Totale media-aanbod, steeds meer televisiezenders, tijdschriften en internetsites strijden om
de aandacht van de consument.
Binnen één mediumsoort, kranten bevechten elkaar met nieuwe bijlagen, vormen enzv. Ook
moeten kranten met betaalde abonnees hun marktaandeel verdedigen tegen over gratis
kranten.
De toegenomen concurrentie in het medialandschap heeft geleid tot een aantal ontwikkelingen:
Marktgerichtheid en commercialisering,
Marktsegmentering en stijging van het aantal producten bij de tijdschriften
Doelgroepenmedia en netprofilering bij tv-zenders
Persconcentratie bij de dagbladen
Mediaconcentratie door het ontstaan van mediagiganten.
Het streven naar zoveel mogelijk lezers/kijkers is belangrijker voor het overleven dan het streven
naar kwaliteit. Marktgerichtheid en commercialisering komt vooral voor bij commerciële zenders.
Een zware concurrent op het ene marksegment (=stukjes markt) kan worden gecompenseerd door
het rendement van een ander segment.
Persconcentratie brengt het gevaar van monopolievorming (=alleenrecht) met zich mee, waardoor
de kwaliteit afneemt en de pluriformiteit minder wordt: consumenten hebben minder krachten waar
ze uit kunnen kiezen.
Soorten persconcentratie:
Redactionele concentratie, dat wil zeggen dat een uitgever de redactiecapaciteit bundelt
zodat redacteuren voor verschillende kranten tegelijk schrijven.
Publieksconcentratie, dat wil zeggen dat het publiek zich steeds eenzijdiger verdeelt over de
dagbladen.
Aanbiedersconcentratie, dat wil zeggen dat een dagbladuitgever meer kranten uitgeeft.
Diagonale concentratie – omvat verschillende producten zoals dagbladen, tv-programma’s en films.
Horizontale concentratie- meer van hetzelfde product. (als 1 bedrijf verschillende kranten uitgeeft)
Verticale concentratie – als een bedrijf een gehele bedrijfskolom bezit.
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), deze wet is bedoelt om ongewenste kartelvorming en
prijsafspraken tegen te gaan.
Pers – gedrukte media, alle kranten, tijdschriften
Media – overige media naast kranten en tijdschriften.
, 1.3 De functies van de massamedia
Functies voor het individu:
Informatieve en educatieve functie: het voorziet ons van nieuws en info, waardoor we op de
hoogte blijven en nieuwe dingen leren.
Opiniërende functie: media geven vaak kritisch commentaar op nieuws en andere
maatschappelijke onderwerpen, hierdoor vormen wij onze eigen mening.
Sociale functie: het verbind ons met andere mensen.
Recreatieve functie: het bied ons ontspanning en tijdverdrijf.
Functies voor de samenleving, het speelt een belangrijke rol in politieke besluitvorming en
cultuuroverdracht.
Educatieve informatie zorgt ervoor dat wij als samenleving slimmer worden. Maatschappelijke
informatievoorziening door de media is belangrijk voor het functioneren van onze parlementaire
democratie. 5 politiek-informerende functies:
Opiniërende functie: de media zorgt ervoor dat burgers geïnformeerd worden over
maatschappelijke problemen. Daarbij geven ze ruimte aan de verschillende politieke visies.
Spreekbuisfunctie: de media brengen opvattingen van individuen en belangengroepen onder
de aandacht en zijn daarmee een platform voor het publieke debat.
Commentaarfunctie: de media voorziet het recht vrije meningsuiting.
Controle- of waakhondfunctie: de media controleren het functioneren van de overheid en
andere publieke organisaties.
Agendafunctie: de media zorgen ervoor dat maatschappelijke problemen onder de publieke
en politieke aandacht komen.
Socialiserende functie
Het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving
of groep aanleert. Dat proces vindt al plaats vanaf de geboorte.
Amuserende functie
Een vrijetijdsindustie, een bedrijfstak die zich bezighoudt met recreatie en ontspanning. De media is
een belangrijke taak in vrijetijdsbesteding. Infotainment – publieke omroepen zenden programma’s
uit die zowel amuserende als informerende functie hebben. Entertainment-education =
programmering met amuserend en educatief karakter.
Bindende functie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekebakker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.