Week 1 ‘Ondernemingsvormen & Oprichting’
Literatuur Hoofdstuk 1 ‘Ondernemingsvormen’
I) Besloten Vennootschap (art. 2:175-2:274) & Naamloze Vennootschap (art. 2:64-2:164 BW)
De BV heeft een aantal karakteriserende kenmerken:
a. De BV is een kapitaalassociatie: Men kan slechts participeren via een aandeel in het kapitaal.
b. De BV is besloten: Men kan aandelen niet zomaar aan vreemden overdragen (art. 2:195 BW).
c. De BV beschermt de aandeelhouders: Ze zijn niet aansprakelijk (art. 2:175 BW).
De NV heeft ook een aantal karakteriserende kenmerken:
a. De NV heeft geen aandelen op naam. Dit leidt tot vrije overdraagbaarheid.
b. De NV vereist een minimumkapitaal van 45.000 euro (art. 2:67 lid 2 BW).
NB: Op straffe van aansprakelijkheid (art. 2:69 lid 2 sub b) of ontbinding (art. 2:74 lid 2 BW).
Aandelen
De aandelen van de NV en de BV hebben drie functies:
a. Vermogensmiddel (NV: art. 2:80 BW. BV: art. 2:191 BW).
b. Zeggenschap (NV: art. 2:118 BW. BV: art. 2:175 BW).
c. Winstverdeling (NV: art. 2:105 BW. BV: 2:216 BW).
Structuurregime
Voor de BV en NV geldt in principe het bovenstaande regime, maar…
… Indien er aan bepaalde grootte-criteria wordt voldaan, gelden er nadere voorwaarden.
a. Kapitaal van 16.000.000+ euro;
b. Meer dan 100 werknemers;
c. Verplicht ingestelde ondernemingsraad.
Gevolg: Structuurregime is van toepassing. RvC is dan bijv. verplicht (NV: art. 2:153. BV: 2:263).
II) Personenvennootschappen
Maatschap: Een samenwerking van maten die erop gericht is om d.m.v. hun inbreng voor
gemeenschappelijke rekening voordeel te behalen en dat te delen (art. 7A:1655 BW).
VOF: Indien een maatschap onder gemeenschappelijke naam een onderneming of bedrijf uitoefent
(art. 16 WvK).
Overeenkomsten tussen beide:
a. Vennoten dienen op voet van gelijkheid samen te werken, geen ondergeschiktheid;
b. Belangen lopen evenwijdig/parallel, niet wederzijds/over en weer;
c. Personenvennootschap is intuitu personae: Het draait om de persoon, niet om het aandeel.
Verschillen tussen beide:
a. VOF: Hoofdelijke verbondenheid m.b.t. verbintenissen van de VOF.
Maatschap: Voor gelijke delen aansprakelijk m.b.t. verbintenissen van de Maatschap.
b. VOF: Vertegenwoordigingsbevoegdheid vloeit voort uit de wet (art. 17 lid 1 WvK).
Maatschap: Vertegenwoordigingsbevoegdheid vloeit voort uit volmacht (art. 7A:1679 BW).
Stille maatschap: Blijk niet van gezamenlijke beroepsuitoefening (Pa die zijn stuk land voor de
boerderij ter beschikking stelt aan zijn zoon).
Openbare maatschap: Blijkt wel van gezamenlijke beroepsuitoefening (Advocaat of chirurg).
,Beroepsuitoefening: Persoonlijke dienstverrichting (Volgens verkeersopvattingen). Persoonlijke
kwaliteiten van de dienstverrichter staan voorop om het belang van zijn cliënt te behartigen.
(advocaat, medicus, notaris etc.)
Bedrijfsuitoefening: Persoonlijke dienstverrichting en vertrouwelijkheid staan minder voorop.
(Bakker, slager of schilder) Daarnaast wordt er bij bedrijfsuitoefening sneller een transactie
aangegaan.
III) Verschillen NV/BV en personenvennootschappen
De belangrijkste verschillen zijn de volgende:
a. NV/BV: Aandeelhouders niet aansprakelijk voor hetgeen in naam van de NV/BV is gedaan.
Personenvennootschap: Vennoten aansprakelijk voor wat in naam vd onderneming is gedaan.
b. NV/BV: Verplichting om jaarrekening te maken en openbaar te maken.
Personenvennootschap: Geen verplichting om een jaarrekening op te stellen
c. NV/BV: Aandeelhouder kan aandeel niet zomaar dumpen (alleen verkopen).
Personenvennootschap: Vennoot kan de vennootschap makkelijk verlaten.
d. NV/BV: Minimaal 2 organen (bestuur en ALV).
Personenvennootschap: Maar 1 orgaan.
IV) Tussenvormen: Commanditaire Vennootschap en coöperatie
Commanditaire Vennootschap (art. 19 WvK)
Samenwerkingsovereenkomst tussen gewone- en commanditaire vennoten.
= Hoofdelijke, strenge aansprakelijkheid vs. Beperkte, soepele aansprakelijkheid.
De commanditaire vennoot mag geen bestuurs- of beheershandelingen verrichten (art. 20 WvK).
NB: Op straffe van hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 21 WvK), tenzij dit leidt tot onevenredigheid.
Coöperatie (art. 2:53-2:63j BW)
Opgezet als vereniging, maar coöperatie mag winst uitkeren aan leden (art. 2:26 lid 3 jo 2:53a BW).
Er heerst een mild aansprakelijkheidsregime: Leden zijn aansprakelijk voor het tekort (art. 2:55 BW),
maar deze aansprakelijkheid kan in de statuten worden weggeschreven (art. 2:56 lid 1 BW).
NB: Ovk’s met derden mogen worden aangegaan (art. 2:53 lid 3 BW), mits…
… Ovk’s met leden niet ondergeschikt zijn (art. 2:53 lid 4 BW). Anders ontbinding (art. 2:21 lid 3).
V) Eenmanszaak, Vereniging & Stichting
Eenmanszaak: Onderneming waarbij privé- en zakelijke schulden niet gescheiden zijn.
Vereniging: Geen mogelijkheid tot winstuitkering, wel leden (art. 2:26 lid 3 BW).
Stichting: Geen mogelijkheid tot winstuitkering, geen leden (art. 2:285 lid 3 jo 2:285 lid 1 BW).
NB: Toch een winstuitkering? Dan dreigt ontbinding ex art. 2:21 lid 3 BW.
Let op! Art. 2:3 BW noemt alle rechtspersonen waar Titel 1 Boek 2 BW van op toepassing is. Alleen
deze ondernemingen zijn dragers van rechten en plichten, personenvennootschappen dus bijv. niet.
VI) Handelsregister & Wet op de ondernemingsraden
ELKE onderneming dient hier ingeschreven te worden (art. 18 Hrgw)!
Alles wat ingeschreven dient te worden blijkt ook uit de wet (art. 22 Hrgb).
Een derde kan beschermd worden tegen een onjuiste of onvolledige inschrijving (art. 25 Hrgw).
Voorts moet iedere ondernemer een OR instellen indien hij 50+ werknemers in dienst heeft.
Belangrijke inspraakrechten van de OR blijken uit art. 25, 26 en 27 WOR.
, Literatuur Hoofdstuk 2 ‘Oprichting’
I) NV en BV
Oprichting vindt plaats bij notariële akte (NV: art. 2:64 BW. BV: art. 2:175 lid 2 BW).
In deze akte moeten bijv. de naam en de zetel van de onderneming omschreven worden.
Na oprichting wordt de onderneming ingeschreven, op straffe van hoofdelijke aansprakelijkheid.
Enkele vereisten bij de totstandkoming/oprichting van de NV/BV zijn:
a. Statuten moeten in overeenstemming zijn met de wet;
b. NV moet voldoen aan het minimumkapitaalvereiste (art. 2:67 lid 2 jo lid 3 BW);
c. Bankverklaring moet zijn afgegeven (art. 2:93a BW);
d. Akte moet in de Nederlandse taal (NV: art. 2:65 BW. BV: art. 2:176 BW);
e. Akte moet de naam en de zetel noemen (NV: art. 2:66 BW. BV: art. 2:177 BW);
f. Inbreng van de oprichters moet genoemd worden (NV: art. 2:94a. BV: art. 2:204a BW).
Let op! Is er niet voldaan aan deze vereisten? Dan is sprake van een oprichtingsgebrek, resulterend in
vatbaarheid voor ontbinding (art. 2:21 lid 1 BW).
De vennootschap blijft overigens nog wel bestaan tot alles vereffend is (art. 2:19 lid 5 BW).
II) Coöperatie
Oprichting vindt plaats bij notariële akte (art. 2:53 jo 2:54 lid 1 BW).
In deze akte moeten in elk geval de statuten vermeld worden (art. 2:53a jo 2:27 lid 1 jo lid 4 BW).
Na oprichting wordt de coöperatie ingeschreven, op straffe van aansprakelijkheid (art. 2:29 BW).
III) Vereniging en Stichting
Stichting wordt opgericht bij notariële akte (art. 2:286 BW) of bij uiterste wilsbeschikking.
Verenigingen hebben uiteenlopende criteria:
a. Formele vereniging: Oprichting bij notariële akte (art. 2:27 BW).
b. Informele vereniging: Vormvrije, meerzijdige rechtshandeling (art. 2:26 lid 2 BW).
NB.1: Informele verenigingen hebben een beperkte rechtsbevoegdheid (art. 2:30 lid 1 BW).
NB.2: Bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor ontstane schulden (art. 2:30 lid 2 BW).
IV) Niet-bestaande rechtspersonen
Pseudo-rechtspersoon: Personen doen zich voor als een rechtspersoon, zonder dat er in feite sprake is
van een rechtspersoon wegens het ontbreken van een akte: een ontstaansgebrek (art. 2:4 lid 1 Awb).
Het vermogen moet behandeld worden als het vermogen van een ontbonden rechtspersoon (lid 4).
Bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden.
V) Preconstitutief handelen
Oprichters van een BV/NV kunnen preconstitutief handelen: Handelen vóór de oprichting.
Na oprichting kan de vennootschap de handeling bekrachtigen (NV: art. 2:93. BV: art. 2:203).
NB.1: Tot de oprichting zijn de vertegenwoordigers van de NV/BV hoofdelijk aansprakelijk (lid 2).
NB.2: Komt de BV/NV na bekrachtiging niet na en de vertegenwoordigers wisten dit of hadden dit
kunnen weten? Dan zijn de vertegenwoordigers alsnog hoofdelijk aansprakelijk (2:93/203 lid 3 BW).
NB.3: Wordt binnen een jaar na oprichting het faillissement uitgesproken? Dan wordt het
bewijsvermoeden aangenomen dat de vertegenwoordigers van niet-nakoming op de hoogte waren (art.
2:93/2:203 lid 3 BW).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tjadamvan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.