KERN VAN HET INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
A. NOLLKAEMPER
DRUK 7
___________________________________________________________________________
H1 – BEGRIP EN AARD VAN HET INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
1.1 – Inleiding
Internationaal recht werkt door in de Nederlandse rechtsorde (93 Gw).
Internationaal recht gaat voor nationaal recht bij botsing (94 Gw).
1.2 – Geschiedenis
-
1.3 – Omschrijving
1.3.1 – Algemene omschrijving
Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale
gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan entiteiten die publiek gezag uitoefenen
(staten en internationale organisaties) en biedt een juridisch kader waarbinnen zij deze
bevoegdheden uitoefenen.
1.3.2 – Het internationale element
De internationale rechtsbronnen:
1. Gewoonterecht
2. Verdragen
3. Besluiten van internationale organisaties
4. Algemene rechtsbeginselen
Recht dat uit deze rechtsbronnen voortvloeit wordt aangeduid als internationaal recht.
Dualisme: de internationale en nationale rechtsorde zijn gescheiden
- Voordeel: autonomie van staten
Monisme: de rechtsorde bestaat uit zowel internationaal als nationaal recht
- Voordeel: bescherming van het volk tegen de staat
De rechtsgevolgen van internationaal recht in de nationale rechtsorde worden uitsluitend
bepaald door nationaal recht.
Beide rechtsordes hebben hun eigen gerechtelijke organen.
,1.3.3 – Het publieke element
De 2 kenmerken van internationaal publiekrecht:
1. Legitimeert en reguleert uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap
2. Beschermt publieke belangen (veiligheid etc.)
Soms is het onderscheid niet heel duidelijk: publieke taken (regulering van drinkwater etc.)
worden overgelaten aan private instituties.
Internationaal publiekrecht regelt in belangrijke mate rechtsbetrekkingen tussen gelijke
partijen (staten).
1.3.4 – Het juridische element
Voor de rechtszekerheid is het van belang dat juridische regels prevaleren boven morele en
politieke regels.
Criteria voor onderscheid tussen juridische en niet-juridische regels:
1. Rechtsregels zijn afkomstig uit de 4 bronnen van internationaal publiekrecht
2. Rechtsregels zijn onderdeel van een systeem dat schending van een norm verbindt met
een sanctie
- De internationale rechtsorde heeft geen centraal gezag dat recht kan afdwingen,
maar heeft wel procedures voor handhaving en afdwinging van rechtsregels.
Internationale organisaties (Veiligheidsraad VN en gerechtelijke instanties) houden
toezicht op de naleving. Staten kunnen via sancties andere staten ertoe brengen het
recht na te leven.
1.4 – Organisatie
De internationale rechtsorde heeft geen gemeenschappelijk en centraal gezag. Het publiek
gezag wordt uitgeoefend door de lidstaten zelf. Nederland heeft wel bepaald dat
bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak kunnen worden overgedragen aan
volkenrechtelijke organisaties (92 Gw).
1.5 – Onderdelen
1.5.1 – Algemeen deel
Algemeen deel: beginselen en leerstukken die op alle deelgebieden van internationaal
publiekrecht van toepassing zijn.
- Hoe komen rechtsregels tot stand, hoe worden zij toegepast, wat zijn de gevolgen van
schending etc.
1.5.2 – Bijzondere delen
Bijzondere delen: internationaal strafrecht, internationaal belastingrecht etc.
,1.5.3 – Het recht van de Europese Unie
-
H2 – RECHTSSUBJECTEN
2.1 – Inleiding
Rechtssubjecten: personen of entiteiten die de bekwaamheid bezitten om deel te nemen
aan het rechtsverkeer in de internationale rechtsorde.
- Staten, internationale organisaties, individuen
2.2 – Het begrip rechtssubjectiviteit
Gevolgen rechtssubjectiviteit:
1. Verdragen sluiten
2. Rechten hebben
3. Rechten afdwingen
4. Plichten hebben
5. Aansprakelijkheid voor plichten
Volledige rechtssubjectiviteit > op alle bovenstaande manieren aan het rechtsverkeer
kunnen deelnemen (zoals staten)
Beperkte rechtssubjectiviteit > op een aantal manieren aan het rechtsverkeer kunnen
deelnemen.
2.3 – Criteria voor rechtssubjectiviteit
Rechtssubjectiviteit is te herkennen aan rechten, bevoegdheden en verplichtingen.
2.4 – Staten
Staten oefenen, onafhankelijk van andere staten, publiek gezag uit over een grondgebied en
de daar levende bevolking.
2.5 – Internationale organisaties
Internationale organisaties = intergouvernementele organisaties.
- Kunnen worden opgericht door staten en internationale organisaties zelf teneinde publieke
taken uit te voeren
- VB: VN, EU
Internationale organisaties hebben uitsluitend die bevoegdheden, rechten en plichten die
staten uitdrukkelijk aan hen hebben toegekend.
, 2.6 – De facto-regimes
De facto-regimes: nietstatelijke entiteiten die feitelijk effectief gezag uitoefenen over een
deel van het grondgebied van een bestaande staat en de daar levende bevolking.
- Groepen die tegen de staat in opstand komen (zoals ISIS)
Staten kennen de facto-regimes liever geen rechtssubjectiviteit toe, maar dit moet wel om
ze te onderwerpen aan regels.
2.7 – Bevrijdingsbewegingen
Bevrijdingsbewegingen: groeperingen die vechten tegen een koloniale mogendheid of een
bezette macht.
2.8 – Internationale non-gouvernementele organisaties
NGO’s hebben geen internationale rechtssubjectiviteit.
2.9 – Multinationale ondernemingen
Multinationale ondernemingen = ondernemingen die in meer dan 1 staat economisch actief
zijn. Ze zijn niet onderworpen aan internationaal recht.
2.10 - Natuurlijke personen
Individuen hebben vooral in de nationale rechtsorde rechtssubjectiviteit. In het
internationaal recht hebben zij een aantal rechten en in een beperkt aantal gevallen kunnen
ze deze ook afdwingen. Ook hebben zij in het internationaal recht een aantal verplichtingen
en kunnen zij worden vervolgd voor internationale misdrijven.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannahoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.