100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Staatsrecht periode 1 $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Staatsrecht periode 1

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting + tips uit de les van periode 1

Preview 3 out of 22  pages

  • November 5, 2021
  • 22
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Staatsrecht les 1.1

De beginselen van de Belgische staatsinrichting

1) Het ontstaan van België:
Verenigd koninkrijk der Nederlanden  Willem 1 (der Nederlanden)
1772-1843
2 politieke stromingen: Liberalen (ondernemers, kapitaalkrachtigen; FR)
Katholieken
Belgische omwenteling 1830: 2 stromingen kwamen in opstand tegen Willem 1.
Waarom?
Liberalen werden geconfronteerd met NL-taal van Willem 1
Katholieken was protestant dus Willem 1 bemoeide zich in het katholieke geloof.
Aanleiding? Brussel toneelstuk (stommen van portichi)
Belgische onafhankelijkheid  Nationaal Congres moest keuzes maken. België gaan
‘organiseren’  Belgische grondwet uitgeschreven.


2) België is een grondwettelijke monarchie:
2.1) De grondwet als juridische grondslag van het Belgisch staatsbestel:
Wat doe je bij een grondwet? – hoofdlijnen staatsstructuur.
- Afdwingbaar (moet worden nageleefd, anders
sanctie)
- Strenge procedureregels (2/3 vd meerderheid
nodig voor grondwet te veranderen)
2.2) België is een monarchie:
België is een ‘koninkrijk’.
Republiek = president kan herkozen worden
Monarchie = koning kan niet herkozen worden. Bloedlijn. Kan voor stabiliteit zorgen
Leopold 1 Van Saksen Coburg. ‘Eerste koning’ was een Duitse prins, had
familiebanden met Engeland, dus perfect voor 1ste koning.

Het persoonlijk en grondwettelijke statuut van de koning:
- De erfelijkheid art. 85 Gw.
- De absolute onschendbaarheid en absolute
onverantwoordelijkheid art. 88 Gw.! Alleen voor de
dienstdoende koning (Filip)!!
Strafrecht: Koning kan niet veroordeeld worden
voor misdrijven.
Burgerlijkrechtervlak: niemand kan de Koning
dagvaarden. Bv: loodgieter zou de ‘Intendant’
dagvaarden. Houder v/d civiele lijst (deel vd
belastingen gaan naar civiele lijst)
Politiek vlak: koning moet zich nooit
verantwoorden in de politiek maar de ministers
wel. Telt voor de dienstdoende koning!
- De onbekwaamheid om alleen te handelen:

, Handelen op politiek vlak, hij mag niks alleen
ondernemen; nieuwe wet bevat handtekening van
koning en minsten 1 minister zodat koning niet
aansprakelijk kan gehouden worden =
tegentekening of contraseign. Hij wordt ‘gedekt’.
- Geen persoonlijke macht, maar wel politieke
invloed
Na verkiezingen speelt de koning een cruciale rol.
Informateur?
“Colloque singulier” : politicus die bij koning op bezoek komt heeft discretieplicht. Mag niet
zeggen wat er onder 4 ogen is besproken. Of buitengewoon overleg. = discretieplicht. De
troon mag niet ontbloot worden.

3) België is een rechtsstaat: “parlement”= kamer van volksvertegenwoordigers &
senaat
De trias- politicaleer:
° wetgevende macht: parlement & koning. Maken van wetten, controleren vd
uitvoerende macht
° uitvoerende macht: koning & regering (ministers). Het leiden vh land, uitvoeren vd
wetten.
Wetgevende & uitvoerende werken samen.
° rechterlijke macht: hoven & rechtbanken. Uitspraak doen over geschillen. Duidelijk
wel verschil

Kenmerken rechtsstaat:
- Gezagdragers dienen het democratisch tot stand
gekomen recht te respecteren
- Beslissingen worden gekozen door een
democratisch verkozen meerderheid. ‘Staking van
stemmen’ (juridisch gezien)
- Meerderheid moet in elk geval een aantal rechten
en vrijheden respecteren
- Over geschillen wordt beslist door een
onafhankelijk rechtscollege (infra: de
rechtsbescherming tegen de overheid = de
rechterlijke macht

4) België is een representatieve en parlementaire democratie
Evolutie stemrecht:
- Cijnskiesrecht 1831: alleen mannen konden
stemmen & je moest een cijns betalen. Franstalige
liberalen konden het alleen betalen.
- Algemeen meervoudig stemrecht 1893: alleen
mannen die cijns betaalde had 1 stem. Bepaalde
beroepen of diploma’s 1 of 2 stemmen erbij.
- Algemeen enkelvoudig stemrecht 1919: Alleen
mannen van 21 jaar mochten stemmen.

, - Algemeen vrouwenstemrecht 1948
- Vanaf 18 jaar stemmen 1981

Stemplicht sinds 1893: opkomstplicht, je hebt de verplichting om je op de dag van de
stemmen je naar de plaats te begeven met uw identiteitskaart en u brief.
Bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen heeft men beslist om geen stemplicht
meer te hebben 2024. Voor federale verkiezingen wel.

België is een representatieve democratie = via de verkiezingen laat de bevolking zich
vertegenwoordigen door parlementsleden om wetten te maken.

België is een parlementaire democratie = Politieke partijen kiezen de regering !! wij kiezen
het parlement maar niet de regering.

5) België is een federale staat:

De belangrijkste evoluties sedert 1830:
Burger: taalvrijheid (FR, NL…) >< overheidsinstellingen/ rechtscolleges (frans omdat
liberalere de belastingen konden betalen)
Dat zorgde voor grove wantoestanden t.o.v. de Nederlandstalige
1860 verhaal van koeken en goedhals  2 Vlamingen in Charleroi aan het werken
met de weduwe.

Vier taalgebieden 1964: territorialiteitbeginsel = In elk gebied 1 officiële taal
NEDERLANDS – taalgebied. FRANS – taalgebied…
Tweetalig Brussel gebied wordt omringd door Nederlands taalgebied.

1963: taalgrens niet meer veranderen in ruil voor ‘faciliteiten’ van de Fransen.
Faciliteiten= burger moet in eigen taal verder geholpen worden, Nl of Fr of Ds.
Faciliteiten gelden alleen voor Burgers niet voor de overheid.= gunstmaatregelen.
Territorialiteits beginsel.

Koningskwestie: volksraadpleging of referendum of ze Leopold 3 terug als koning
wouden. 53% wou hem terug. 72% Vlaanderen 48% Brussel 42% Wallonië.

Economisch Federalisme: Andre Renaert vakbondsafgevaardigde.
Eerste man die het verschil tussen het noorden en het zuiden naar boven heeft
gebracht

Opkomst politieke partijen: socialisten… Vlaamse partij en Waalse tegenhanger.

Grondwetherziening 1970

6) België is een verzorgingsstaat
België was van oorsprong een nachtwakersstaat. Uitbouw op verzorgingsstaat. DE
uitbouw van de welvaart (systeem van sociale zekerheid) ziekte-uitkering, invalide...

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yoniversteylen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added