Samenvatting inkomstenbelasting winst
Hoofdstuk 4
De belastbare winst uit onderneming wordt in art. 3.2 Wet IB omschreven.
Niet alleen bij ondernemers is er sprake van winst uit onderneming, er zijn ook andere
winstgenieters.
Een onderneming is:
- Een duurzame organisatie (niet incidenteel),
- Van kapitaal en arbeid
- Die erop gericht is om deel te nemen aan het maatschappelijke productieproces (het
economische verkeer, buiten eigen kring),
- Met het oogmerk winst te behalen (verwachten is hier belangrijker dan winst als
doel).
Soms worden de activiteiten eerst niet als onderneming aangemerkt, maar zijn ze na verloop
van tijd toch wel winstgevend. Dan wordt de winst vanaf dat moment alsnog in de heffing
getrokken en mogen de verliezen, van maximaal 5 jaar voor die periode, alsnog in
aanmerking worden genomen (art. 3.10 Wet IB en art. 5. Uitv.reg. IB).
In de wet is het zelfstandig uitgeoefende beroep gelijkgesteld met een onderneming (art. 3.5
Wet IB). Het element kapitaal is hier ondergeschikt aan de kennis, zoals bij artsen,
advocaten, notarissen en architecten.
Voor de inkomstenbelasting zijn er drie bronnen van arbeidsinkomen:
- Winst uit onderneming
- Loon uit dienstbetrekking
- Resultaat uit overige werkzaamheden
De beoordeling van welke sprake is, vindt in deze volgorde plaats.
Ondernemer: zie art. 3.4 Wet IB. De ondernemer moet zelfstandig een onderneming drijven,
waarbij sprake is van een zekere continuïteit. Essentieel is dat de ondernemer
ondernemersrisico loopt.
Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen betekent niet voortgevloeid uit een
huwelijksgemeenschap of nalatenschap.
In art. 3.3 lid 1 Wet IB worden andere winstgenieters genoemd. Dit zijn:
- De belastingplichtige die winst geniet, anders dan als ondernemer of aandeelhouder,
als medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming (medegerechtigden).
Neemt wel (financieel) deel, maar is niet of slechts beperkt aansprakelijk. Beëindiging
cv of liquidatiesaldo maakt niet uit (art. 3.3 lid 2 Wet IB). Letter a.
- De belastingplichtige die voordelen geniet uit hoofde van een bepaalde
schuldvordering op een ondernemer, ten behoeve van een voor zijn rekening
gedreven onderneming (schuldeisers met specifieke vorderingen).
,De vennootschap onder firma (vof) en de maatschap zijn samenwerkingsverbanden van
personen. Ze zijn geen rechtspersonen. Bij de vof is er sprake van geheel (hoofdelijk) privé
aansprakelijk.
Bij de maatschap is ieder aansprakelijk voor zijn aandeel in de schulden van de maatschap.
De maatschap en vof zijn niet zelf belastingplichtig voor de inkomstenbelasting. Bij een vof
of maatschap (tussen natuurlijke personen) geeft iedere vennoot/maat zijn aandeel in de
winst aan.
Het gehele winstaandeel is winst uit onderneming, ook voor zover dit bestaat uit een
kapitaalvergoeding en een arbeidsvergoeding.
Bij een man-vrouwfirma of -maatschap leidt het verdelen van de winst over beide
echtgenoten meestal tot een tariefvoordeel wegens het progressieve tarief in box 1.
Ook zou je een meewerkaftrek kunnen toepassen.
Een commanditaire vennootschap (cv) is een samenwerkingsverband met één of meerdere
beherende vennoten, die geheel privé aansprakelijk zijn, en één of meer commanditaire
vennoten.
De commanditaire vennoot geniet winst uit onderneming, tenzij er sprake is van een open
commanditaire vennootschap. Bij een open cv kan een stille vennoot zijn belang verkopen
zonder dat hij daarvoor toestemming van andere vennoten nodig heeft. De open cv wordt
belast via de vennootschapsbelasting en de commanditaire vennoot wordt gezien als een
aandeelhouder. Als het belang van de commanditaire vennoot in een open cv 5% of meer
bedraagt, valt dit in box 2 en als het belang kleiner is valt het in box 3.
Afbeelding: cv, in welke box?
Een bv of nv betaalt vennootschapsbelasting over haar winst, en geen inkomstenbelasting.
De aandeelhouders worden niet rechtstreeks verbonden voor verbintenissen en zijn
hierdoor geen ondernemer.
, Om te zorgen dat alle ondernemersfaciliteiten niet voor de activiteiten met een zeer kleine
omvang binnen handbereik komen, heeft de wetgever het urencriteriu geïntroduceerd (art.
3.6 Wet IB). Dit houdt in dat er een minimumaantal uren besteed moet zijn aan de
onderneming om in aanmerking te komen voor bepaalde ondernemersfacaliteiten.
Urencriterium speelt een rol bij:
- Oudedagreserve (art. 3.67 e.v. Wet IB)
- Zelfstandigenaftrek (art. 3.76 Wet IB)
- Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (art. 3.77 Wet IB)
- Meewerkaftrek (art. 3.78 Wet IB)
Een ondernemer hoeft niet aan het urencriterium te voldoen om de mkb-winstvrijstelling
(art. 3.79a Wet IB) en de stakingsaftrek (art. 3.79 Wet IB) te mogen toepassen.
Een belastingplichtige voldoet aan het urencriterium als:
- Hij gedurende een kalenderjaar ten minste 1.225 uur besteedt aan werkzaamheden
voor een of meer ondernemingen waaruit hij als ondernemer winst geniet, en
- De tijd die in totaal wordt besteed aan die ondernemingen en het verrichten van
werkzaamheden, in de zin van belastbaar loon en resultaat overige werkzaamheden,
grotendeels (50% of meer) wordt besteedt aan die ondernemingen.
De laatste eis geldt niet als de ondernemer in een of meer van de 5 voorafgaande
kalenderjaren geen odnernemer was (startende ondernemer).
Ondernemer mag zelf weten hoe hij dit aannemelijk maakt en aantoond. Ook de indirecte
uren, zoals het bijwonen van een voorlichting, tellen mee.
Bij een zwangerschap vindt er een versoepeling plaats. De onderneemster wordt geacht
tijdens haar zwangerschap de normale uren te hebben gemaakt (art. 3.6 lid 5 Wet IB).
Bij een maatschap of vennootschap onder firma tussen bijvoorbeeld echtgenoten of ouders
en kinderen, voldoet een vennoot niet altijd aan het urencriterium ook al werkt hij meer dan
1.225 uur in de onderneming. Als de werkzaamheden van een vennoot hoofdelijk van
ondersteunende aard zijn en het bovendien ongebruikelijk is dat een dergelijk
samenwerkingsverband tussen niet verbonden personen wordt aangegaan (geen
privérelatie), tellen de werkzaamheden van die vennoot niet mee voor zijn urencriterium
(art. 3.6 lid 2 letter a Wet IB).
Ondermaatschappen tellen ook niet mee voor het urencriterium. Hierbij geniet de
belastingplichtige zelf geen inkomen uit de onderneming, maar een aan hem verbonden
persoon wel (art. 3.6 lid 2 letter b Wet IB).
Afbeelding: Wel of niet voldaan aan het urencriterium?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouk611. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.53. You're not tied to anything after your purchase.