Het belastingrecht maakt deel uit van het publiekrecht. Vooral dwingend recht.
Dividendbelasting mag worden verrekend.
Als in een wet wordt verwezen naar een algemene maatregel van bestuur, wordt verwezen
naar een uitvoeringsbesluit.
De van behoorlijk bestuur zijn in de rechtspraak ontwikkeld en soms vastgelegd in de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Als je het niet eens bent met een opgelegde aanslag, moet je eerst bezwaar maken bij de
Belastingdienst. Vervolgens kun je in beroep gaan bij de rechtbank en – als dat nodig mocht
zijn – daarna in hoger beroep bij het gerechtshof. Tot slot bestaat nog de mogelijkheid om in
cassatie te gaan bij de Hoge Raad.
De Belastingdienst moet bij het uitoefenen van haar werkzaamheden verantwoording
afleggen aan het ministerie van Financiën.
IB Volksverzekeringen
Bijzondere ziektekosten bij oude dag
Alle burgers
Overheid
Ambtenaren salarissen
Defensie
Onderwijs Premies van personen
Voor personen
Werknemers
Ziekte, ontslag, arbeidsongeschikt
Voorbeeld volksverzekering: AOW
Wie zorgt voor het innen van de premie volksverzekeringen en de premies
werknemersverzekeringen:
- Ze worden beide geïnd door Belastingdienst
Hoofdstuk 1
Manieren van de overheid voor financiering:
- Belastingen
Belastingen worden o.a. gebruikt voor wegen en openbare orde. Voorbeelden zijn
inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting.
Retributies moet een burger betalen, omdat hij diensten afneemt. Voorbeelden zijn afgeven
van rijbewijs en bouwvergunning.
Sociale premies:
- Premies volksverzekeringen: Om uitkeringen te kunnen betalen. Bijv. AOW-premie.
- Premies werknemersverzekeringen: Komen ten laste van de werkgever. WIA, ZW,
ZvW (zorgverzekeringswet) en WW.
Overige inkomsten, zoals uit de verkoop van gas.
Belastingheffing dient als financieringsmiddel. Ook probeert de overheid op deze manier
bepaald gedrag te stimuleren of ontmoedigen. Bijvoorbeeld:
- Stimulering van startende ondernemers (startersaftrek)
- Verkleining van inkomensverschillen (specifieke heffingskortingen, zoals de
ouderenkorting)
- Bescherming van de gezondheid (accijns)
- Bescherming van het milieu (milieuheffingen)
Het belastingrecht is onderdeel van het Publiekrecht (verhouding overheid-burgers)
Privaatrecht is burgers onderling.
Materieel recht: Wijze waarop moet worden bepaald hoeveel belasting er verschuldigd is.
Formeel recht: Gaat vooral over de verhouding Belastingdienst-Belastingplichtige.
Belastingplichtige heeft verplichtingen.
Belastingdienst heeft grenzen voor bevoegdheden.
Groeperingen belastingen (in dit boek):
- Wetgeving voor centrale overheid en lagere overheden:
Centrale overheid mag ib en ob heffen. Opslag motorrijtuigenbelasting is voor de
provincie. De gemeente mag de aanslag ozb opleggen.
- Directe en indirecte belastingen.
Direct: Belasting wordt geheven bij degene die de belasting betaald. Bijv.
loonbelasting, ib, dividendbelasting.
Indirect: Degene bij wie de belasting wordt geheven, belast het door. Bijv. ob.
, - Tijdstip- en tijdvakbelastingen:
Tijdvakbelasting: Bijv. ib moet over een heel kalenderjaar. Een ander voorbeeld is
vennootschapsbelasting. Dit is ook voor een langere periode.
Tijdstipbelasting: Bijv. overdrachtsbelasting. Moet betaald worden wanneer de
woning wordt overgedragen.
- Aanslag- en aangiftebelastingen:
Verschil gaat vooral om de volgorde.
Aanslagbelasting: Belastingplichtige dient zijn aangifte in. De Belastingdienst legt een
belastingaanslag op. Als de belastingplichtige deze heeft ontvangen hoeft hij pas te
betalen. Bijv. ib en vennootschapsbelasting. Er zit nogal wat tijd tussen. Er kunnen
voorlopige aanslagen worden aangeboden. De verschuldigde belasting wordt
bepaald door een inspecteur.
Aangiftebelasting: Belastingplichtige doet aangifte en moet gelijk betalen. Wanneer
de aangifte niet klopt, moet de Belastingdienst naheffen op restitueren. Voorbeelden
zijn: loonbelasting, dividendbelasting en ob.
- Subjectieve en objectieve belastingen:
Bij subjectieve belastingen wordt rekening gehouden met het subject, de persoon
zijn omstandigheden (leeftijd, wel/geen kinderen). Bijv. ib.
Bij objectieve belasting wordt hier geen rekening mee gehouden. Bijv.
overdrachtsbelasting.
Beginselen ten grondslag aan ons systeem van belastingheffing:
- Draagkrachtbeginsel:
Hoe hoger je inkomen, hoe meer je moet betalen (ib).
- Profijtbeginsel:
Iedere Nederlander heeft profijt van de zaken die de overheid voor haar rekening
neemt. Er is niet altijd een direct verband. Bijv. onderwijs wanneer je dit niet volgt.
Wel heb je baat bij een goed opgeleide samenleving. Komt niet tot uiting in de
tarieven in een Belastingwet.
- Beginsel van de minste pijn:
Belasting heven zonder dat de belastingplichtige dit echt merkt. Bijv. wanneer er
loonbelasting op je loon wordt ingehouden. Het nettobedrag komt op je rekening.
- Beginsel van de bevoorrechte verkrijging:
Belasting betalen bij een financiële meevaller. Bijv. kansspelbelasting en erfbelasting.
Geschreven en ongeschreven bronnen belastingrecht:
- Wetgeving:
Ter bescherming van de grondrechten. Onderscheid van de grondrechten.
Onderscheid tussen:
, Verticale werking: Grondrechten in relatie tussen overheid en burger.
Horizontale werking: Handhaving van grondrechten tussen burgers en/of
rechtspersonen onderling. Is veelal niet wettelijk geregeld.
Eerste en tweede kamer zijn verantwoordelijk voor de structuur van de diverse
belastingwetten (art. 81 gw).
- Uitvoeringsregelingen en –besluiten:
Delegatiebepalingen: In een wet wordt verwezen naar een andere regeling.
Uitvoeringsregelingen en –besluiten zijn voorbeelden van delegatiebepalingen.
Als in een wettekst staat dat het een en ander nader geregeld is in een algemene
maatregel van bestuur, kan dit worden vastgelegd in een uitvoeringsbesluit.
Als er staat dat het een en ander nader wordt uitgewerkt in een ministeriële regeling,
dan is dat terug te vinden in de uitvoeringsregeling die bij de betreffende wet hoort.
Bij een uitvoeringsregeling- en besluit gelden bij het opstellen minder formele eisen
dan bij een wet.
- Europese richtlijnen:
Een burger kan zich op een richtlijn beroepen als deze niet tijdig in de Nederlandse
wet is vastgelegd. De overheid kan dit niet.
- Besluiten:
Staatssecretaris van Financiën kan via een besluit aangeven hoe hij denkt dat de
wetgeving moet worden uitgelegd. Wordt ook wel pseudowetgeving genoemd.
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur:
Een van de belangrijkste beginselen is het vertrouwensbeginsel. Een
belastingplichtige moet erop kunnen vertrouwen dat de Belastingdienst zijn
toezeggingen nakomt. Een ander belangrijk beginsel is het gelijkheidsbeginsel; gelijke
gevallen moeten op eenzelfde manier worden behandeld.
- Rechtspraak (jurisprudentie):
Wanneer de wettekst niet helemaal duidelijk is, kan de rechter van verschillende
wetsuitleggen uitgaan:
- Hoe moet de tekst worden gelezen? (grammaticale uitleg)
- Wat is er gezegd bij het tot stand komen van de wet? (historische uitleg)
- Wat was de bedoeling van de wetgever? (teleologische uitleg)
- Hoe zit de systematiek van de wet in elkaar? (systematische uitleg)
- Wat zijn de maatschappelijke ontwikkelingen op dit punt? (anticiperende uitleg)
Nagenoeg geheel -> 90% of meer
Hoofdzakelijk -> 70% of meer
Grotendeels -> meer dan 50%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouk611. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.