B-cellen: Belangrijk tegen pathogenen buiten de cellen. Kunnen eiwitten (antilichamen)
uitscheiden. Die antilichamen plakken aan pathogenen buiten de cellen.
Vaccinaties zijn actief door de B-cellen
B-cellen: H4, H6 en H9
Als de T- en B-cellen gemaakt zijn in het beenmerg en thymus, gaan ze rondreizen door het
lichaam opzoek naar pathogeen. T-cellen zoeken peptides op MHC (hebben een antigeen
presenterende cel nodig), B-cellen zoeken hele pathogenen (kunnen het zelf). Alleen de
specifieke B- en T-cellen gaan in clonale selectie (specifieke cellen voor de infectie gaan
delen) en worden geactiveerd bij infectie. B-cellen maken antilichamen (humorale respons).
T-cellen maken helper en cytotoxische T-cellen (cellulaire respons).
, Antilichaam wordt uitgescheiden, BCR is de membraan-gebonden
vorm. Zowel antilichamen als BCR zijn immuunglobulines (zie plaatje
voor structuur). Antigen binding site hebben ze beide > dat bindt aan
pathogeen (bij T-cel bindt dit aan peptides). Een T-cel receptor kan
aan 1 antigen binden, een B-cel receptor kan aan 2 antigenen binden.
B-cel heeft BCR op membraan > plakt aan een antigen > activatie van
B-cellen zorgt voor meer plasma cellen > antistoffen uitscheiden. De
BCR is identiek aan het uitgescheiden antilichaam.
Bij T- en B- cellen zijn de herkenning en effector moleculen
verschillend
Antilichaam
Antilichamen zijn samengesteld uit zware en lichte ketens met
variabele en constante domeinen. De meeste antilichamen zijn IgG.
Antilichamen zijn symmetrisch, kan twee keer iets van hetzelfde
binden. Zware sub-unit: N-terminal en lichte sub-unit: C-terminal
Alleen het bindingsgedeelte (Hinge-region > FAB: fragment antigen
binding) verschilt per antilichaam, de rest (Fc: bindt aan receptoren
die tot expressie komen op immuuncellen als je het knipt) is altijd
hetzelfde.
Het Fab gedeelte bindt aan het antigen, het Fc gedeelte aan Fc
receptoren op (immuun) cellen.
Een antilichaam herkent een epitoop op een antigen. Een epitoop is
het kleinste gedeelte van een antigen dat herkend wordt. Een antigen
kan meer epitopen bevatten. Die kunnen hetzelfde of verschillend
zijn. Een multivalent antigen heeft meerdere epitopen.
Antilichamen herkennen eiwitten, suikers, DNA of kleine
moleculen. Antilichamen zijn erg flexibel. Ze kunnen direct binden
aan bacteriën, eiwitten etc. De bindingskracht van een antilichaam:
affiniteit. Antigenen hebben een hoge affiniteit.
Linear epitope: niet afhankelijk van de vouwing van eiwit
Discontinuous epitope: afhankelijk van vouwing van eiwit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tesskilian. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.