Dit document bevat de leesvragen die horen bij de literatuur bij de cursus Opvoeding en Maatschappij. Ter voorbereiding op het tentamen.
Let op: Deze vragen komen uit het jaar 2021/2022, het kan zijn dat de leesvragen uit latere jaren niet helemaal hetzelfde zijn als deze (maar het kan alsnog hand...
Solomon – leesvragen hoofdstuk 1: Zoon
1. Solomon bespreekt in dit hoofdstuk twee belangrijke begrippen: verticale
identiteit en horizontale identiteit. Leg uit wat hieronder wordt verstaan en
illustreer je antwoord met een voorbeeld.
Verticale identiteiten: Eigenschappen die we gemeen hebben met onze ouders. Identiteit
wordt door de ene generatie doorgegeven aan de andere. Kenmerken en waarden worden
door de generaties heen van ouder op kind overgedragen, niet alleen via het DNA maar
ook door gedeelde culturele normen. Voorbeelden zijn etniciteit, taal, religie en
nationaliteit (behalve voor immigranten). Taal is een verticale identiteit omdat (vaak) je
ouders hun taal doorgeven aan jou, en jij dus ook die taal spreekt.
Horizontale identiteiten: Intrinsieke of verworven eigenschappen die de ouders niet
hebben. Die persoon moet dan zijn/haar identiteit vinden bij een peer-groep
(gelijkgestemden). Horizontale identiteiten kunnen het gevolg zijn van recessieve genen,
willekeurige mutaties, prenatale invloeden of waarden en voorkeuren die een kind niet
deelt met zijn ouders. Voorbeelden zijn homoseksualiteit (meeste kinderen hebben
heteroseksuele ouders, ze leren hun homoseksuele identiteit kennen door observatie en
deelname aan een subcultuur buiten het gezin), lichamelijke handicaps, genialiteit,
psychopathie (meeste misdadigers volgen het criminele pad uit eigen beweging), autisme
en geestelijke beperkingen.
2. ‘Wij gebruiken vaak ziekte als we een bepaalde gesteldheid in een negatief
daglicht willen stellen en identiteit als we die positief willen bevestigen. Dat is een
vals onderscheid.’ (p.15). Wat bedoelt Solomon hiermee en welke visie kun je
hieruit afleiden?
Solomon bedoelt hiermee dat wij ziekte en identiteit als 2 aparte dingen zien. Waarbij alle
negatieve eigenschappen/gesteldheden als ziekte worden beschouwd, en alle positieve als
onderdeel van je identiteit. Volgens Solomon verwerpt de identiteitsvisie ziektes, en de
geneeskunde onderkent te weinig het identiteitsaspect, ze schieten dus beiden tekort.
Solomon wil ze niet als apart beschouwen, maar als verenigbare aspecten van een
aandoening, want het een (de ziekte) sluit het ander (het hebben van een identiteit in die
ziekte) niet uit. Dus de negatieve toon aan ziekte en de positieve aan identiteit is niet
passend.
3. Francis Fukyama (sociale theoreticus, p.33), spreekt van een ‘postmenselijke
toekomst’ waarin we de variëteit van de mensheid elimineren. Welke trends
dragen hieraan bij?
De trends van plastische chirurgie, de modetrends waarin bepaalde
kledingstukken/kledingstijlen hip zijn en iedereen die wil dragen, botox, cosmetische
ingrepen, abortus, groeihormonen toedienen om kinderen langer te maken, hazenlip
herstellen, ambigue geslachtskenmerken normaliseren, uitvoeren van prenatale tests.
4. Ouders van kinderen met een ‘beperking/afwijking’ kunnen hun opvoedingstaak
verschillend beleven. Solomon illustreert dit aan de hand van een aantal studies.
Kun je enkele resultaten hiervan kort toelichten?
- Simon Olshansky (1962): De meeste ouders met een geestelijk onvolwaardig kind
dragen heel hun leven een diep verdriet met zich mee, ongeacht of ze het kind thuis
houden of ‘ergens plaatsen’. De ouders van een geestelijk gehandicapt kind hebben
, 2
weinig toekomstperspectief: ze zullen altijd worden belast door de niet-aflatende
behoeften en de blijvende afhankelijkheid van het kind. De ellende, de beproevingen,
de momenten van wanhoop zullen doorgaan tot zij zelf of hun kind dood gaan. Wellicht
kan alleen de dood een einde maken aan dit chronische verdriet.
- Aaron Antonovsky: Sense of coherence, een besef van samenhang. Ouders die hun
verwachtingen niet vervuld zien worden door een kind met een horizontale identiteit,
hebben veerkracht nodig om zonder bitterheid hun toekomst nieuwe inhoud te kunnen
geven. Ook het kind heeft veerkracht nodig en idealiter bevorderen de ouders dat.
- De zorg voor kinderen met een handicap veroorzaakt dat je biologische leeftijd sneller
toeneemt dan je chronologische leeftijd, wat kan leiden tot vroegtijdige reumatische
aandoeningen, hartfalen, een verminderde immuunfunctie en eerder overlijden door de
veroudering van de cellen.
- Volgens tal van studies komt echtscheiding vaker voor bij ouders van kinderen met
een handicap, maar volgens een even groot aantal is het aantal echtscheidingen bij
zulke ouders aanzienlijk lager. Volgens weer andere is het aantal echtscheidingen even
groot als bij de rest van de bevolking. Voor ouders die slecht kunnen omgaan met hun
gehandicapte kind is het een uitputtingsaanslag, terwijl ouders die dat goed kunnen er
kracht uit lijken te putten, maar het is voor allemaal zowel uitputtend als kracht
gevend.
- Deborah Kent (2000): zij is blind, haar man niet. Haar man hoopte dat hun kind niet
blind zou zijn. Dit deed haar pijn. Zij zou haar kind alle kansen geven om zich te
ontplooien tot een volwaardig mens en lid van de maatschappij. Voor haar was blind
zijn deel van identiteit, voor haar man een ziekte.
- Alice Domurat Dreger: Sommige ouders ervaren een normaliserende operatie absoluut
niet als een afwijzing van hun kind, voor hen is het een uiting van volkomen en
onvoorwaardelijke liefde. Maar ouders willen ook vaak chirurgische oplossingen omdat
ze zich als ouder onzeker voelen over hun kind, ze denken dat ze dan beter met het
kind kunnen omgaan.
- Dick Sobsey & Kate Scorgie: Ouders van kinderen met een betrekkelijk milde handicap
zullen zich waarschijnlijk makkelijker kunnen aanpassen aan hun situatie door kleine of
oppervlakkige veranderingen. Voor ouders van kinderen met ernstige beperkingen
daarentegen, zal het waarschijnlijk moeilijker of zelfs onmogelijk zijn om hun leven op
de oude voet voort te zetten. Zij zullen daardoor eerder een transformatieproces
doormaken.
- De mannen en vrouwen die geloven dat het grootbrengen van een gehandicapt kind
hun kennis of hoop heeft gegeven die ze anders niet zouden hebben gehad, vinden
waarde in hun leven. Bij ouders die deze mogelijkheden niet zien, is dat echter vaak
niet zo.
5. Het boek ‘Ver van de boom’ is tot stand gekomen na uitvoering onderzoek door
Solomon zelf. Hoe is zijn studie te typeren en welke kritiek kun je hier als
wetenschapper op hebben?
Hij heeft een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Hij heeft in 10 jaar tijd meer dan 300
gezinnen geïnterviewd. Sommigen heeft hij heel kort geïnterviewd en andere heel
diepgaand. Niet alle interviews heeft hij verwerkt in zijn boek. Hij werkte vanuit een
psychodynamisch model, dat ervan uitgaat dat zoals de mensen op hem reageren binnen
een journalistieke, neutrale context, een afspiegeling in het klein is van hoe ze met de
wereld omgaan. Hij heeft in zijn boek een mening/visie die hij naar voren wil brengen, en
daar gebruikt hij de interviews voor. Zijn onderzoek is dus niet objectief en dat is wel een
kritiekpunt bij wetenschappelijk onderzoek. De vraag is ook of het representatief is.
Kwalitatief, niet alle interviews verwerkt.
, 3
6. Wat wordt er bedoeld met ‘het sociale model van handicap’
Van internet, kon het in het boek niet meer terugvinden:
Het sociale model van handicap identificeert systemische barrières, denigrerende attitudes
en sociale uitsluiting (opzettelijk of onopzettelijk), die het moeilijk of onmogelijk maken
voor personen met een beperking om hun gewaardeerde functies. Het sociale model van
handicap wijkt af van het dominante medisch model van handicap, dat is een functionele
analyse van het lichaam als een machine die moet worden gefixeerd om te voldoen aan
normatieve waarden. Terwijl fysiek, zintuiglijk, intellectueel of psychologisch variaties
kunnen individuele functionele beperkingen of beperkingen veroorzaken, deze hoeven niet
noodzakelijkerwijs te leiden tot onbekwaamheid tenzij de samenleving geen rekening
houdt met mensen, ongeacht hun individuele verschillen. Het sociale model van handicap
is gebaseerd op een onderscheid tussen de termen bijzondere waardevermindering en
onbekwaamheid. In dit model is het woord bijzondere waardevermindering gebruikt om te
verwijzen naar de feitelijke attributen (of het ontbreken van attributen) die van invloed zijn
op een persoon, zoals het onvermogen om zelfstandig te lopen of te ademen. Het
woord onbekwaamheid wordt gebruikt om te verwijzen naar de beperkingen die door de
samenleving worden veroorzaakt wanneer deze niet gelijkwaardige aandacht en
aanpassing schenkt aan de behoeften van personen met een handicap.
Sociale modellen willen een inclusieve samenleving, er is een onderscheid tussen een
functiebeperking en een handicap. Doordat er barrières zijn in de maatschappij wordt de
functiebeperking van mensen een handicap.
7. Hoe verhouden de begrippen ‘herstel/reparatie van het lichaam en ‘het
wegnemen van sociale vooroordelen’ zich tot elkaar?
Herstel van het lichaam en het wegnemen van diepgewortelde sociale vooroordelen zijn
doelstellingen die zich moeizaam laten verenigen. Zowel het een als het ander kan
ongewenste gevolgen hebben. Soms gaan lichamelijke ingrepen gepaard met diepe
traumatische ervaringen en wordt ertoe overgegaan onder ongerechtvaardigde sociale
druk. Een vooroordeel wegnemen kan ook het einde betekenen van de rechten die iemand
dankzij het bestaan ervan geniet.
Dus, je kan gepaard onder de druk van sociale vooroordelen dus tot herstel/reparatie van
je lichaam over gaan maar daar traumatische ervaringen aan overhouden, maar je kan ook
dus rechten kwijtraken door een vooroordeel weg te nemen: mensen met een handicap
worden beschermd door zwakke wetgeving en als hun handicap wordt gezien als een
identiteit in plaats van een ziekte, kunnen zij die bescherming kwijtraken.
Vooroordelen worden niet zomaar weggenomen door reparatie van het lichaam.
8. Wat is het verschil tussen een ‘sociale visie’ en een ‘ humanistische visie’ op
kinderen/mensen met een ‘beperking’? (p.60)
Sociale visie: De verscheidenheid aan mensen maakt de wereld interessanter.
Humanistische visie (met medische ondertoon): We moeten het lijden van elk mens naar
ons beste kunnen verlichten.
Sociaal: mensen met beperking maakt de wereld uniek
Humanistische: Hoe kunnen we (de wereld) mensen met beperking helpen/ er mee
omgaan
9. De titel van het eerste hoofdstuk is ‘Zoon’. Waarom denk je dat Solomon voor
deze titel heeft gekozen?
, 4
Allereerst gaat het eerste hoofdstuk over het krijgen van een (gehandicapt/beperkt/anders
dan anderen) kind en hoe ouders hier mee omgaan. Solomon zelf is homoseksueel, en
vertelt dit ook in dit hoofdstuk. Hij had het gevoel dat zijn ouders zijn homoseksualiteit als
identiteit niet volledig accepteerde, en zijn omgeving ook niet. Omdat dit hoofdstuk dus
over het krijgen van kinderen gaat maar ook over hemzelf, denk ik dat Solomon voor de
titel ‘Zoon’ heeft gekozen.
Overig
Intersectionaliteit = De theorie dat verschillende vormen van onderdrukking elkaar in stand
houden, dat je bijvoorbeeld seksisme niet kunt uitroeien zonder racisme te bestrijden.
Solomon – leesvragen hoofdstuk 2: Doof
1. Solomon schrijft “Doofheid geldt als een weinig voorkomende handicap.” (p. 73). Wat
bedoelt hij daarmee?
Dat de prevalentie laag is. Daarnaast verschaft de Dovencultuur ook een manier om jezelf te
zien, niet als iemand met een beperking, maar iemand die ook kan communiceren door middel
van taal (gebarentaal). Waarbij doofheid dus geen handicap is maar een manier van leven.
2. Gehoorscreening bij geboorte en cochleair implantaten zijn gangbaar in de
tegenwoordige praktijk: het doel is om doofheid zo vroeg mogelijk te diagnosticeren
en om taalachterstand zoveel mogelijk tegen te gaan. Met name de CI wordt gezien
als een manier om doofheid te ‘genezen’. Noem een praktische reden en een
ideologische reden waarom dit niet correct is.
Praktisch: Na de inbreng van de CI zou het kind nog een hoortraining moeten ondergaan om
de signalen te leren interpreteren (kan een jaar duren), dus het is niet echt genezen. Het CI
geeft slechts een effect dat op horen lijkt. Daarnaast moeten de hersenen zich aanpassen
omdat ze ineens auditieve informatie moeten interpreteren, dat kan niet-effectief of irritant
zijn bij doven die op volwassen leeftijd een CI krijgen.
Ideologisch: Het kind kan de fijne nuances van gesproken taal niet horen, implantaten bieden
alleen grof en gebrekkig geluid. Als het kind geen gebarenonderwijs heeft gehad, zal het in
beide ‘werelden’ niet volledig kunnen communiceren en het gevoel kunnen krijgen dat het
nergens thuis hoort.
Het gaat ook voorbij aan het keuzerecht van het kind.
3. Dove kinderen groeien op in een wereld die gebaseerd is op geluid, en dus gesproken
taal. Welke ontwikkelingsrisico’s hebben dove kinderen met betrekking tot
taalverwerving en taalontwikkeling, en welke mogelijke gevolgen heeft dit voor
andere ontwikkelingsgebieden?
Wanneer het dove kind geprobeerd wordt te leren spreken zal het de spraak onvoldoende
ontwikkelen, en zal het kind het later met het leren van gebarentaal ook moeilijker hebben. Als de
gebarentaal eerst wordt aangeleerd zal het kind beter taal ontwikkelen omdat het via gebarentaal
al een basis heeft. De cognitieve ontwikkeling zal op een reguliere school minder zijn omdat het
kind niet alles begrijpt/kan volgen, op een internaat is dit verschil er niet.
4. Solomon noemt Bridget, zij werd seksueel misbruikt. Het is algemeen bekend dat
seksueel misbruik vaker voorkomt bij doven. Wat zouden mogelijke oorzaken hiervan
zijn?
- Minder begrip voor doven
- Doven zijn makkelijker doelwit omdat ze geen nee kunnen ‘zeggen’
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DTV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.