Voor iedereen die zijn diploma's om moet wisselen nieuwe stijl en hiervoor het Wft PE Plus examen voor Adviseur Schade Zakelijk moet doen, hierbij de samenvatting van het boek van Nibe SVV van 2015.
I WFT PE General Insurance done, if you would buy it samenwatting, the information in the summary is too brief. I can not judge it for WFT PE business.
By: miesje04 • 8 year ago
Translated by Google
This relates to the PE for FSA Base, General Insurance and General Insurance business. That's another tome than private and examinations also differ.
By: pieterufkes • 8 year ago
.
By: Agsijbring • 5 year ago
Translated by Google
good
Seller
Follow
miesje04
Reviews received
Content preview
WFT PE PLUS
DEEL BASIS
H1: ERFBELASTING
Erfbelasting
Sinds 2010 heet de belasting die iemand die een erfenis ontvangt moet betalen
erfbelasting, daarvoor successierecht. Hoeveel dit is is afhankelijk van de
grootte van de nalatenschap. Hiervan mogen begrafeniskosten worden
afgetrokken en daarna wordt het erfrecht van iemands erfdeel bepaald. Sommige
bedragen moeten hierbij nog worden opgeteld, zoals een schenking die iemand
voor het overlijden gekregen heeft. Nadat de som gemaakt is, is de belastbare
verkrijging bekend. Iemand kan ook recht hebben op een vrijstelling en de
hoogte hiervan hangt af van de relatie tot de erflater. Door deze in mindering te
brengen op de belastbare verkrijging wordt de belaste verkrijging berekend en
over dit bedrag moet belasting worden betaald.
Uitstel van betaling
Soms kan een verkrijger uitstel van betaling krijgen als bijvoorbeeld een geërfde
woning moeilijk verkoopbaar blijkt. In beginsel is dit een jaar. Bij een bedrag van
hoger dan EUR 50.000,- wil de Belastingdienst een extra zekerheid in de vorm
van een recht van hypotheek. Het uitstel van een jaar kan onder bijzondere
omstandigheden worden verlengd maar ook hierbij wil de Belastingdienst extra
zekerheid.
__________________________________________________________________________________
H2: WIJZIGINGEN ALGEMENE HEFFINGSKORTING EN ARBEIDSKORTING
Gecombineerde inkomensheffing
Het door de belastingplichtige verschuldigde bedrag aan inkomstenbelasting
wordt bepaald aan de hand hiervan en dit is het resultaat van de heffingen uit de
drie boxen. Om de verschuldigde inkomstenbelasting te berekenen moet van de
gecombineerde inkomensheffing de zogenoemde standaardheffingskorting
worden afgetrokken. Dit ziet er zo uit in schema:
Heffing in box 1 EUR
Heffing in box 2 EUR
Heffing in box 3 EUR
____________________________________ +
Gecombineerde heffingskorting EUR
Standaardheffingskorting EUR
_____________________________________ -
Verschuldigde belasting EUR
Standaardheffingskorting
Iedere binnenlands belastingplichtige heeft hier recht op, dit is het gezamenlijke
bedrag van een groot aantal heffingskortingen. Op welke de belastingplichtige
recht heeft is afhankelijk van zijn persoonlijke situatie. De
standaardheffingskorting kan bestaan uit de volgende kortingen:
Algemene heffingskorting. Deze geldt in beginsel voor iedere
belastingplichtige en bedraagt:
- EUR 2.103,- voor jongeren jonger dan de AOW-ingangsleeftijd
, - EUR 1.065 voor personen die de AOW-ingangsleeftijd bereikt hebben
Dit wordt verminderd met 2% van het belastbaar inkomen uit werk en woning
voor zover dit hoger is dan EUR 19.645,-. Deze vermindering is nooit hoger
dan EUR 737,-.
Arbeidskorting. Werkende belastingplichtigen komen in aanmerking voor
deze korting en deze wordt berekend over het arbeidsinkomen. Dit is het
toaal van inkomenscomponenten winst uit onderneming, loon en resultaat
uit overige werkzaamheden dat de belastingplichtige door tegenwoordige
arbeid geniet. De korting wordt als volgt berekend:
1. Eerst moet de som worden genomen van:
- 1,807% van het arbeidsinkomen met een maximum van EUR 161,- en
- 18,724% van het arbeidsinkomen voor zover dit hoger is dan EUR
8.913,- en de som is maximaal EUR 2.097,-.
2. Van deze som moet een bedrag van 4% van het arbeidsinkomen
worden afgetrokken voor zover dit hoger is dan EUR 40.721,-. Deze
vermindering is maximaal EUR 1.730,-.
In de jaren 2015, 2016en 2017 zal de korting voor lagere inkomens verder
stijgen en voor hogere inkomens afgebouwd. Voor inkomens hoger dan
ongeveer EUR 110.000,- zal de korting met ingang van 2017 nagenoeg
nihil zijn.
Werkbonus
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Ouderschapsverlofkorting
Alleenstaande-ouderkorting
Jonggehandicaptenkorting
Ouderenkorting
Alleenstaande ouderenkorting
Korting voor groene beleggingen
Hierna wordt de berekening van de algemene heffingskorting en de
arbeidskorting nader uitgewerkt.
Aflossingsvorm
De aflossingsvormen zijn in te delen naar het moment waarop de aflossing
plaatsvindt:
Aflossen tijdens looptijd
Bij sommige vormen lost de geldnemer periodiek een bedrag af en dit gebeurt bij
een lineaire en annuïteitenhypotheek.
- Lineaire hypotheek. Hierbij lost de geldnemer in gelijkblijvende
stapjes af en de uitstaande schuld neemt in constant tempo af. De
geldnemer betaald de rente over de restantschuld en aangezien die
afneemt wordt de rentelast ook kleiner. Deze vorm wordt dus
goedkoper naarmate de looptijd vordert.
- Annuïteitenhypotheek. Hierbij blijft het brutobedrag gedurende de
looptijd constant bij gelijkblijvende rente. De eerste bedragen bestaan
vooral uit rente en minder uit aflossing en deze verhouding verandert
naarmate de looptijd vordert.
, Wat betreft de renteaftrek is er na 1 januari bij deze aflossingsvormen niets
veranderd, ook bij nieuw afgesloten hypotheken niet.
Ineens aan het einde van de looptijd
Hierbij blijft de hoofdsom gelijk gedurende de looptijd en de geldnemer betaald
hier rente over. Er wordt vermogen opgebouwd voor de aflossing aan het einde
van de looptijd en in veel gevallen werd dit gesteund door de fiscus. Zo kon de
geldnemer belastingvrij vermogen opbouwen via een KEW, SEW of BEW.
Hiervoor golden bepaalde voorwaarden en een maximum. Aftrek van de
hypotheekrente ging gepaard met fiscaal vrijgestelde opbouw en een uitkering
van de KEW, SEW of BEW. Met ingang van 1 januari 2013 geldt voor nieuwe
leningen geen fiscale ondersteuning meer maar voor bestaande gevallen blijft dit
bestaan. De belangrijkste voorwaarden hiervoor zijn de blokkering van het
vermogen gedurende opbouw en de exclusieve aanwending ervanv oor de
aflossing van de schuld.
Aflossingsvrij
Gevolgen woonakkoord 2013
In februari 2013 heeft het kabinet met enkele partijen een woonakkoord gesloten
en dit heeft gevolgen voor zowel de huur- als de koopsector. Voor de koopsector
komt het akkoord de geldnemer een beetje tegemoet waar het gaat om de
aflossingsverplichting. Met de zogenoemde Blokhypotheek kan de geldnemer
kiezen voor een maximaal aflossingsvrij deel van 50% van de lening en dit moet
dan worden afgelost door middel van een apart afgeslotenkrediet waaruit de
geldnemer maandelijks geld onttrekt. Het voordeel is dat de woonlasten lager zijn
dan bij een gewone lening, het nadeel is dat er aan het einde van de looptijd een
schuld van maximaal de helft overblijft en de rente hiervan is niet aftrekbaar.
__________________________________________________________________________________
H4: WET WERK EN ZEKERHEID
Op 10 juni 2014 heeft de Eerste Kamer het voorstel Wet werk en zekerheid
aangenomen en deze voorziet o.a. in een verbetering van de rechtspositie van
flexwerkers, ontslagrecht en wijzigingen in de Werkeloosheidswet. De Wwz treedt
gefaseerd in werking in de periode januari 2015 tot januari 2016.
Aanleiding Wwz
De aanleiding is de gebrekkige aansluiting van het flexrecht, ontslagrecht en de
werkeloosheidswetgeving op de huidige arbeidsmarkt. Aan het begin van de
eeuw wisselden mensen vaak van baan door de hoogconjunctuur en de nadien
ontstane crisis zorgt er o.a. voor dagt de werkgevers flexibelere
arbeidscontracten gingen sluiten. Mensen met een vast contract zijn immers
duurder op te ontslaan. Ook zorgde de crisis ervoor dat mensen met een vast
contract niet snel van baan veranderen om hun zekerheid niet op te geven. Dit
speelt niet bij werknemers met een kortdurend contract of flexwerkers.
Daarnaast wordt de huidige werkeloosheidswetgeveing als te weinig prikkelend
ervaren. De Wwz bestaat o.a. uit de volgende elementen:
Verbetering rechtspositie flexwerkers
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miesje04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.