Aantekeningen van de hoorcolleges en samenvatting van het boek Fundamentals of Human Neuropsychology, hoofdstuk 1-27. Vak: Neuropsychologie (PABA3021).
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete Guide | Grade A+.
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete Guide | Grade A+.
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete A+ Guide
All for this textbook (22)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Bachelor Pedagogische Wetenschappen
Neuropsychologie (PABA3021)
All documents for this subject (21)
2
reviews
By: indy-lynn • 2 year ago
By: fatimarouguy • 3 year ago
Seller
Follow
Anneeeeeee
Reviews received
Content preview
NEUROPSYCHOLOGIE
COLLEGE 1
Hoofdstuk 1
Wat is neuropsychologie?
- Bestudeert relatie tussen hersenen en gedrag.
- Maakt gebruik van inzichten vanuit andere disciplines.
Wat is gedrag?
> Moeilijk om te definiëren; gaat niet alleen over uiterlijke dingen, wat je ziet
Kenmerken:
- Heeft zowel doel als functie
- Reactie op omgeving
- Bepaald door endocriene systeem
Gedrag varieert in:
- Complexiteit
- De mate waarin het automatisch en aangeboren is. Sommige dingen zitten er vanaf de
geboorte in.
- De mate waarin het is aangeleerd. Mate van intelligentie bijvoorbeeld.
Historische visies op hersenen en gedrag (hoofdstuk 1)
- De Oudheid: discussie over waar de gedachte zat: in het hart versus het brein. Wanneer je in
het hart gestoken werd, was je dood, dus zijn er geen gevoelens meer. Maar toen men een
keer een speer in de hersenen overleefde, was er vanalles mis.
o Hippocrates: de hersenen is de plek waar alles zit.
o Empedocles
o Galen
o Aristoteles en het Mentalisme
Er zit een soort psyche in je lijf, waardoor je bepaald gedrag gaat doen.
▪ Psyche = mind
▪ Psyche verantwoordelijk voor het gedrag
> Grote invloed op moderne neuropsychologie
- Middeleeuwen en Renaissance: op observatie gebaseerde neuroanatomie
o Leonardo da Vinci
o Vesalius
- 17e eeuw: begin van moderne wetenschap van het brein
o Descartes en het Dualisme
▪ Lichaam = stoffelijk; geest = niet stoffelijk
▪ Lichaam-geestprobleem
- 18e eeuw: elektriciteit van het brein
o Galvani: wanneer hersenen leven, is er elektriciteit aanwezig
- 19e eeuw: lokalisatie van functies
o Gall en Spurzheim
> Frenologie: bepaalde hersengebieden zijn verantwoordelijk voor bepaalde functies.
o Paul Broca
o NB-er: Monsieur Leborgne (‘Tan’)
o Gebied van Broca (productie van taal)
Heeft als eerste een gebied te definiëren wat ook echt klopte met gedrag.
o Darwin en het Materialisme: gedrag verklaren door de werking van het zenuwstelsel;
er is geen rol voor de mind
- 20e eeuw: Neurotransmitters, psychofarma
Historische visies op hersenen en gedrag
, - Gedistribueerde functies
o Voorheen dacht men dat (kleine) gebieden specialistische functies hebben. Dat is
deels wel zo, maar grote functies zijn meestal over de hersenen verdeeld.
- Hiërarchische organisatie: er zijn basisstructuren, zoals het geheugen.
o Meerdere geheugensystemen
o Twee hersenhelften
o Bewuste en onbewuste …
Neuroscience in de 21e eeuw
- Nieuwe methoden, opkomst hersenscantechnieken
- Intensievere samenwerking tussen disciplines
- Nieuwe inzichten verschijnen in hoog tempo > sterke toename van publicaties (echter niet
allemaal evidence-based; ontstaan neuromythes)
- Onderzoeksgeld voor fundamenteel en toegepast onderzoek
Hoofdstuk 2
Ontstaan van complexere brein
- Mutaties in genen
- Omgeving (survival of the fittest)
- Voedsel (fatty acids)
Miljoenen jaren geleden liepen er al apen rond die dezelfde bouw hebben als wij. Met grote kaken. In
de loop der tijd worden de kaken steeds kleiner en de hersenen steeds groter. De visuele cortex is
gaandeweg steeds groter geworden: we vonden het belangrijk om goed te kunnen zien, verder weg en
beter kleuren onderscheiden. Het frontaal kwab is tenslotte het grootst geworden: het kunnen leren,
concentreren, plannen. Dit is ook het gebied wat nog het meest ontwikkeld is en wat per mens ook
nog veel kan verschillen.
Grootte brein en gedrag
Een walvis heeft grote hersenen om zichzelf voort te bewegen en niet om hoger cognitief denken.
Male/female brein
Mannen hebben grotere hersenen, terwijl vrouwen het vaak beter doen. Dat komt omdat we ook
relatief grotere lijven hebben.
,Maar alles is tegenwoordig verpakt in taal, zelf rekenen. Daarom hebben jongens meer problemen.
Vergelijkend onderzoek
Vergelijkingen binnen een soort zijn vaak al moeilijk en tussen soorten nog meer.
Toch kan dergelijk onderzoek meerwaarde hebben als het gaat om onderzoek dat minder makkelijk of
niet ethisch bij mensen uitgevoerd kan worden.
Neurologische modellen van Parkinson bij muizen, ratten en apen geven toch informatie die nuttig
zijn bij het bestrijden van Parkinson bij mensen.
Hoe verder een dier van ons af staat, hoe minder makkelijk nog iets relevant voor de mens is.
Relatie 1: Genotypen ouders en genotype kind
Genetisch materiaal wordt doorgegeven via chromosomen; lange draadachtige moleculen bestaande
uit DNA. Dragen alle biochemische instructies die betrokken zijn bij vorming en functioneren van een
organisme.
Genen zijn delen van chromosomen: basiseenheden van erfelijkheid.
Relatie 2: Genotype en Fenotype van kind
Hoewel elke cel in je lichaam kopieën bevat van alle genen die je van je ouders hebt gekregen, komen
slechts enkele van deze genen tot uitdrukking. Uit twee ‘dommige’ ouders kunnen wel slimme
kinderen komen. Of andersom.
Relatie 3: Omgeving en Fenotype van kind
Zoals model laat zijn, zijn de observeerbare eigenschappen van kind het resultaat van de interactie
tussen de omgevingsfactoren en de genetische aanleg. Als je iets niet kunt oefenen, word je er ook
niet beter in. Dat geldt ook voor de hersenen. Door de fysieke ruimte in te richten, zodat kinderen
geprikkeld worden, daag je ze ook meer uit om zelf na te denken en zelf dingen te kunnen.
Relatie 4: Fenotype en omgeving van kind
- Kinderen scheppen actief hun eigen omgeving.
- Dankzij hun aard en gedrag roepen ze bepaalde reacties van anderen op.
, - Ze kiezen ook actief hun omgeving en ervaringen die hun interesses, talenten en
persoonlijkheidskenmerken ondersteunen.
Punnette vierkant Mendel
HOOFDSTUK 7
Het elektrische brein
Meer activiteit in de hersenen wil niet zeggen dat er ook meteen meer gebeurt. Het ene gebied werkt
remmend en het andere stimulerend.
Single cell
Een naald wordt in de hersenen gebracht om te kijken wanneer ze gestimuleerd werden.
Elektro-encefalogram (EEG)
Wat is het verschil per punt in elektrische lading.
Wordt gebruikt bij slapen; bewustzijnsniveaus:
,Wat ze hier ontdekt hebben dat de eerste slaap heel lang duurt; kan wel een uur tot twee duren. Het
tweede deel duurt half keer zoveel. Wanneer je dat drie of vier keer hebt gehad, heb je een goede
nachtrust. Het mag dan niet onderbroken worden.
Epilepsie
Een paar hersengebieden worden actiever en wanneer alles mee gaat doen, heet het een epileptische
aanval.
Event-related potentials (ERP)
Er ligt al een actie klaar (readiness potential) na 300ms, waarop alleen nog een beslissing kan komen.
> Hebben wij een vrije wil? We maken niet echt zelf beslissingen, we zeggen alleen ‘ja’ en ‘nee’
tegen dingen; vooral ‘nee’.
Cognitief neuropsychologen zeggen daarom dat het enige dat we eigenlijk bewust doen, vooral
onszelf remmen in ons gedrag is.
,Dus als je moe of dronken bent, geef je eerder toe aan impulsen, omdat je niet meer op de rem kunt
trappen.
Dat zegt veel over elektrische signalen, maar minder over wat er in de hersenen zit.
Statische imaging
- Röntgenstraling
- Pneumoencephalogram
- Angiografie
- Tomografie
> Niet te vaak doen, is niet goed voor je.
Dynamische imaging
- Positron emission tomografie (PET)
- (Functional) magnetic resonance imaging ((f)MRI): duur, omdat het veel data kost en het veel
kost om die data ergens te bewaren
- Diffusion tensor imaging (DTI)
- Resting state
Breinstimulatie
- Deep brain stimulation
- Transcranial magnetic stimulation
Afgelopen tien jaar hebben ze door middel van magneten (eigenlijk omgekeerde van MRI) die zorgen
dat elektrische velden in je hersenen aangepast worden. Het idee hierachter is dat mensen die
hersengebieden hebben die te veel activeren, even zo'n ding erop gedaan wordt en afgeremd wordt.
HOOFDSTUK 1 - The development of neuropsychology
Traumatic brain injury (TBI) = een wond aan het brein als gevolg van een klap op het hoofd.
Traumatische hersenschade kan zorgen voor veranderd gedrag en slechtere functionaliteit van de
hersenen. Je hebt neuropsychologische testen nodig om te zien welke hersendelen beschadigd zijn.
Neuropsychologie = de wetenschappelijke studie over de relatie tussen hersen functioneren en
gedrag. Neuropsychologie gebruikt informatie van verschillende disciplines. Neuropsychologie is
beïnvloed door twee theorieën:
- Hersen theorie = het brein is de bron van gedrag
- Neuron theorie = de eenheid van hersenstructuur en functie is het neuron
1.1 The brain theory
Mensen wisten al hoe het brein eruitzag, voordat ze wisten wat het allemaal deed.
Wat is het brein?
De hersenen bestaan uit twee symmetrische hersenhelften: de rechterhemisfeer en de
linkerhemisfeer. Het hersenvocht (cerebrospinal fluid) is een zoute vloeistof in het brein dat
functioneert als schokdemper en het helpt bij het verwijderen van metabolisch afval. Het beschermt de
hersenen. De cerebrale cortex is een laag om de hersenen heen, wat lijkt op de schors van een boom.
- Gyri = de vouwen/uitstulpingen in de cortex
- Sulci = de inkepingen tussen de gyri
Grote sulci noemt men fissuren. De longitudinale fissuur scheidt de twee hersenhelften van elkaar
en de laterale fissuur verdeeld beide hersenhelften in tweeën. De Corpus callosum (hersenbalk)
verbindt de twee hersenhelften met elkaar.
De cerebrale cortex bestaat uit vier delen (kwabben)
- Temporaalkwab (zijkant)
- Frontaalkwab (voorkant)
De hersenschors vormt het grootste deel van de voorhersenen. De overgebleven ‘buis’ onder de
cortex vormt de hersenstam. Deze is verbonden met het ruggenmerg.
Hoe verhouden de hersenen zich tot de rest van het zenuwstelsel?
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. De hersenen worden
beschermd door de schedel en het ruggenmerg wordt beschermd door ruggenwervels. Het centrale
zenuwstelsel is verbonden met de rest van het lichaam door zenuwcellen. Sommige cellen brengen
informatie en sommige cellen verzenden informatie.
Deze zenuwstellen vormen het perifeer zenuwstelsel en dit zorgt voor het versturen van informatie
tussen het centraal zenuwstelsel en het lichaam. Het perifeer zenuwstelsel kan zichzelf herstellen na
een beschadiging en het centrale zenuwstelsel kan verloren weefsel herstellen.
Somatisch zenuwstelsel zorgt ervoor dat we kunnen bewegen en zorgt voor interacties met de
buitenwereld. Sensorische paden zorgen voor informatie-uitwisseling voor specifieke zintuigen,
zoals gehoor, zicht en aanrakingen. Motorische paden zijn groepen van zenuwen dat de hersenen en
het ruggenmerg verbindt met de spieren in het lichaam.
- Sensorisch: van lichaam naar hersenen. Geeft een signaal naar hersenen.
- Motorisch: van hersenen naar lichaam. Geeft een signaal af wat zorgt voor beweging.
Autonoom zenuwstelsel zorgt voor het functioneren van onze organen en beheert onbewuste
lichaamstaken.
De hersenen werken kruiselings. Je rechterkant van je lichaam wordt bestuurd door je
linkerhersenhelft en andersom.
1.2 Perspectieven op het brein en gedrag
Het centrale onderwerp in neuropsychologie is wat de relatie tussen het brein en gedrag is. Hierover
zijn drie klassieke theorieën.
Aristoteles: Mentalisme
Aristoteles denkt dat een niet-stoffelijke psyche (ziel) verantwoordelijk is voor menselijk gedrag.
Volgens hem is de psyche onafhankelijk van het lichaam, maar het werkt door het hart. De psyche is
je geest. Mentalisme: de psyche, geest, van een persoon is verantwoordelijk voor gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anneeeeeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.