100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ATO 3 N. Bulckmans $10.09   Add to cart

Summary

Samenvatting ATO 3 N. Bulckmans

 34 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting ATO 3 (practica, hc en cursus) van N. Bulckmans. voor de complete samenvatting met E. Spiessens verwijs ik naar de bundel ATO3

Preview 4 out of 50  pages

  • November 3, 2021
  • 50
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Atypische ontwikkeling 3 Bulckmans N


HOORCOLLEGE 1: KENNISMAKING EN INVENTARISATIE

ERGOTHERAPEUTISCH METHODISCH HANDELEN

 Occupation-based
o Handelen is belangrijk
o Is doel en middel
 Context-based
 Cliënt gecentreerd
 Evidence based

Methodisch handelen
 Systematisch
 Procesmatig
 Bewust
 Doelgericht
 Dynamisch
 Gezamenlijke besluitvorming
Organisatie: bedrijven, stad, jeugdbeweging,…


Casus maarten
 Syndroom van down
 Licht verstandelijke beperking
 7jaar
 Enig kind
 Dubbelde de 2e kleuterklas
 Overstap naar BuBaO

FASE 1: KENNISMAKING
de aanvraag
o op papier meestal
o korte beschrijving
o vraag beantwoorden “kan dit kind in aanmerking komen?”
 de ontmoeting
o je gaat het kind werkelijk zien, soms eerst ouders, soms niet
o informeer naar vragen/problemen/verwachtingen
 bereidheid
o soms worden ze doorverwezen en weten ouders niet waarom.
 Fasen kunnen door elkaar lopen

fase 2 vraaginventarisatie en prioritering
vraaginventarisatie en prioritering:
Het kan zijn dat er zoveel vragen zijn dat je moet specifiëren en zien wat prioritair is.
 het foto interview
o pegs (perceived efficacy and goal setting)
o subjectief
o is wel om sterktes en zwaktes in kaart te brengen volgens ouders/kind.
 Copm
o Als je weet wat het kind écht wil, werkt dit goed voor de motivatie
 cosa
o Kind kan zichzelf beoordelen en zien hoe goed hij iets doet.

1

, o Subjectieve informatie over hoe het kind dingen ervaart
o Je kan niet vergelijken met leeftijdsgenoten of hij objectief minder goed zou zijn.
 cape/pac
o wordt gebruikt bij kinderen met CP (activiteiten, wat willen ze,..)

Vraaganalyse
kijk of er bepaalde dingen effectief zijn, bekijk wat de vraag is. (Het kind/ de ouders zeggen dat hij zijn
jas niet kan aandoen. Dit moet je gaan objectiveren of het effectief zo is. Kijk ook naar de grootte van
achterstand).
1. Anamnese (voorgeschiedenis van kind, bevraag je aan cliëntensysteem of dossier van kind.)
 Algemene
o Zwangerschap, ziekenhuisopnames
 specifiek
o bv is hij zindelijk? Eetpatroon? Kan hij kleren aan? Kon hij kruipen? Speelgoed?
 wat ga je bevragen? Wat wil je weten?
o Voorgaande therapie? Wanneer kan hij stappen? leeftijd eerste woordjes? Zijn al de
mijlpalen vertraagd? Op welke vlakken situeert zich de problemen? Karakter van kind
als er iets niet lukt/niet wil? Zwangerschap? Slaapritueel? Ziekenhuisopnames?
Ziektes?
1. Assessment (is belangrijk voor bewijs voor terugbetaling)
je hoeft geen PC te hebben, het kan ook met checklist, observatie,…
 Onderzoeksmiddelen kiezen (vaak een combo)
o Doel
- Classificeren in klasse:
o onderbrengen in ontw. vertraging of geen ontw. Vertraging of in type ass
- Identificeren:
o kijken waar de sterktes en zwaktes liggen. Waar goed/slecht in
vergelijking met ander kinderen. Zoeken naar primair probleem (snapt hij
het niet, of is de pincetgreep bv niet goed?)
- Interventie-planning:
o
wat is mijn doel? Waar moet ik op gaan werken?
- Voorspellen
o Hoe gaan ze het doen in het 1e leerjaar?
 Psychometrische kenmerken
o Validiteit (meet wat hij moet meten) en Betrouwbaarheid
- Interne consistentie
- Test-hertestbetrouwbaarheid
- Interbeoordeelaarsbetrouwbaarheid
- Inhoudsvaliditeit
- Critermiumvaliditeit
- R =1 : perfecte correlatie
- R > = 0,75: hoge correlatie
- R>0,5: matige correlatie
- R >=0,25: lage correlatie
- R = 0: geen correlatie
o Normering (vergelijking met andere kinderen/standaardgroep)
 Om te kunnen spreken van een goede test, moet er een goede normering
zijn (liefst Vlaams/Nederlands en goede leeftijd)
 Pragmatische argumenten
o Nut? (hoort bij doel)
 Is het zinvol om deze test af te nemen of kan ik beter observeren om tot hetzelfde
resultaat te komen? Neem geen test af waarvan je op voorhand al weet dat het kind
dat niet kan. (bv kind heeft diagnose ASS, neem dan geen TOM test af, heeft kind de
diagnose nog niet, dan wel)
o Kosten-baten
2

,  Ga je een test van 800eur komen en 1x gebruiken terwijl je ook gewoon zou
kunnen observeren,..?
o Beschikbaarheid?
o Toepasbaarheid?
o Alternatieven?
 Inhoudelijke Richtlijnen
o Prodiagnostiek.be
o Ebpnet.be
o Gezonheidswetenschap.be
 Soort test
o Kwantitatief vs kwalitatief
- Kwantitatief: productgericht, resultaat, hoeveel, hoe snel
- Kwalitatief: procesgericht, hoe goed, hoe precies?
o Normgerefereerd vs criteriumgerefereerd
 Normen is vergelijking met gemiddelde, leeftijdsgenoten (dcd daily, vanaf een
bepaalde score spreek je hiervan)
 Criterium: vergeleken met vooraf bepaald criteria van wat bereikt moet
worden. Bv 60% is goed. (of op examens 10/20 is ok)
o Statisch vs dynamisch
 Statisch: momentopnames (wees voorzichtig met de interpretatie hiervan)
 Dynamisch: gaan op meer momenten meten, meten het leervermogen. Je
mag instructies geven (nadeel: onbetrouwbaar, verschilt van kind op kind)
o Gestandaardiseerd vs niet gestandaardiseerd
 Gestand. : je hebt handleiding en specifiek materiaal
o Ecologisch
 Je wilt id omgeving vh kind gaan onderzoeken.
o Meetniveau
 Op welk niveau van ICF ga je kijken?
 Domein
o Fijne motoriek, grove motoriek, visuele perceptie,… je gaat niet 3vss test nemen om
hetzelfde domein te testen.
1. Observaties
 Voorkomen
o Hypotone spiertonus
o Hypertone spiertonus
o Zwakke mondsluiting
o Asymmetrie in gelaat of romp
 Activiteit
o hypo- of hyperactief
o Impulsief
o weinig taakspanning (taak afmaken)
o onvoldoende aandacht (ebt weg)
o grote afleidbaarheid (onderbroken aandacht)
 Posturaal
o veelvuldig vallen
o houding bij tafelactiviteiten
o primitieve greep en harde schrijfdruk
o springen op vlakke voet
 Stabiliteit
o verliest regelmatig het evenwicht tijdens bewegingsactiviteiten
o zoekt vaak steun met de handen
o knieën in hyperextentie bij het stappen armen in flexie bij
o bewegen

3

, o zit vaak in W-zit
o komt na het springen op de knieën terecht
o draagt gewicht aan buiten- of binnenkant van de voet
o weinig houdingsaanpassing bij evenwichtsstimulatie
 Beweging
o vertoont veel synkinesieën
o beweegt stroef, onhandig
o beweging lokt tonus-verhoging uit in gans het lichaam
o beweegt te traag, bewegen kost moeite
o bewegingen van hoofd, armen of benen worden gestuurd
o door de romp
o tremor
o onvoldoende doel-gerichtheid
o bewegingsonrust
o beweegt maar doet niets constructief
o verliest controle bij bewegingsactiviteiten
 Lateralisatie
o kruist zelden de lichaamsas of de ruimtelijke middellijn en compenseert dit
o door de romp of het werk aan te passen
o weinig bimanuele activiteit
o manipuleert materiaal tegen de romp
o symmetrisch handgebruik
o heterolaterale synkinesieën
o wisselend gebruik van werkhand
o geen fixatiehand ontwikkelen
o eerder verticaal dan horizontaal werken
o onrijpe greep
o onvoldoende gedifferentieerde fijne motoriek van de voorkeurhand
o harde schrijfdruk
o geen voorkeurrichting
o motorische en visuele omkeringen
o moeilijk alternerend bewegen
o zwakke bimanuele coördinatie
o Problemen met richtingen
 Visueel
o houdt hoofd dicht bij werk
o krijgt bij visuele opdrachten waterige ogen of wrijft regelmatig in de ogen
o abnormale hoofdhouding
o fronst bij het kijken
o schrikreacties bij balspel
 Tactiel
o Krabt na aanraking
o Negatieve reactie (verbaal, giechelen,…) op aanraking
o Gebruikt eerder de vingertoppen dan de handpalm om objecten te manipuleren
o Handen worden vaak in vuist gehouden
o Loopt vaak op de tenen
 Perceptueel
o Werkt overdreven analytisch of
o overdreven globaal
o Veel gissen en missen, motoriek overheerst op de visuele controle
o Stuurt uitvoering verbaal
o Blijft vasthangen aan details

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentjeergo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.09
  • (0)
  Add to cart