Hogeschool Windesheim BMR jaar 1
BS M1 Engels Tentamen onderdeel Grammatica
Boek: Core Business
Samenvatting H1 t/m 10 & H23, H24
H1 Woordvolgorde
In het algemeen is de basisvolgorde in Engelse en Nederlandse zinnen praktisch hetzelfde:
onderwerp - gezegde - meewerkend voorwerp - lijdend voorwerp. In dit hoofdstuk komen de
belangrijkste verschillen aan de orde. De problemen liggen vooral bij de woorden van tijd en plaats.
1 Plaats van het onderwerp
In het Engels staat in een bevestigende zin het onderwerp altijd voor het gezegde. In het Nederlands
niet altijd.
2 Woorden van bepaalde tijd
Woorden van bepaalde tijd geven aan wanneer iets gebeurt, bijv. yesterday/next …/… days
ago/tomorrow/in …. . Ze staan aan het eind of aan het begin van de zin.
3 Plaats van woorden van onbepaalde tijd
Woorden van onbepaalde tijd geven aan hoe vaak iets gebeurt. De meest voorkomende
zijn: always/never/often/sometimes/still/usually/probably/suddenly/rarely (zelden). Ze staan:
- vlak voor het werkwoord.
- na het eerste werkwoord als er meer werkwoorden in de zin staan.
- na een vorm van ‘be’.
- na het onderwerp in een vraagzin.
4 Woorden van plaats
Woorden van plaats geven aan waar iets gebeurt, ze staan aan het eind van de zin. Als een woord
van plaats en een woord van tijd naast elkaar staan, dan komt plaats voor tijd. Een ezelsbruggetje is
PT (plaats/tijd).
5 Uitzonderingen
Op bovenstaande regels zijn allerlei uitzonderingen. Zo kunnen sommige woorden wel op drie
plaatsen staan. Het is te ingewikkeld om al die uitzonderingen te leren. Maar één ding staat vast: als
je bovenstaande regels toepast, maak je geen fouten.
H2 Spelling
Er zijn soms twijfelgevallen bij woorden die twee schrijfmanieren hebben, de goede manieren komen
in dit hoofdstuk aan de orde.
1 Woorden die eindigen op -y
Voor de uitgang -s en -ed verandert de y in ie als er een medeklinker voor staat. (In autowiel zitten
alle klinkers, de andere letters van het alfabet zijn medeklinkers.)
2 Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een klinker
Het meervoud van een zelfstandig naamwoord heeft een vaste s, dus ook woorden die op een klinker
eindigen.
, 3 Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -o
Sommige woorden die eindigen op -o krijgen in het meervoud -oes, andere hebben een meervoud
op -os (hier is geen regel voor). Sommige woorden hebben twee meervoudsvormen. Raadpleeg bij
twijfel het woordenboek. In prijzen en bedragen kan ook het enkelvoud euro gebruikt worden.
4 Meervoud van afkortingen
Afkortingen krijgen een vaste s. De afkortingen worden met hoofdletters geschreven en de
meervoud-s met een kleine letter.
5 Verdubbeling van de eindmedeklinker
De eindmedeklinker wordt verdubbeld als de laatste lettergreep klemtoon heeft en er maar één
klinker in staat.
6 Verdubbeling van de I
De l wordt altijd verdubbeld, behalve als er twee klinkers voor staan (uitzondering: dialled). In het
Amerikaans-Engels wordt de l niet verdubbeld.
7 Geen koppelteken in aardrijkskundige namen
Aardrijkskundige namen hebben in het Engels geen koppelteken.
8 Maanden en dagen met een hoofdletter
De namen van maanden en dagen beginnen met een hoofdletter.
9 Full/ful/till/until
- Full wordt met dubbele l geschreven, in samenstellingen altijd: ful.
- Till met dubbele l, maar until één l.
10 Werkwoorden op -ize/-ise
- Bijna alle werkwoorden op -ise kunnen ook worden geschreven met -ize.
- Bij twijfel over de juiste spelling, kan altijd -ise gebruikt worden.
- (Let op: adviseren = advise; advies = advice)
11 Than/then
Dan na een vergrotende trap is than, ‘then’ betekent ‘toen’.
12 Brits-Engels/Amerikaans-Engels
- Brits -our = Amerikaans -or
- Brits -tre = Amerikaans -ter
- Geen verdubbeling l in Amerikaans-Engels
- (In het Brits-Engels wordt program alleen gebruikt voor ‘computerprogramma’, in alle andere
gevallen programme).
H3 Telwoorden
Telwoorden (numbers) lijken gemakkelijk, maar hier worden veel fouten mee gemaakt. Wat bijv.
anders is dan in het Nederlands is het gebruik van komma en punt in getallen.
1 Spelling
- Tussen tientallen (bijv. twenty, thirty, etc.) en eenheden (1-9) staat een koppelteken.
- Tweehonderd, tienduizend, etc. worden in het Nederlands aan elkaar geschreven, in het Engels
zijn dit steeds twee losse woorden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EJ129. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.