2024/2025 ANATOMY 10TH EDITION ALL CHAPTERS TEST BANKS EXAM LATEST UPDATE GRADED A+
All for this textbook (1)
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Celbiologie 1
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
MelissavanderVeen
Content preview
Anatomie Fysiologie 2:
Les 2.1:
Boek: hoofdstuk 2, pagina 57-71 (10th edition) of 66-79 (11th edition)
Leerdoelen:
- Uitleggen van het verschil is tussen monomeren en polymeren
- Uitleggen hoe de dehydratie- en hydrolysereacties verlopen
- Bouw en kenmerken van koolhydraten, vetten, eiwitten en nucleïnezuren
kennen
- Kunnen uitleggen hoe koolhydraten, vetten, eiwitten en nucleïnezuren van
elkaar verschillen
- De meeste macromoleculen zijn polymeren, die weer bestaan uit monomeren.
- Vetten zijn wel biomoleculen maar zijn geen polymeren.
- Monomeren zijn de bouwstenen van polymeren
- Dehydratiereactie koppelt monomeren tot polymeren
- En door hydrolyse breekt de polymeer weer af tot monomeren
Koolhydraten:
- Polymeren van suikers (monosachariden)
- De algemene structuur van monosacharide is C nH2nOn
- Wanneer het achtervoegsel –ose er staat, verwijst dit naar een suiker
- De monosachariden bevatten 3 tot 7 koolstof atomen
- De locatie van de carbonylgroep is op de ketose of aldose (zie pp. 1 blz. 9)
- Ze kunnen lineair van vorm zijn maar zijn vaak ring vormig
- Belangrijk voor de cel is glucose
Waarvoor zijn koolhydraten belangrijk?
- Voor de opslag van energie
In dierlijke cellen (spier en lever) wordt glucose opgeslagen in vertakte
ketens: glycogeen.
- Voor de opbouw van cellen/weefsels
Gebonden aan eiwitten in de extracellulaire matrix het geeft structuur en
stevigheid.
Vetten:
- Zijn belangrijke macromoleculen maar zijn geen polymeren
- Ook zijn vetten hydrofoob
Lipiden zijn hydrofoob
- Olie en limonade mengen niet
Belangrijkste soorten in ons lichaam:
- Triglyceriden
- Fosfolipiden
,- Steroïden
Triglyceriden
- Zijn geen plymeren
- 3 vetzuren worden d.m.v. de dehydratiereactie aan glycerol gekoppeld
- Zijn hydrofoob
- Vetzuren variëren in lengte en het aantal dubbele bindingen
- Functie: opslag van energie
Fosfolipiden
- Gycerol + 2 vetzuren + fosfaatgroep
- Fosfaatgroep is hydrofiel, de vetzuren zijn hydrofoob
- Functie: Bouwstof van biomembranen (bv. celmembraan)
- Hydrofiele kop en hydrofobe staart.
Steroïden
- Lipiden die bestaan uit koolstofringen
- Cholesterol is een belangrijk steroïode
- Functie: signaalmoleculen (hormonen), bouwstof (celmembraan)
Verzadigde en onverzadigde vetzuren
-Verzadigde vetzuren hebben geen dubbele binding en zijn lineair van vorm
-Onverzadigde vetzuren hebben een dubbele binding en zijn niet lineair van
vorm,
aangezien zij door de dubbele binding meer ruimte nodig hebben is het molecuul
‘geknikt’
Het plasmamembraan
- Opgebouwd uit fosfolipiden
- Bilaag, hydrofiele koppen aan de buitenkant
- Hydrofobe staarten aan de binnenkant
Eiwitten:
- De bouwstenen van eiwitten zijn aminozuren.
- Alle aminozuren hebben een carboxylgroep (COOH) en Aminogroep (NH2)
- Per aminozuur: rest-groep die de activiteit bepaalt
- 20 verschillende aminozuren: 6 polair, 9 apolair en 5 geladen (zie p.p. 1 blz 27-
29)
Eiwitten worden gevouwen
- Dit is nodig voor de functie
- Conformatie : correcte vouwing
- De vorm bepaalt de functie (3D)
- Aminozuren bepalen grotendeels de 3D-structuur van een eiwit
- Verandering van 1 aminozuur kan grote gevolgen hebben sikkel cel anemie
Eiwitten zijn heel belangrijk
- 50% van de organische stoffen in het lichaam is eiwit
- Eiwitten verzorgen vele verschillende functies
Katalysator van bepaalde reacties binnenin de cel (enzymen)
Structuur van de cel
, Opslag
Transport
Beweging
Enzymen zijn ook eiwitten
- katalyseren chemische reacties
- Enzymen worden weergegeven met het achtervoegsel –ase
- Enzymen zetten substraat om in product
Nucleïnezuren:
- Zin de dragers van erfelijke informatie
Twee soorten:
- DNA (deoxyribonucleïnezuur)
- Codeert voor alle activiteiten in de cel
- In de kern
- Dubbelstrengs
- RNA (ribonucleïnezuur)
- Wordt afgeschreven van DNA (transcriptie) en vertaald naar eiwit
(translatie)
- Enkelstrengs
- mRNA = messenger RNA
- tRNA = transfer RNA
- rRNA = ribosomaal RNA
De bouwstenen zijn: Nucleotiden
- stikstofbase
- suiker
- fosfaatgroep
- Streng wordt gevormd door binding fosfaatgroep en suikergroep
De DNA helix: Twee nucleotidenstrengen vormen een spiraal om een
denkbeeldige as
Adeonosinetrifosfaat (ATP) : ATP is een gemodificeerde nucleotide
- ATP ADP + P + engergie
- ATP kan geen polymeer vormen
Leerdoelen:
- De algemene opbouw van de cel kennen
- In een model van de cel het celmembraan, de kern en het cytoplasma kunnen
aanwijzen
- De opbouw en functie van de verschillende celorganellen kunnen benoemen
- De opbouw en functie van het cytoskelet kunnen benoemen
Cellen en weefsels:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MelissavanderVeen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.