MDKA 1 Historisch Overzicht Modern:
Samenvatting tentamen
Gombrich, “The Story of Art”, pp. 475-506: 2
Janson's, “History of Art (19e eeuw)”, pp. 859-922: 2
Schivelbusch, “Panoramic Travel”, pp. 92-100: 5
Raizman, “History of Modern Design”, pp. 11-13, pp. 57-59, pp. 61-69, pp. 81-85, pp.
148-151 en pp. 196-204: 6
Margolin, “World History of Design”, pp. 289-90: 8
Talbot, “The Pencil of Nature”, pp. 1-13: 8
Bazin, “‘Ontology of the Photographic Image & The Myth of Total Cinema”, pp. 9-22: 9
Benjamin, “The Work of Art in the Age of Mechanical Reproduction”, pp. 217-251:
https://www.youtube.com/watch?v=blq9sCIyXgA 10
Benjamin, “On some motifs in Baudelaire”, pp. 313-355: 11
Marcus, “Introduction to Modern Design: Its History from the Eighteenth Century to
the Present”, pp. 121-127, 139-141 en 146-153: 14
Kunstmanifesten, “I, II, III & IV”, pp. 1-15: 15
Mount, “Stenberg Brothers”, pp. 1-9: 23
Reichmann, “The UFA Story”, pp. 73-79: 24
Janson's, “History of Art (naoorlog)”, pp. 1035-1051: 24
Williams, “Television: Technology and Cultural Form”, pp. 1-25: 25
Spigel, “Make Room for TV: Television and the Family Ideal in Postwar America”, pp.
36-72: 28
Bibliografie: 30
1
,Gombrich, “The Story of Art”, pp. 475-506:
Voor de moderne tijd waren alle kunstenaars gevestigd in gilden en kon de mens niet zonder
de kunst. De aristocratie gebruikte de kunst nog steeds om hun huizen en kastelen te
versieren, zoals portretten om status aan te geven. Dus het doel van de kunst bleef voor een
hele lange tijd hetzelfde en niemand twijfelde daaraan. Echter waren er wel discussie over
de schoonheid van kunst en de vaardigheden van de kunstenaar, maar het afbeelden van
de klassieke oudheid bleef de norm voor de schoonheid en de kunstenaar moest de natuur
bestuderen. Tevens zorgde de Reformatie wel voor een verandering van onderwerpen voor
de kunst. Aan het eind van de 18e eeuw begon dit beeld te veranderen, onder andere door
de Franse Revolutie in 1789 en door de eeuw van de rede. Er zijn twee veranderingen die
plaats vonden:
- Kunstenaars gingen nadenken over het gebruik van Stijl en gingen er niet van uit dat
de ‘dominante’ stijl de juiste is. Vele opkomende Neo-architectuurstijlen zijn hier een
voorbeeld van.
- De leer van de kunst ging van het assisteren van de kunstenaar naar het leren op de
academie. Daarnaast werden er tentoonstellingen gehouden op de academie, omdat
meerdere kopers liever de kunst van de oude meesters kochten. Zo ging het van een
persoonlijke opdracht naar het maken voor tentoonstelling om kunstcritici en kopers
aan te trekken.
- Tot slot werd er door kunstenaars gezocht naar nieuwe onderwerpen voor hun kunst.
Voorheen was de kunst thema gebonden: Bijbelse verhalen, Griekse mythologie,
Romeinse heldendaden en allegorische personificaties. De nieuwe onderwerpen
waren: eigentijdse (niet klassieke) historische gebeurtenissen, vanuit de eigen
fantasie (zonder correcte afmetingen) en landschap schilderijen.
In de 19e eeuw liep de kunstenaar tegen verschillende problemen aan. De Industriële
Revolutie was begonnen en veel werd sneller en efficiënter geproduceerd. Zo werd de jaren
oude ambacht overgenomen door de goedkope productie met machines. Ook doordat de
kunstenaar uit meer onderwerpen kon kiezen werd het moeilijker om zijn brood te verdienen.
De koper heeft namelijk een bepaald beeld is zijn hoofd, kan de kunstenaar hier niet aan
voldoen dan kan hij niet verkopen. Maar als hij het tegen zijn zin wel doet, dan gaat hij tegen
zijn eigen waarden en normen in. Echter zorgt deze ontwikkeling wel voor individualiteit in de
kunst in de 19e eeuw.
Janson's, “History of Art (19e eeuw)”, pp. 859-922:
- Realisme:
Door de Industriële Revolutie kwamen er meerdere klassen in de samenleving, waaronder
ook arme arbeiders. Deze arbeiders werden niet gerepresenteerd in de regering en
daardoor kwam er in 1848 een opstand, waar meerdere opstanden in Europa op volgde. Met
deze instelling, anti-conservatief en anti-academie, kwam ook het realisme op. Ze vonden
dat het onderwerp hedendaags moest zijn (il faît son temps) en dan vooral met nadruk op
de arbeidersklasse. Hierdoor is het realisme ook een politieke stijl die de arbeiders en
plattelandsmensen vertegenwoordigen.
Bekende kunstenaars:
- Gustave Courbet is een bekende schilder van het realisme. Hij schilderde
democratisch waarbij er alle figuren zo realistisch mogelijk werden afgebeeld
en de compositie gelijk was (niemand werd groter of beter afgebeeld).
2
, Daarnaast waren zijn schilderijen emotieloos en zonder iconografische
betekenis. Hij maakte zijn schilderijen niet idealer dan dat ze waren, gewoon
de keiharde waarheid.
- Jean-François Millet was meer een romantische realist met een dramatische
twist aan zijn schilderijen. Echter geeft hij de arbeiders wel status door ze
groot en midden op het doek te schilderen, ze worden echt het onderwerp.
- Honoré Daumier was een lithograaf die vooral illustraties maakten voor
kranten. Hier maakte hij humoristische karikaturen met een politieke en
sociale boodschap. Hij schilderde ook, maar werd afgewezen voor de
tentoonstelling. Hierdoor schilderde hij in privé en heeft nog 1x iets ingestuurd
voor zijn dood.
- Rosa Bonheur schilderde vooral dieren op een academische manier (echter
ook realistisch). Ze was een vrouw die vooral inging op de rechten van de
vrouwen en meerdere dingen deed om de mannelijke dominantie tegen te
gaan.
- Édouard Manet schilderde eigentijdse afbeeldingen op een academische
manier. Hierbij maakte hij gebruik van meerdere oudere, goedgekeurde
schilderijen en veranderde ze in alledaagse figuren. Hierbij liet hij duidelijk
zien dat de nudes van de academische kunst simpel weg ook gewoon bloot
zijn en dat het niks meer te maken heeft met de Griekse/Romeinse verhalen.
Met deze realistische, schokkende schilderijen begon Manet het
modernisme. Tevens stond hij bekend als een flâneur.
- Edgar Degas maakte schilderijen van plekken die nog nooit eerder zijn
opgevallen of afgebeeld. Zo schilderde hij de muzikanten tijdens een
balletvoorstelling, ipv het dansoptreden zelf. Zijn scherpe ogen vingen types
uit alle lagen van de samenleving, van de bourgeoisie en artiesten tot de
sociaal gemarginaliseerde mensen en de arbeidersklasse. Daarnaast is hij
hoogstwaarschijnlijk beïnvloed door het Japonisme (scherpe contouren,
‘radicale’ compositie, felle kleuren, etc).
- Impressionisme: (begin Avant-Garde kunst)
Het woord impressionisme komt van een criticus die vond dat de werken nog niet af waren,
alleen een impressie met grove penseelstreken. Net als het realisme heeft het
impressionisme een schetsmatige onafgemaakte blik, een gevoel van het moment en een
verlangen om lijken modern. De onderwerpen gaan vooral over vrije tijd van de nouveau
riche en het veranderen van het landschap tijdens de Industriële Revolutie. Ze deden het
meeste van hun werk en plein air, een ontwikkeling mogelijk gemaakt door de komst van
verf in tubes, en ze schilderde wat ze zagen niet wat ze wisten.
Bekende kunstenaars:
- Claude Monet was de leider van de ontwikkeling van het impressionisme. Hij
gebruikte snelle penseelstreken om landschappen en industriële
onderwerpen vast te leggen. Hij gebruikte hierbij primaire en secundaire
kleuren, die samen complementaire kleuren vormde voor een extra kleurrijk
geheel.
- Auguste Renoir was samen met Monet een van de voorvaders van het
impressionisme. Maar was meer geïnteresseerd in het alledaagse leven dan
Monet.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Quintybbm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.