Samenvatting van zowel de hoorcolleges Diagnostiek, als van de verplichte literatuur
12 views 2 purchases
Course
Diagnostiek (7082S311AY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen en adolescenten
Bijna 100 bladzijden met alles wat je moet weten voor de cursus Diagnostiek. Een uitgebreide samenvatting van o.a. de hoorcolleges, de literatuur en de NVO-richtlijnen.
Inhoudsopgave
Samenvatting H1 Tak: De plaats van diagnostiek binnen het hulpverleningsproces 2
• Regulatieve en empirische cyclus 7
Samenvatting H1 V&K: Diagnostisch proces in het onderwijs 8
• Type vraagstellingen 8
• Fasen in de diverse diagnostische procedures 10
• Centrale uitgangspunten handelingsgerichte diagnostiek (HGD) 10
Colleges week 1 12
• Doel en type diagnostiek 13
Samenvatting H2 Tak: Theoretische aspecten van diagnostiek 18
• Classificatie 20
• Visie op normaliteit 21
Resing et al. (normen) 21
Colleges week 2 22
• NVO-richtlijnen 1,2,3 24
• Rutter criteria 26
• Soorten richtinggevende hypotheses (RGH’s) 27
• Onderzoekshypotheses 29
Samenvatting H7 tak: Individueel testonderzoek 29
NVO-richtlijn 4 32
Samenvatting H5 Tak: gedragsobservatie als onderdeel van psychodiagnostiek 36
• ABC-schema 36
• Samenvatting H6 Tak: Vragenlijsten voor het vaststellen van emotionele en gedragsproblemen 36
• Betrouwbaarheid 36
• Informanten 36
Colleges week 3 38
• Norm-referenced, criterion referenced en communication referenced instruments 38
• Validiteit 42
• Sensitiviteit en specificiteit 42
• Toetsingscriteria 43
• Conclusie richtinggevende hypothese 44
• NVO-richtlijn 5 45
• Pedagogische context 50
• Modellen van ouderschap 52
• Functies van het ouderschap 53
• Transactionele theorieën 55
Colleges week 4 57
• Intrinsiek en extrinsieke motivatie 58
• Zelfdeterminatietheorie (ZDT) 60
• Overeenkomsten/verschillen reguliere en forensische orthopedagogiek 68
• RNR 70
• ARIJ 72
• LIJ 73
Colleges week 5 77
• Dilemma’s rondom diagnostiek naar persoonlijkheid 77
• Het sociaal emotioneel functioneren 78
• Classificerende diagnostiek 80
• Transdiagnostische factoren 81
Colleges week 6 84
• Intelligentie 84
• Factoren (G) 86
• LVB 87
• HB 88
• Multiculturalisme & interculturalisme 92
• Acculturatie 93
• Culture fair 93
• Typen vertekening 94
• Bias 94
• Vier acculturatie oriëntaties 95
1
, Tak
Psychodiagnostiek is alle onderzoek dat wordt verricht naar het psychosociaal functioneren van een persoon,
om het te beschrijven, te begrijpen en te verklaren en met het oog op het nemen van een besluit.
Drie reflectieve invalshoeken bij professioneel handelen
H1.
Met het aanhoren van de hulpvraag beginnen drie processen:
- Het diagnostisch onderzoek
- De hulp zelf
- De opbouw van de professionele relatie
Therapeutic assessement/ therapeutische diagnostiek: Diagnostiek kan een begin van hulp vormen en daartoe
zelfs doelbewust worden ingezet.
Psychodiagnostiek betreft onderzoek op het gebied van psychosociaal functioneren, met als doel:
- Een betrouwbare en valide beschrijving van deze psychosociale werkelijkheid te verkrijgen
- Mogelijke verklaringen te zoeken voor het ontstaan en voortbestaan van de problemen en
- Deze verklaringen te toetsen.
Het doel is niet alleen verklaringen vinden, maar ook:
- Te bepalen welke interventies passend zijn
- Te bepalen wat het effect van de hulp is
- Het onderzoek af te stemmen op de hulpvragers, zodat hun motivatie wordt versterkt en de gewenste
veranderingen bevorderd.
Psychodiagnostiek (hierna: diagnostiek) helpt besluiten die in het hulpverleningsproces
genomen worden via toetsing te onderbouwen. Het hulpverleningsproces vormt daarmee een kader
waarbinnen het onderzoek wordt verricht. Deze visie leidt tot een specifieke volgorde van werken die het
mogelijk maakt het hele hulpverleningsproces kritisch te volgen en bij te sturen.
2
,Diagnostiek: het betrouwbaar en valide in beeld brengen van de werkelijkheid
• Betrouwbaarheid: ze dienen zo onafhankelijk mogelijk te zijn van het moment van onderzoek, de
onderzoeker of andere toevallige factoren
• Validiteit: ze dienen daadwerkelijk betrekking te hebben op datgene wat bedoeld werd te beschrijven
of te toetsen.
Diagnostisch onderzoek verloopt dan ook volgens dezelfde stappen als wetenschappelijk empirisch onderzoek;
het volgt de empirische cyclus van de Groot. De stappen in empirisch diagnostisch onderzoek worden geleid
door theoretische kennis en een expliciete methode. Daarbij gaar de onderzoeker strikt logisch redenerend van
de ene stap naar de andere. Deze werkwijze wordt ook wel aangeduid als het hypothetesetoetsend model.
Aan het begin van het hulpverleningsproces is de blik nog breed georiënteerd. Dergelijk breed verkennend
onderzoek wordt screeningsonderzoek genoemd. Kenmerkend is, dat het niet dieper graaft dan nodig is voor
een eerste inschatting. Er is sprake van beschrijvende diagnostiek die de situatie in kaart brengt.
Er is ook reden om verder onderzoek te doen als na de screening meerdere hypothesen kunnen worden
geformuleerd die uiteenlopende consequenties hebben voor het vervolg. In deze volgende fase wordt het
onderzoek uitgebreid en verdiept om meer inzicht te krijgen en om alternatieve hypothesen uit te sluiten. We
spreken dan van gericht onderzoek.
Bij gericht onderzoek worden uitgebreidere instrumenten gebruikt waarbij vaak ook meerdere disciplines
betrokken zijn. Het primaire doel van het onderzoek in deze fase is het toetsen van hypothesen om
vermoedens van problemen definitief te bevestigen of te ontkrachten (‘onderkennende diagnostiek’), of door
het onderzoeken en vergelijken van verschillende hypothesen veronderstellingen over causale verbanden te
kunnen bevestigen of ontkrachten (‘verklarende diagnostiek’).
De hulpverlener gebruikt dus het gerichte onderzoek om de keuze voor de doelen van de interventie te
bepalen. Deze zijn eest nog globaal geformuleerd (indicerende diagnose). Vervolgens wordt gekozen op welke
wijze de doelen kunnen worden bereikt. Daarna wordt de gekozen interventie uitgevoerd en getoetst op effect
(dergelijk onderzoek tijdens de interventie wordt ‘monitoring’ genoemd). De laatste fase, de (effect)evaluatie
wordt evaluatieve diagnostiek genoemd.
Het is duidelijk dat de hulpverlener niet allen empirisch onderzoekt, maar de uitkomsten van het onderzoek in
een complex proces moet zien te integreren, waarin ook juridische, morele, normatieve, beleidsmatige,
praktische en persoonlijke aspecten een rol spelen.
3
, De regulatieve cyclus wordt beschreven als een proces dat zes fasen doorloopt:
1. Probleemherkenning (wat is er aan de hand?)
2. Probleemdefiniëring (wat is de verklaring?)
3. Het bedenken en afwegen van handelingsmogelijkheden (welke oplossingen? Haalbaar? Effectief?)
4. Planning van de interventie (hoe gaan we het doen?)
5. Uitvoering van de interventie (Gaat alles volgens plan?)
6. Evaluatie van de effecten daarvan (Wat was het effect? Wat hebben we geleerd?).
In bijna elke fase van de regulatieve cyclus wordt een empirische cyclus doorlopen om één of meerdere
hypothesen te toetsen, zodat de te nemen beslissingen op goede gronden genomen kunnen worden,
Ad1. Onderkend wordt dat er een probleem is en onderzocht wordt wat precies de vraag is, wie hem stelt, wie
betrokken zijn en welke verantwoordelijkheden zij hebben. Door middel van screeningsonderzoek wordt de
situatie onderzocht.
Ad2. Het doel van deze fase is het beantwoorden van de vraag wat de oorzaak is van het probleem: het
formuleren van een (ontstaans)theorie, oftewel een probleemdefinitie. De hulpverlener kiest zijn doelen op
grond van een analyse welke elementen in de problematiek centraal staan, welke daarvan veranderbaar zijn en
hoe protectieve factoren benut kunnen worden.
Ad3. Deze fase bestaat uit twee stappen:
1. Het bedenken van mogelijke oplossingen
a. Brainstorming
2. Afwegen van deze alternatieven
a. Kosten-batenanalyse: alternatieven worden afgewogen door te bezien welke interventies het
best aansluiten bij de probleemdefinitie, bij de normen, waarden en motivatie van de
hulpvrager en bi de kennis, vaardigheden en mogelijkheden van de hulpverlener.
Op grond van het onderzoek en de wetenschappelijke kennis over mogelijke interventies en hun effectiviteit
wordt besloten welk concreet behandelplan het meest haalbaar en effectief zal zijn. De uiteindelijk gekozen
interventie completeert de behandelingstheorie. Samen met de ontstaanstheorie vormt deze de theorie van
het individuele geval.
Ad4. Wanneer het plan is vastgelegd én geaccordeerd door de hulpvrager(s) kan de interventie worden
uitgevoerd.
Ad5. De monitoring moet twee aspecten van het proces bewaken.
1. Treatment integrity/ implementation fidelity: Wordt de interventie uitgevoerd zoals gepland was?
2. Heeft de interventie het gewenste en verwachte effect? (Aan de hand van de afgesproken criteria)
Ad6. Het belangrijkste blijft het vaststellen van de uiteindelijke effectiviteit van de interventie.
Iedere regulatieve fase heeft dus zijn eigen onderzoeksvragen. Vragen die via een empirische cyclus worden
beantwoord als het hypothesen betreft.
De professionele relatie
De vraag om hulp vraagt van de hulpverlener enerzijds betrokkenheid en inlevingsvermogen (empathie),
anderzijds een onderzoekende en kritische houding, waarbij objectivering op zijn plaats is (distantie).
Als hij voldoende distantie weet te behouden, heeft hij meer ruimte om weloverwogen en objectief te
reageren.
Een hulpvrager zoekt niet alleen naar een objectiverend-afstandelijk en deskundig onderbouwd begrip van zijn
problemen, maar wil zich ook gehoord en begrepen voelen. Die subjectieve inleving motiveert zowel de
hulpvrager als de hulpverlener en is noodzakelijk voor een goede werkrelatie. Een hulpverlener die te weinig
distantie houdt kan zelf emotioneel uitgeput raken (compassion fatigue).
Cultuur: collectieve mentale programmering die de leden van een groep onderscheidt van een andere groep.
Ook binnen de eigen cultuur zijn subculturen met onderling belangrijke verschillen. Bij intercultureel contact
gaat het dus niet om fundamenteel andere communicatieve vaardigheden, maar om graduele verschillen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller soraya3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.