Aantekeningen van de hoorcolleges van de cursus Vroegmoderne tijd (). Alleen van hoorcollege 3 zijn geen aantekeningen gemaakt. Verder zijn de aantekeningen gemaakt van opnames, dus ze zijn helemaal volledig (door pauzeren etc.).
Vroeg Moderne Tijd hoorcolleges
*behalve hoorcollege 3
Hoorcollege 1
Deel 1: vroegmoderne tijd (1500-1800)
alles wat je tegen komt verbinden aan deze 3 processen, voor overzicht.
1.(handels) kapitalisme = economie
Pandemie de pest. Europa was in de vroegmoderne tijd veel minder dichtbevolkt. Het was
dus veel leger. Gevolgen was dat de natuur veel meer kansen kreeg. S’nachts was het erg
donker, nog geen straatbelichting.
Vooral in lage landen en Italië veel verstedelijking, grootste deel woonde op het platteland.
Landbouw was veruit de belangrijkste sector werk, omzet. >economie. Eerste plaats denken
aan landbouw.
Steden hadden relatief weinig inwoners en het waren er weinig. Weinig verstedelijking dus
weinig marktverkeer. De markt was vooral aan het begin van de periode weinig. Maar
verstedelijking neemt toe, dus economie ook. Vooral in Italië en in de lage landen.
,Toenemende commercialisering, gevolgen voor de sociale structuur. Sociale tegenstellingen
namen toe, grote boeren beter profiteren, kleine boeren redde het niet>gedwongen om in
dienst te treden bij grote boeren. Loonafhankelijkheid werd groter vanaf 16de eeuw. Nog
andere gevolg, ze raakten op drift, migratiebeweging (bijvoorbeeld naar de lage landen).
Ander aspect van commercialisering> wereldhandel. In de middeleeuwen alleen via
middellandse zee. Veranderde 16e eeuw, Spanjaarden en Portugezen en later ook Engeland
en Nederland (17e eeuw).
samenvatting: proletarisering: kleine ondernemers steeds armer en meer overeenkomsten
met arbeidsklasse.
in standgehouden door concurrentie.
2. staatsvorming – politiek
de overheid was in de 17de eeuw niet wat wij gewend zijn. Het leger en de vloot waren bv in
Nederland bij 80% van uitgaven (geen cultuur etc). In de vroegmoderne tijd werd er bijna
permanent oorlog gevoerd. De staat was een oorlogsmachine. Het karakter veranderde in
onze periode aangrijpend, bv het vuurwapen. De gevaren en kosten namen toe. De feodale
legers maakte plaats voor beroepssoldaten, opkomst van loonafhankelijken zie je hier ook.
Meer kosten dus ook meer belasting> meer werken. Toenemende belastingdruk, factor in
commercialisering proces, gedwongen om deel van oogst op markt te verkopen
bijvoorbeeld. Commercialisering is het sociale proces waarbij goederen en diensten in
toenemende mate worden uitgebaat vanuit een winstoogmerk in plaats van voor eigen
gebruik of op basis van wederkerigheid.
Proces van staatsvorming verliep niet overal op dezelfde manier. 2 modellen. In stedelijke
gebieden was het makkelijker, markten, makkelijker belasting heffen, maar deze waren ook
mobiel. Dus overheden moesten kooplieden met zachte hand aanpakken, veel inspraak
mogelijkheden was hier. Agrarische steden was het moeilijker om geld binnen te harken.
Bevolking was minder rijk en boeren konden zich niet uit de voeten maken als de druk te
hoog werd. Dwang speelt hier een hogere rol. Bureaucratie.
Samenvatting:
3. reformatie = cultuur
,(twee onderwerpen hiervoor geen duidelijke begin datum, deze wel)
Maarten Luther, 1528, hij klaagde over mistanden in het wisdom van minds?
95 stellingen waarin hij zijn kritiek formuleerden. Ze werden ook verspreid door steden in
Duitsland. Hij ging de pers gebruiken om zijn denkbeelden verder te verspreiden. Had veel te
maken met opkomst nieuwe media.
Luthers ideeën verspreiden door uitvinding van Guttenberg, door uitvinding
(mediarevolutie) van drukken (printen). Waar boekdrukkers zaten werden brandhaarden
van reformatie. Sloeg ook aan omdat mensen hier politieke aantrekkelijkheden in zagen.
Zette proces van culturele verandering in. Welke kerk had het goed, nieuwe denkvormen
kerk bijbel >verlichting.
ontwikkelingen in 1800 was niet het beginpunt moderniteit, maar het sluitpunt van veel
andere belangrijke ontwikkelingen die hier mee te maken hadden, daarom ook
vroegmoderne tijd.
Deel 2: Renaissance
De noordelijke renaissance
artikel Nutell
10 april 1934 gent twee schilderijen Johannes de Doper en de rechtvaardige rechters (deze
werd niet terug gevonden) ontvreemd, maakten deel uit van een werk. (twee schilders van
Eyk). Een aantal mensen hebben gezegd dat ze weten waar het schilderij is (1992, 2008 bv).
het lam gods (van Eyk) is een van de belangrijkste schilderijen van de westerse
kunstgeschiedenis. Bekend door kleurenpracht. 3,5 meter hoog en 4,5 meter breed.
Katholiek. Kleurenpracht is te danken aan olieverf technieken op verschillende lagen
aanbrengen (van Eyk). Slaagt erin om het schilderij van binnenuit te laten oplichten. Lam
, gods is een mijlpaal in de kunstgeschiedenis. De noordelijke renaissance. Schilderijnen in
zuiden (Italië) en noorden, te danken aan hoge verstedelijking.
in Italië: vanaf late middeleeuwen, nieuw geïnspireerde door antieke (klassiek). Hoe je
ruimtes overtuigender kon weergeven door een verdwijnpunt(/assen) weer te geven
(Masaccio). Schilderijnen kwamen tot stand in opdracht van 3 opdrachtgeven: kerk (pausen,
kerken, kloosters), elites (medici (florence), gonzaga (mantue), sforza (milaan)) en
stedelingen. Jaarsalaris voor werk maken voor hof (van Eyk) de hertogen van Bourgondië.
Stedelijke contexten op schilderijen.
Allemaal voorbeelden in hc.
Kritiek vanuit Italië: Michelangelo, je ze kunnen daar aardig schilderen, maar ze kunnen geen
groot idee uitbeelden, alleen details bij elkaar voegen, geen samenvattend idee.
Ontbrak aan theoretische kennis, dachten kenners lang over van Eyk. Maar hij was wel
theoretische onderlicht maar richtte zich op de antieke wetenschap, op de waarneming.
Ideeën over hoe licht valt op objecten, die theorie omzetten in praktijk.
Nieuwe onderzoek: in Italië had men wel degelijk oog voor de schilderkunsten uit het
noorden (Artikel nutell).
Hoorcollege 2 (niet mee getypt, nog een keer kijken VOORAL DEEL 1)
deel 1 Europese expansie
nova Zembla.
Europese expansie, Portugal, markt in Antwerpen. Eerst goed voor Antwerpen, daarna niet.
Spaanse inname Antwerpen. Blokkade van de schelden?
Plancius onderschatte mogelijkheid zeevaart. In Amsterdam (naar Azië? Routes)
Traditionele route langs kaap van goede hoop naar Azië vanuit Nederland. Op deze manier
raakte nl ook betrokken.
Deel 2 VOC en WIC
vorige deel Hollanders probeerde via de noordoostelijke route bij Rusland naar Azië te
komen. Mislukten in het ijs van het noordpoolgebied. Contacten met Azië en hier winst uit
halen. Veel mensen verloren door deze handel hun leven. Had Europa profijt van al deze
handel? Wallerstein: er was een handelssysteem ontstaan, paar Europese landen hadden
hier veel voordeel. O’brien zei dat dit niet klopte. Cijfers zeggen dat aandeel in totaal
nationaal inkomen maar een klein percentage was. Wat gebeurde er in de 17 de eeuw, en in
hoeverre profiteerde landen hiervan?
16de eeuw Spanje en Portugal voorsprong in routes ontwikkelen en dus veel van die handel
reserveren, dit behielden ze door economische en militaire middelen. Andere landen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellyhamer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.