Dit is mijn samenvatting van H1-H4 van het boekje Economische modellen. Het is een overzichtelijk bestand, waarin met dik gedrukte woorden is aangegeven wat belangrijk is. Daarnaast staan de formules duidelijk uitgelegd.
H1: Conjunctuur en structuur
Conjuncturele werkloosheid = door het teruglopen van de vraag ontstaat conjuncturele
werkloosheid
- onderbesteding = EV < productiecapaciteit → werkloosheid
productiecapaciteit = maximale productie
- overbesteding = EV > productiecapaciteit → tekort aan goederen →
prijsstijging
→ inflatie
- bestedingsevenwicht = EV = productiecapaciteit
Effectieve vraag (EV) = totale bestedingen (gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland)
Bezettingsgraad = welk deel van de productiecapaciteit wordt ingeschakeld
- productie / productiecapaciteit x 100%
Conjunctuur = schommelingen in bestedingen tov productiecapaciteit
- trendmatige groei = ontwikkeling van de productiecapaciteit
- schuine lijn → EV
- opgaande conjunctuur / economisch herstel = toename bestedingen
- recessie = als nationaal product daalt
- neerwaartse conjunctuur = afname bestedingen → onderbesteding
- depressie = economische krimp over een periode van jaren
Vraagzijde:
- gezinnen / consumenten: nationale particuliere consumptie
- ondernemingen: investeren
- overheid:
● overheidsinvesteringen
● overheidsconsumptie
- buitenland: export en import
- EV = Cp + O (Cg + Io) + Ip + E - M
Aanbodzijde:
- oorzaak van crisis kan ook komen door problemen met productieproces of
productiekosten → productie wordt bepaald door productiefactoren
- structurele werkloosheid = als door veranderingen in de aanbodzijde van de
economie werkloosheid ontstaat
● kwantitatief probleem: te weinig arbeidsplaatsen
● kwalitatief probleem: beschikbare arbeiders passen niet bij arbeidsplaatsen
- structurele ontwikkeling = productiecapaciteit verandert door veranderingen in
hoeveelheid (kwantiteit) en kwaliteit van de productiefactoren kapitaal, arbeid, natuur,
ondernemerschap
- knelpuntfactor = productiefactor die het minst beschikbaar is
, H2: Klassieken en Keynes
Klassieken:
- Adam Smith
- werkloosheid kan worden bestreden door loonkosten te verlagen
- marktmechanisme = economie blijft automatisch in evenwicht
→ overschot → daling prijs etc.
hetzelfde geldt voor arbeidsmarkt
→ werkloosheid → daling loon → aantrekkelijker om werknemers aan te
nemen
Keynesianen:
- loon = koopkracht
- loon↓ → EV↓ → productie↓ → inkomens↓
- overheid moet zorgen voor extra vraag
● bestedingen omhoog (overbesteding → bestedingen omlaag)
● belastingen omlaag (overbesteding → belastingen omhoog)
- werklozen hebben minder geld te besteden → productie↓ → premies↑
- lonen moeten tijdens laagconjunctuur omhoog
- sneeuwbaleffect = EV↑ → productie↑ → werkgelegenheid↑ → inkomens↑ →
consumptie↑ → productie↑ etc… → kettingreactie
- overheid verdient door een belastingverlaging een deel van haar belasting
terug
→ inkomen↑ → inkomstenbelasting↑
of consumptie↑ → btw-inkomsten↑
Conjunctuurpolitiek = afwisselend gas geven en afremmen door de overheid
→ Anticyclisch conjunctuurbeleid = tegen de conjunctuur ingaan
H3: Keynes’ basismodel
Economisch model = vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid
→ er worden verbanden tussen economische grootheden gelegd
- analytisch model: om te verklaren hoe de werkelijkheid in elkaar zit
- voorspellend model: hoe de economie zal verlopen
- beslissingsmodel: door welke maatregelen de economie wordt beinvloedt
- conjunctuurmodel: vraagmodellen voor de korte termijn
Particuliere sector: gezinnen en bedrijven
Inkomensevenwicht: Y = EV
Toegevoegde waarde / nationaal product (W) = waarde de bedrijven toevoegen aan
waarde van de ingekochte grondstoffen en hulpstoffen
Nationaal inkomen (Y) = primaire inkomens bij elkaar opgeteld
- deel van het inkomen wordt geconsumeerd (C) of gespaard (S)
- gespaarde geld kan worden uitgegeven aan
aandelen = eigendomsbewijzen, obligaties = schuldbekentenissen of op een
spaarrekening
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathaliej. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.