden naar een nieuwe toekomst, waarin Duitsers met respect
behandeld werden.
● Nationalisme, de NSDAP wilde alle gebieden opeisen waar duitsers woonden, zodat er een
groot Duits rijk zou ontstaan.
● Militarisme, de NSDAP verheerlijkte de oorlog en het leven als soldaat. Tijdens de strijd
kon iemand zich bewijzen en leiderschap tonen.
● Rassenleer, de nationaalsocialisten wilden Duitsland weer groot en sterk maken, maar
Joden, Sinti en Roma vormden volgens hen een gevaar voor het superieure Arische ras. Dit
hogere Germaanse ras zou verzwakt raken door vermenging met lagere menssoorten
Hitler aan de macht:
- Voor 1929 had de NSDAP niet veel aanhangers.
● maar toen de werkloosheid door de crisis van 1929 toenam, groeide de populariteit van de
nazi’s snel.
- Knokploegen als de SA (stormafdeling) probeerden hun tegenstanders te intimideren.
(bruinhemden)
● deze werden in 1934 gedood door Hitler, omdat ze te sterk werden.
- Daarna werd vooral de SS (beschermingsafdeling) belangrijk; eerst alleen als lijfwacht van Hitler
en andere leiders, daarna als een elite-eenheid binnen de partij en het leger. (zwarthemden)
- In juli 1932 werd de NSDAP de grootste partij van Duitsland.
● een half jaar later, 30 januari 1933, werd Hitler benoemd tot rijkskanselier.
● een maand later, stond de Rijksdag in brand, de nederlandse communist Marinus Van der
Lubbe werd voor brandstichting veroordeeld. (wie er echt achter zat, is nog steeds
onduidelijk)
- Hitler gebruikte deze brand om Duitse communisten systematisch op te pakken en
gevangen te zetten.
- ook beperkte hij de grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting.
- Hierna schreef hij nieuwe parlementsverkiezingen uit.
● tijdens deze verkiezingen kreeg de NSDAP 44% van de stemmen.
- door parlementsleden van andere partijen te bedreigen verkreeg Hitler genoeg
stemmen.
- Hitler stelde daarop een machtigingswet voor
● een soort crisiswet die hem de macht gaf om zonder parlement te regeren
, Duitsland wordt een totalitaire staat:
- Direct nadat Hitler de macht had gegrepen verbood hij andere partijen
● politieke tegenstanders werden in gevangenissen en concentratiekampen opgesloten.
● ook kritische journalisten werden opgepakt.
● de nazi’s bepaalden wat er is de kranten stond, wat er op de radio werd gezegd en welke
films er op tv kwamen
● de SS, de politie en de geheime dienst werden ingezet om burgers te controleren
● de meeste grondrechten werden definitief verwijderd
- Ook op andere manieren oefenden de nationaalsocialisten invloed uit op de burgers
● alle verenigingen kwamen onder controle van de nationaalsocialisten
● jongens gingen voortaan naar de Hitlerjugend
● meisjes gingen voortaan naar Bund Deutscher Mädel
● Op scholen en in jeugdverenigingen werd indoctrinatie gebruikt om kinderen op te voeden
tot goede nationaalsocialisten
- Om duitsland er weer bovenop te krijgen nam Hitler een hoop maatregelen.
● hij stopte de herstelbetalingen
● voerde de dienstplicht in
● begon met de opbouw van marine en luchtmacht
● stimuleerde de oorlogsindustrie
● alle mannen boven de 18 moesten verplicht zes maanden i een arbeidskamp werken
● werkende vrouwen werden ontslagen
- In 1933 was 30% van de duitse beroepsbevolking werkloos geweest, in 1936 was dit minder dan
7%
De aanloop naar de oorlog:
Toen Hitler aan de macht was gekomen, deed hij wat hij de kiezer had beloofd:
- Hij draaide het Verdrag van Versailles grotendeels terug.
- In 1936 liet hij Duitse soldaten het Rijnland binnentrekken.
- In 1936 sloot hij een bondgenootschap met Mussolini, de fascistische leider van Italië.
● deze twee landen heten nu asmogendheden.
- omdat ze allebei in het midden van Europa liggen
- In maart 1938 liet Hitler de duitse troepen zijn geboorteland Oostenrijk binnenmarcheren.
- Hitler wilde alle duitssprekende in het duitse rijk bijeenbrengen.
- In September 1938 werd de Conferentie van München gehouden
● Hitler wilde het Sudetenland opeisen, omdat hier veel duitssprekende mensen woonden.
De Tsjecho-Slowaakse regering had een verdrag met Engeland en Frankrijk, die
Tsjecho-Slowakije zouden steunen bij een aanval. Beide van deze landen wilden een oorlog
voorkomen.
● Op de Conferentie van München vergaderden Hitler en Mussolini met Engeland en
Frankrijk, zij spraken af dat Duitsland het Sudetenland zou krijgen, in ruil voor de belofte
van vrede.
- In maart 1939 bezette het Duitse leger ook de rest van Tsjecho-Slowakije in.
● de Nazi’s wilden nog meer gebieden in midden- en oost-Europa innemen, zij vonden dat
Duitsland Lebensraum (levensruimte) nodig had om te kunnen groeien.
- In Augustus 1939 sloten Duitsland en Rusland een verdrag waarin stond dat ze elkaar niet aan
zouden vallen
● hierin stonden ook geheime afspraken over de verdeling van Polen tussen de twee landen.
De Duitse opmars:
- Op 1 September 1939 trokken de Duitse troepen Polen binnen
● dit was het officiële begin van de tweede wereldoorlog.
● de duitsers maakten hierbij gebruik van een nieuwe aanvalstechniek; de zogenaamde
blitzkrieg (letterlijk; flitsende oorlog)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller babetverschuur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.65. You're not tied to anything after your purchase.