Volledige samenvatting van het vak oude geschiedenis op de UVA voor het eerste jaar. Elke tijd, land, en rijk wordt uitgebreid beschreven.
De Grieken en Romeinen worden op politiek en cultureel gebied samengevat. Met duidelijk tabellen en vergelijkingen.
Prehistorie:
Het ontstaan van de beschavingen in Egypte en Mesopotamië:
3000 v.C. langs de Eufraat, Tigris en Nijl.
De periode daarvoor heette de steentijd, in deze tijd had de mens al een ontwikkeling doorgemaakt.
De tijd van jagers en verzamelaars.
Door het zelf kweken van granen en door het temmen en fokken van dieren (domesticeren) werd
een stap gezet naar de grotere beheersing van de natuur. -> de neolithische revolutie.
Landbouw:
We onderscheiden twee type landbouw: regenlandbouw en irrigatielandbouw.
De vorm regenlandbouw was mogelijk in Noord-Irak, Noord-Syrië en het kustgebied van de
Middellandse zee, hier viel minstens 250 ml regen per jaar.
In Egypte en het zuiden van Mesopotamië waren ze afhankelijk van irrigatie landbouw.
Deze gebieden waren erg afhankelijk van de regen, zonder of met minder regen zou de
voedselproductie instorten.
Egypte Mesopotamie
Regelmatige overstromingen Onregelmatige overstromingen
Overstroming voor zaaitijd Na zaaitijd
Natuurlijke irrigatie Kunstmatige irrigatie
Geïsoleerd door woestijn Open voor invloeden van buitenaf
Vooral stabiliteit Dynamisch, afwisseling van rijken
Gerst en emmertarwe Ziltig water
De betekenis van de uitvinding van de landbouw is zeer groot. Door dat meer mensen voor lange tijd
op dezelfde plaats bleven wonen, konden minder mensen zich bezig houden met de
voedselproductie. Hierdoor ontstonden specialiteiten zoals timmerman, schrijvers, leerlooiers etc.
Steden:
Aan het begin van het neolithium ontstonden er al kleine steden in bijv. 7000 v.C. Jericho en op
andere plekken in klein-Azië. De grootste en invloedrijkste steden ontstonden in het vierde
millennium voor Christus. De tempel was het middelpunt van de stad.
Het eerste schrift:
- Ontwikkeld zich in Irak; ca. 3200 v.C.
- Wordt geschreven in kleitabletten, zacht om in te schrijven, als het op droogt blijft en
eeuwen lang bewaard.
- Begint met kleine tekentjes om inventaris op te maken. Economisch nut
- Daarna het spijkerschrift, ca. 2500 v.C., veel abstracter.
Rond dezelfde tijd ontwikkeld zich in Egypte het Hiërogliefen schrift.
Verhoudingen tussen sedentaire en JV was een haat liefde verhouding. Ze hadden elkaar nodig voor
handel maar de sedentaire waren ook bang voor plunderingen. Sedentair = op een plek blijven
wonen want je moet je land bewerken. JV verplaatsen zich op zoek naar voedsel en de Nomaden
trokken rond als veetelers op zoek naar betere weiden. We moeten deze indeling echter niet te
serieus nemen, vaak spreken we van transhumance, boeren trokken soms verder als de bodem was
uitgeput of van zomer naar winter weide.
,De bronstijd: Egypte:
Van steen naar brons:
Steentijd: tot ca. 3000v.C.
Bronstijd: ca. 3000 – 1200 v.C. (verdeeld in vroege, midden; ca. 2000-1600, late 1600-1200 v.C.)
ijzertijd: na 1200 v.C.
Korte tijd een kopertijd (chalsolthicum), daarna zijn ze koper met tin gaan mengen en dan krijg je
brons.
Deze metalen komen niet overal voor dus er was veel handel voor nodig om dit te verspreidden en te
delven. Dus moeilijker dan steen.
De Egyptische geschiedenis wordt zowel onderverdeeld in dynastiën als rijken. Het woord dynastie
komt van de priester Manetho, die deze verdeling maakte. Tegenwoordig gebruiken we rijken. Dat
zijn periode waarin er grote voorspoed en politieke eenheid was. In de twee tussenperiode kende
Egypte politieke versplintering.
- Oude rijk; 2600-2150 v.C.
- Middenrijk; 2000-1800 v.C.
- Nieuwerijk; 1550-1100 v.C.
- Late tijd; 150-332 v.C. steeds vaker te maken met buitenlandse rijken.
In de periode van het oude rijk werd het hiërogliefenschrift uitgevonden. In deze periode verenigde
Egypte zich onder een koning, de eerste en tweede dynastie. Hoewel Egypte een eenheid was
geworden bleef er een onderscheid tussen boven en beneden Egypte. De koning was ‘koning der
beide landen’ maar enkele taken werden apart uitgevoerd.
Het oude rijk is wereldberoemd door de grote piramides. De grote graven voor de koningen. Zo
lieten zij zien hoeveel macht ze hadden en een sterke greep op de mensen en materiaal.
Het oude rijk duurde vijf eeuwen en kwam ten val doordat de gouwvorsten (provinciehoofden) te
machtig werden. Dit ging samen met ecologische druk, regionale versnippering en crisis in de
koninklijke dynastie. Het blijft echter onzeker wat de belangrijkste oorzaak was.
Mesopotamië: Sumer en Akkad:
Hoewel in het vierde millennium de basis werd gelegd, werd in het derde millennium de
mesopotamische beschaving vormgegeven. Eerst de Sumeriërs en later de Akkadiërs. Het is niet
precies duidelijk wanneer de Sumeriërs in Mesopotamië zijn gearriveerd en of zij het waren die ertoe
lijden dat het schrift werd uitgevonden en de stedenbouw.
De eerste beschaving?
Bloeitijd in derde millennium v. Chr.
Leven in steden
Spijkerschrift
Begin wetenschap
Zestigtallen rekenstelsel heeft zijn sporen nagelaten in onze uren verdeling en de 360 graden
Sumerisch blijft taal van priesters en geleerden
De Akkadiërs hebben hun naam te danken aan hun stad Akkad. Deze stad werd rond 2300 v.C. het
centrum van het ‘wereldrijk’ van koning Sargon de Grote. Dit rijk bevatte heel Mesopotamië. De
Akkadiërs hebben veel van de Sumeriërs overgenomen zoals het schrift, godsdienstige
voorstellingen, wetenschap en literatuur. Wel behielden ze hun eigen goden en taal. Door lokale
opstanden en vreemde invallers uit het oosten ging het rijk onder latere generaties ten onder.
, Tijdens de zogenaamde ‘Sumerische revoltutie’ kwamen enkele steden weer op in het derde
millennium. Het rijk Ur ging echter weer ten onder door infiltratie van vreemdelingen. (emalieten en
Amorieten.)
Het einde van het derde millennium betekende voor Egypte en Mesopotamië een periode van
stagnatie en verwarring. Toch was er een stevige basis gelegd voor latere generaties. Het sumerisch
werd alleen een priester taal en het Akkadisch ontwikkeld zich tot de spreektaal. Zo heeft de Sumero-
Akkadische cultuur een stempel gedrukt op de geschiedenis van de oude wereld.
De oud-Assyrische en de oud-Babylonische tijd:
In het begin van het tweede millennium kwamen twee staten tot ontwikkeling die de komende 1500
jaar een grote rol gingen spelen. Assyrië en Babylonië. Merkwaardig daaraan is dat het vreemde
Amorieten volk daar een flinke bijdrage aan heeft geleverd. In de manier waarop ze de
Mesopotamische cultuur beïnvloeden maar ook zichzelf aanpasten.
De basis voor de babylonische beschaving werd gelegd door de Amoritische koning Hammurabi. Hij
was de bedenker van het eerste wetboek, een van de belangrijkste bronnen voor de sociale
geschiedenis.
“concert der mogendheden”:
In de late bronstijd bestonden in het oude nabije oosten enkele grote mogendheden die elkaar in
evenwicht hielden. Ze onderhielden contact met elkaar door uitwisselingen van gezantschappen en
brieven. De macht van deze staten, zowel groot als klein, berustte voor een deel op de uitvinding van
de strijdwagen. Mogendheden konden hun macht slechts handhaven indien zij beschikte over grote
strijdwagens.
In Egypte werd de situatie nog eenmaal hersteld onder Ramses II, hij was ook een van de grootste
bouwers.
Kreta en Mycene:
In de periode van het tweede millennium kwamen deze twee culturen tot hun grootste bloei.
Kreta = ook wel Minoïsche cultuur.
De belangrijkste stad op Kreta was Knossos, opvallend was dat de meeste fresco’s uit deze stad
alleen maar vredelievende afbeeldingen heeft van bijv. flora en fauna en helemaal geen krijgsdaden.
Het paleis was het centrum van de economie en vertoont daarmee vergelijkingen met de paleizen uit
de derde dynastie van Ur. Voor de paleis administratie werd het Lineair A ontwikkeld, een syllabisch
schrift. Dit schrift is nog niet ontcijferd waardoor we over de taal en het volk niet veel kunnen
zeggen. De bloei van Kreta werd onder andere mogelijk gemaakt door een bloeiende handel en
misschien ook wel door rooftochten. Omstreeks 1450 v.C. veroverde een Myceens schip Kreta,
Knossos bleef gespaard en werd een belangrijke stad.
Minoïsche beschaving vs. Myceense beschaving:
Kreta – Griekse vaste land
Bloeitijd: 2600 -1450 v.C. – bloeitijd 1600 – 1200 v.C.
Paleiseconomie – paleiseconomie: De economie draait om het paleis, de groot grondbezitter,
belasting betalen aan het paleis en die herverdeelt het weer (re-distributie economie).
Geen ommuurde steden – versterkte burchten
Schrift lineair A (geen Grieks) – lineair B (vertaald)
Onbekende taal – oudste Grieks
Minoïsche beschaving komt ten einde door de Myceners. Na een vulkaanuitbarsting ruimte om de
Minoïsche gebieden in te nemen, en de Myceners regeren ook over Kreta
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller busskyra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.03. You're not tied to anything after your purchase.