100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur Week 5 (Interventie) - 4.2C Behandeling $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur Week 5 (Interventie) - 4.2C Behandeling

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Nederlandse samenvatting van alle literatuur van week 5 (aan de hand van de leerdoelen).

Preview 4 out of 40  pages

  • November 7, 2021
  • 40
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 5 - Interventie
Wat is een interventie, wat is effectonderzoek, welke vormen bestaan er, en wat
levert het op? Wanneer is een interventie evidence-based en/of effectief?


Naar meer effect: Resultaatgerichte ontwikkeling van interventies (Van Yperen
et al., 2017)


Verschillende meningen over wat evidence-based (effectief bewezen) is:
Praktijkperspectief = aanpak is bewezen als gestelde doelen worden
gerealiseerd en cliënten tevreden zijn.
 Beleidsmakers = interventies zijn effectief als jeugdigen in een
samenleving passende ondersteuning krijgen en zich optimaal
ontwikkelen tot participerende burgers.
 Wetenschappelijk perspectief = interventie is effectief als het effect door
onderzoek is aangetoond, waarbij aannemelijk is gemaakt dat er geen
andere factoren zijn die het effect ook hadden kunnen veroorzaken.
- Discussie over hoe dit is vast te stellen.
 Bemoeilijkt communicatie tussen de verschillende partijen.
Resultaatgerichte Ontwikkeling van interventies (RGOI) = samenwerking
tussen praktijkwerkers, cliënten, onderzoekers, instellingsfunctionarissen en
beleidsmakers m.b.t. tot het ontwikkelen van meten, spreken en verbeteren, die
leidt tot steeds betere resultaten in de praktijk.
 Meten = in praktijk uitgevoerde activiteiten en resultaten ervan zichtbaar
maken.
 Spreken = het gevormde beeld in uitwisseling met de betrokken partijen
krijgt betekenis – herkennen we dit, hoe verklaren we het, wat vinden we
ervan, hoe kan het beter?
 Verbeteren = met inbreng van beschikbare kennis van cliënten, praktijk-
en beleidsfunctionarissen en wetenschappers – brengt vernieuwing en
maakt de interventie beter toepasbaar, effectiever of goedkoper.
- Rol van onderzoeker = a.d.h.v. methodologische en theoretische
kennis, en onderzoekservaring aansturen op de inzet van
onderzoeksmethoden die passen bij ontwikkelingsstadium van
interventie.
o Transparante, lerende praktijk = die een reflectie op de effecten
mogelijk maakt, bijdraagt aan collectieve kennis over wat
wel/niet werkt, die overdraagbaar is en stimuleert tot
effectiever werken.
 Effectievere praktijk, met betere uitkomsten voor jeugdigen.
Definitie van interventie als een aanpak:
 Voor de bevordering van de ontwikkeling of de opvoeding, of voor de
vermindering, de compensatie of het draaglijk maken van een risico of
een probleem in de ontwikkeling of opvoeding van een jeugdige tot 23
jaar.


1

,  Bestemd voor een doelgroep waarvan de ontwikkeling of opvoeding is te
bevorderen of die met een of meerdere van deze risico’s of problemen
hebben te maken.
 Gericht op de jeugdige zelf, zijn opvoeders en/of zijn
opvoedingsomgeving; die geleid wordt door een theoretisch en
praktisch weldoordacht en doelgericht geheel van veronderstellingen en
overtuigingen.
 Die gespecificeerd is in termen van een doelgerichte en systematische
handelwijze (methodiek) met een voorgeschreven fasering, toe te passen
technieken, te gebruiken materialen, met een nader omschreven tijdsduur
en frequentie.
Kenmerken interventie:
 Interventie kan beperkt zijn (bv. sociale vaardigheidstraining voor
angstige kinderen), of ruim (bv. behandelingsklimaat in residentiële
leefgroep volgens competentiemodel).
 Interventies combineren elementen (technieken, specifieke werkwijzen)
in een aanpak die voor een bepaalde doelgroep bestemd is, en een
bepaalde tijdsduur en frequentie heeft.
- Veel interventies zijn niet erg flexibel door de sterke focus op een
specifieke doelgroep met specifieke vraag.
o Vaak ook vaste combinatie van elementen, waardoor het lastig is
om responsief in te spelen op de unieke en dynamische
situatie van cliënten.
 Interventies bieden mogelijkheden voor reflectie (‘doen we de goede
dingen op de goede manier?)’).
 Steeds vaker worden de werkzame elementen van interventies (die
effectief zijn voor bepaald probleem) flexibel ingezet m.b.t. de hulpvraag en
situatie van de cliënt.
Effectiviteit van interventie = mate waarin een interventie het doel realiseert.
 Elke interventie doorloopt een ontwikkelingspad = van impliciet geloof in
de effectiviteit naar empirisch bewijs dat de interventie het effect heeft
veroorzaakt.
 Een interventie is evidence-based als = het beeld over de werkzaamheid
is gebaseerd op kennis over wat werkt – kennis bestaat vaak uit een mix
van verschillende bronnen:
1) Bewijs uit wetenschappelijk onderzoek (i.e., research-based kennis).
2) Ervaringskennis van praktijkwerkers (i.e., practice-based kennis).
3) Kennis over opvattingen, voorkeuren en ervaringen van cliënten (i.e.,
client-based kennis).
4) Kennis over ethische overwegingen en waarden in het opgroeien
(i.e., value-based).
 Kosteneffectiviteit = de mate waarin de interventie en kosten daarvan
in een acceptabele verhouding staan tot de mate van doelbereik.
- Wat verantwoord is = wordt bepaald door wetenschappelijke criteria,
en ethische en politieke overwegingen.




2

,Het veld van preventie en jeugdhulp = jeugdwelzijn, (passend) onderwijs,
gezondheidsbevordering, jeugdgezondheidszorg, jeugdhulp, jeugdbescherming
en jeugdreclassering, wat o.a. in de Jeugdwet (2015) is omschreven.
 Het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in
de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheids-bevorderende
en -bedreigende factoren.
 Het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van
gezondheidsbedreigingen.
 Het voorkomen en de vroege signalering van en vroege interventie
bij opgroeien opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.
 Het versterken van het opvoedkundige klimaat in gezinnen, wijken,
buurten, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen.
- Pedagogisch handelen in onderwijs = aanpakken van scholen om de
(psychosociale) gezondheid en het welbevinden van jeugdigen te
bevorderen of te herstellen (bv. anti-pestprogramma’s).
 Het bevorderen van de opvoedvaardigheden van de ouders, opdat zij in
staat zijn hun verantwoordelijkheid te dragen voor de opvoeding en het
opgroeien van jeugdigen.
 Het inschakelen, herstellen en versterken van de eigen mogelijkheden
en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en
de personen die tot hun sociale omgeving behoren.
 Het bevorderen van de veiligheid van de jeugdige in de opvoedsituatie
waarin hij opgroeit.
 (Integrale) hulp aan de jeugdige en zijn ouders.
Verschillende partijen die bijdragen aan resultaatgerichte
ontwikkeling van interventies – met het doel een
effectieve preventie en jeugdhulp te realiseren:
 Praktijkwerker = iemand die het uitvoerende
werk van de preventie en jeugdhulp verzorgt.
 Rol van de onderzoeker = ondersteunen van alle
partijen, waarbij hun vragen onpartijdig en gepast
beantwoord worden.
Verschillende databanken waarin een overzicht staat van
de effectiviteit van jeugdinterventies (bv. Databank Effectieve Jeugdinterventies)
= hierbij geldt vaak het experimentele onderzoek als een aanpak de effectiviteit
te bewijzen.
 Experimenteel onderzoek als effectonderzoek = een experimentele
groep krijgt een interventie waarvan het effect onderzocht moet worden,
en een controlegroep krijgt geen interventie, een placebo of een
alternatieve interventie.
- Cliënten worden willekeurig toegewezen aan één van de twee groepen.
 Quasi-experimenteel onderzoek = groepen uit verschillende
instellingen worden met elkaar vergeleken, waarbij bij de ene groep
interventie X is toegepast en bij de ander interventie Y.
- Bijvoorbeeld = twee schoolklassen, twee afdelingen van een
jeugdhulpinstelling.



3

,  Bij beide groepen wordt een beginmeting en eindmeting verricht = het effect
wordt afgelezen aan het verschil tussen de experimentele en
controlegroep aan het eind van de interventie.
Onderzoek naar preventie interventies = preventie lijkt over het algemeen
effectief, en ook bv. lichte vormen van opvoedondersteuning werken
kostenbesparend. Wel aantal kanttekeningen:
 Weinig Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van preventie.
- Welzijn van jeugdigen hangt af van algemene economische niveau van
een land, voorzieningenniveau, kwaliteit van onderwijs,
toegankelijkheid tot publieke informatie, en kwaliteit van de
samenleving.
o Zo kunnen specifieke programma’s die in het buitenland effectief
bleken, in NL tegenvallen.
 Het onderzoek dat in NL is uitgevoerd voldoet vaak niet aan de
onderzoeksopzet.
 Kosten van een aantal Nederlandse preventieprogramma’s (bv.
screeningsprogramma van jeugdgezondheidszorg) zijn vrij helder, maar
van veel ook niet.
- Veel nog onduidelijk over kosteneffectiviteit.
Effectonderzoek naar jeugdhulp:
 Jeugdhulpinterventies zijn over het algemeen effectief = vaak
middelgrote tot grote effecten (i.e., effect sizes tussen 0.5 en 0.8, en
hoger).
- Problematiek waarvoor behandelingen effectief zijn = ADHD, angst en
depressie, gedragsproblemen, multiprobleemgezinnen en residentiële
jeugdhulp.
 Interventies die effectief zijn voor meervoudige problematiek =
cognitieve gedragstherapie voor angst, depressie,
aandachtsproblemen en verstorend gedrag – al dan niet in combinatie met
medicatie, oudertraining (bv. Parent Management Training) voor
jeugdigen met agressief gedrag, specifieke therapie in pleegzorg (bv.
Treatment Foster Care) en sommige vormen van gezinsbehandeling (bv.
multisysteemtherapie).
 Implementatie van evidence-based interventies = verbetering van effectiviteit
van gebruikelijke zorg.
Aantal kanttekeningen:
 Veel interventies in het buitenland zijn m.b.t. effectiviteit enkel onderzocht
bij enkelvoudige problemen.
- Meestal worden in de praktijk interventies uitgevoerd bij combinaties
van problemen.
o Effectiviteit o.b.v. buitenlands onderzoek = nauwelijks
representatief voor dagelijkse praktijk van NL jeugdhulp.
 Wel sinds 2005 meer gericht op effectiviteitsonderzoek in NL
jeugddomein, met name focus op multiprobleemgezinnen en
werkzame elementen in interventies.
 Aantal in de praktijk uitgevoerde interventies die effectief zijn
bewezen = kleiner dan aantal interventies die niet effectief zijn bewezen.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinebest. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74
  • (0)
Add to cart
Added