Week 1, ‘Democratie, Rechtsstaat & Mensenrechten’
Literatuur
I) Regulerende functie van het Staatsrecht
Het recht schept niet alleen rechten en plichten voor de burgers…
...Maar legt ook het overheidshandelen aan banden. (= Reguleren!)
Twee begrippen zijn hier van belang: Constitutionalisme en rechtsstaat.
II) Constitutionalisme
De spreiding van overheidsbevoegdheden over meerdere ambten.
Binnen dit constitutionalisme bestaan drie standaard vormen:
a. Eenheidsstaat
1 grondwet en 1 centraal overheidsorgaan.
NB: Dit kan zowel centraal als decentraal (zoals NL).
b. Federale staat
1 overkoepelende grondwet en verschillende ‘mini-staten’. (DU of VS)
c. Confederale staat
Volkenrechtelijk samenwerkingsverband van soevereine staten o.g.v. een verdrag. (EU)
Terminologie
Overheidsverband: Een openbaar lichaam met organen (Bijv. het Koninkrijk).
Regeringsvorm: Verhouding tussen de overheidsverbanden (Bijv. het parlementaire stelsel).
Machtenscheiding: Trias Politica
De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht van Montesquieu. Kenmerken:
a. De drie ambten zijn afzonderlijk, gelijkwaardig en zelfstandig.
b. De machtenscheiding is niet absoluut, maar beperkt.
> Wetgevende functie vd regering en uitvoerende functie vs SG.
c. Trias dient niet alleen ter verdeling, maar ook ter controle. (checks & balances)
III) De rechtsstaat
Het idee dat het overheidshandelen gebonden is aan de wet. Kenmerken:
a. Legaliteitsbeginsel
Overheidsoptreden moet berusten op een voorafgaande algemene regel.
Nuance: Ongeschreven recht.
b. Trias Politica
> Wetgeving & Bestuur liggen niet bij één ambt.
Nuance: Delegatie door SG aan regering, minister die regeling uitvoert of terugtred wetgever.
c. Democratie
> Wetgeving wordt door volksvertegenwoordiging tot stand gebracht.
d. Onafhankelijke rechtspraak
e. Klassieke grondrechten
Nuance: Bestaan van sociale grondrechten.
,IV) Soevereiniteit
Onafhankelijkheid van een staat, zodanig dat inmenging uitgesloten is. (Internationaal recht)
Let op! Hier is in NL geen sprake meer van door verdragen.
Ambten die niet aan toezicht of normen van derden zijn onderworpen. (Nationaal recht)
V) Buitenlandse betrekkingen
Het zwaartepunt van de buitenlandse betrekkingen ligt bij de regering. (Art. 91 Gw)
Toch is de SG ook erg belangrijk: Zij moeten goedkeuren.
Dit kan uitdrukkelijk (art. 4 Rwg&bv) en stilzwijgend (art. 5 Rwg&bv).
Let op! Wijkt verdrag af van Gw? Goedkeuring met minimaal ⅔ vd Kamers vereist. (art. 91 lid 3 Gw)
Werking
Monisme/Incorporatiestelsel: Interne rechtsorde is onderdeel van de volkenrechtelijke rechtsorde.
> Verdrag heeft interne werking en richt zich direct tot ambten en onderdanen.
Dualisme/Transformatiestelsel: Interne rechtsorde en de volkenrechtelijke rechtsorde zijn gescheiden.
> Verdrag heeft geen interne werking en bindt slechts de staten.
NL kent een gematigd monistische opvatting.
Verdragen hebben namelijk interne werking, maar wel pas na de bekendmaking.
VI) Staten-Generaal
Vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk (Art. 50 Gw). Dit heeft twee kanten:
a. Vertegenwoordigen als centraal ambt voor de eenheidsstaat, niet als afgevaardigden van de
soevereine provincies. (Zoals vroeger in de Republiek)
b. Vertegenwoordigen van het algemeen belang, geen lokale of regionale deelbelangen.
Art. 4 Gw garandeert het grondrecht om de TK te kiezen. De EK wordt indirect gekozen, door de PS.
Dat is één van de kenmerken van een democratie. Er bestaan twee vormen:
Formeel: Staatkundig bestuursmodel met een besluitvormingsprocedure en procedurele regels.
Materieel: Ook inhoudelijke eisen worden gesteld waaraan het bestuursmodel moet voldoen.
NB: NL is van beide een beetje: Zowel formele- (meerderheid) als materiële eisen (grondrechten).
Jurisprudentie- en literatuurbundel
I) Algemene bepalingen in de Gw: 1e lezing Grondwetsherziening en MvT
‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat’ opnemen in de Grondwet.
Grondrechten: Fundamentele rechten. Democratie: Volkssoevereiniteit. Rechtsstaat: Grenzen
machtsuitoefening. Deze drie kernbeginselen moeten zorgen voor beperking van de overheidsmacht.
Waarom opnemen? Waarborgen van deze drie kernbeginselen.
II) Refah Partisi
Partij werd ontbonden wegens anti-seculaire activiteiten. I.s.m. art. 11 EVRM, recht op vereniging?
Hof stelt van niet en geeft drie criteria waaraan getoetst moet worden:
a. Voorzien bij wet?
b. Sprake van legitiem doel?
c. Noodzakelijk in een democratische samenleving?
, III) Regeringsnotitie over antidemocratische groeperingen
Om de bescherming van de democratische rechtsstaat de waarborgen, is het soms nodig om
maatregelen te nemen waarbij individuen of groepen worden beperkt in hun vrijheden.
> De paradox van de democratische rechtsstaat.
Wanneer is een ‘verbodenverklaring’ dan mogelijk?
a. Doelen die leiden tot een aanranding van de democratische rechtsorde;
b. Concrete handelingen zijn op deze aanranding gericht;
c. Dit vormt een gevaar voor de democratie;
d. Het betreft een politieke partij.
Let op! Is enkel het doel i.s.m. democratische beginselen, dan is enkel ontbinding mogelijk.
Wordt er daadwerkelijk inbreuk gemaakt op principes, dan is ook een verbodenverklaring mogelijk.
Respectievelijk art. 2:20 lid 1 en lid 2 BW.
Verschil tussen formele democratie en materiële democratie komt hier duidelijk naar voren.
Formeel: Partijen mogen NIET verboden worden als ze belangrijke waarden van de samenleving
willen aantasten. Overheidshandelen is dan immers niet gelegitimeerd, want aan de procedurele regels
voor een partij is wel voldaan.
NB: Bedreigingen voor belangrijke waarden in de samenleving worden vanzelf opgelost (de
meerderheid zal bijv. vanzelf tegenstemmen!).
Materieel: Partijen mogen WEL verboden worden als ze belangrijke waarden van de samenleving
willen aantasten. Overheidshandelen is dan immers wel gelegitimeerd, want aan de inhoudelijke eisen
voor een partij is niet niet voldaan.
NB: Bedreigingen voor belangrijke waarden moeten middels grondrechten vd overheid (inhoudelijk!)
voorkomen worden.
Overheidshandelen niet snel gelegitimeerd: Aan Overheidshandelen sneller gelegitimeerd:
procedurele regels is snel voldaan en problemen Belangrijke waarden vd samenleving vaker
lossen zichzelf wel op. aangetast en overheid moet dan beschermen.
Partijen worden niet snel verboden. Partijen worden wel snel verboden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tjadamvan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.