100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting De sportleider als organisator en SB-functionaris, ISBN: 9789037249859 De sportleider als organisator en sb-functionaris $5.85   Add to cart

Summary

Samenvatting De sportleider als organisator en SB-functionaris, ISBN: 9789037249859 De sportleider als organisator en sb-functionaris

 32 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting over leseenheid 1 uit het boek: De sportleider als organisator en SB-functionaris. De samenvatting bestaat uit alleen de belangrijkste tekst uit het boek, alle onzin is weggelaten. Verder is er wel voor gezorgd dat alles duidelijk is. Als u deze samenvatting bij de hand houd...

[Show more]

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Leseenheid 1
  • November 7, 2021
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
1.2 niet wedstrijd gerichte vormen
geen vaste volgorde: open instuif of spelenkermis
Open instuif of spelenkermis: deelnemers mogen doen wat ze willen. Bestaat uit activiteiten
waarbij deelnemers zelf kunnen bepalen waaraan zij deelnemen wat ze doen en welke
volgorde. Zorg voor voldoende activiteiten. Als je het met een winnaar wilt, kun je bij de
activiteiten punten krijgen.
Nadeel van dit systeem: het kan erg druk worden bij populaire activiteiten.
Richtlijnen spelenkermis:
o Zorg dat de activiteiten afwisselend zijn, zodat ze uiteenlopende deelnemers
aanspreken.
o Zorg dat de activiteiten kort en eenvoudig zijn punt vrijwel elke deelnemer moet de
activiteit uit kunnen voeren.
o zorg dat de activiteiten veilig zijn.
o voorkom lange wachttijden. Stuur eventueel deelnemers door naar een andere
activiteit.
o overweeg structuur in de kermis activiteit aan te brengen met behulp van hun af een
kaart punt op die manier kunnen de deelnemers alle activiteiten in hun eigen
volgorde afwerken kom, maar voorkom je dat iemand steeds bij hetzelfde onderdeel
blijft.

Vaste volgorde: roulatiesysteem
Je hebt 4 roulatiesystemen:
1. Klokopschuifsysteem: meestal evenveel spellen als deelnemers of teams. Als er meer
spellen zijn worden er sommige spellen niet gespeeld, als er meer deelnemers zijn
dan hebben ze soms een ronde pauze. De teams gaan van spel 1 naar spel 2 enz. Elke
spelronde duurt even lang.
2. Levend ganzenbord: deelnemers gooien een dobbelsteen en leggen zo een route af.
Belangrijk is de richting goed aangeven en de stations (speelvakken) goed
nummeren. Plattegrond van de route kan helpen. Bij bepaalde vakken moet je een
spel spelen, bij de finish moet je precies het aantal ogen gooien om op dat vakje te
komen. Heb je het gehaald kun je opnieuw beginnen en de al gespeelde vakjes skippe
3. Zweedsloopspel: zelf te bepalen aantal opdrachten, opdrachten zijn een nummer of
cijfer. Elke deelnemer of team start bij een opdracht en gaat door naar de volgende
als deze af is, tot dat je ze allemaal hebt gehad. Je kunt het spel ook presentatief
(uitdagend) doen. Bijvoorbeeld wie het snelst alle opdrachten af heeft. Of dat je bij
de opdracht een letter verdient en dan een code kunt oplossen.
4. Spinnenwebloop: lijkt een beetje op zweedsloopspel, maar bij dit spel loopt de
deelnemer of het team steeds terug naar een centraal punt waar ze de volgende
opdracht krijgen.

, 1.3 wedstrijdgerichte vormen of wedstrijdschema’s
Bij een wedstrijd of toernooi is het belangrijk dat deelnemers zich meten aan elkaar en dan
gaat het om een winnaar. Een krachtmeting kun je op verschillende manieren organiseren.
1. Uitdaagsystemen: speler of team daagt een hogergeplaatst team uit, als zij deze
verslaan wisselen ze van plaats. Voordeel is dat iedereen in het spel blijft.
De meest voorkomende uitdaagsystemen zijn:
- Laddersysteem: je plaatst deelnemers verticaal op een lijn. Deelnemers moeten
aan de top van de ladder komen door de persoon boven hem of de persoon 2
plekken boven hem uit te dagen. Als je wint dan kom je hoger aan de ladder.
- Waslijnsysteem: werkt hetzelfde als het laddersysteem alleen nu plaats je
deelnemers horizontaal.
- Piramidesysteem: je maakt een verticale indeling in een vorm van een piramide,
zo ontstaan er een aantal niveaus.de speler moet eerst iemand van zijn eigen
niveau verslaan en mag dan iemand van een niveau hoger uitdagen.
Voordeel: er kunnen veel mensen meedoen en je kunt sneller op klimmen.
- Schoorsteensysteem: ook hierbij kun je veel deelnemers gebruiken. Bij dit
systeem gebruik je het onderste deel het piramide systeem en het
bovenste deel het laddersysteem. Het schoorsteensysteem duurt langer
dan de andere systemen en de goede spelers krijgen meer bescherming.
- Voor- en nadelen van het uitdagingssysteem: voordelen zijn, iedereen kan
meedoen en er is spanning tot het einde. Nadeel, na een bepaalde tijd is
ongeveer de volgorde bekent en word er vaker tegen dezelfde gespeeld.

2. Afvalsystemen: deelnemers komen in paren (1 vs 1) tegen elkaar. De verliezer gaat
uit het spel of naar een verliezersronde. De winnaar gaat een ronde verder. Spel
word vaak gebruikt bij grote toernooien met veel individuen of duo’s (tennis,
boksen). Meestal worden spelers aan elkaar gekoppeld op speelsterkte
- Aantal deelnemers: bij een afvalsysteem wil je vaak tot een finale met 2 spelers
of duo’s komen. Je moet dan een schema maken met een macht van 2. Het gaat
dan om 2, 4, 8, 16, 32 deelnemers die op het schema komen. Als je bvb geen
mooi aantal deelnemers hebt zoals 14. Je gaat uit van een schema met de macht
2 die groter is dan het aantal deelnemers (je kunt niet op 14 uitkomen). Als je dan
te maken hebt met 14 deelnemers gebruik je een schema voor 16 deelnemers. Bij
de onberekende spelers zijn vrijplaatsen en vul je met het woord ‘bye’. Bij 14
spelers zullen er dan in de eerste ronde 2 personen niet spelen zodat er in de 2 e
ronde 8 spelers over zijn. Je kunt ze ook een voorronde laten spelen (doe je vaak
als je net boven de macht uitkomt). Bij bvb 9 deelnemers speelt eerst de nummer
9 tegen 8.
- Aantal wedstrijden en aantal rondes: een ronde is de reeks wedstrijden die nodig
is om het aantal deelnemers te halveren. Het aantal rondes bij een enkel
afvalsysteem is altijd een minder dan de aantal deelnemers.
X = N – 1 (waarbij X het aantal wedstrijden is en N het aantal deelnemers)
Berekenen: je berekent het aantal rondes door eerst de deelnemers naar boven
af te ronden bij een macht van 2 (29 rond je af naar 32) 32 is gelijk aan 2 tot de
macht 5. Het aantal rondes is dan 5.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HHy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.85  1x  sold
  • (0)
  Add to cart