Een samenvatting van het vak Medische kennis & psychiatrie. Deze samenvatting bestaat uit een samenvatting van de theorie behorend bij de leertaken en de hoorcolleges.
Medische kennis & psychiatrie – Leertaak Medische kennis algemeen
Psychische aandoeningen par. 1.1 en 1.4 + tekst ICF
Gezondheid = het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van sociale, fysieke en
emotionele uitdagingen van het leven.
Bij positieve gezondheid staat de mens en niet de ziekte centraal en gaat het niet om de gebreken of
stoornissen, maar om wat je wel kunt. In de uitwerking van
positieve gezondheid worden zes dimensies van
gezondheid beschreven:
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden (psychische functies)
3. Zingeving (de spirituele en existentiële dimensie)
4. Kwaliteit van leven
5. Meedoen (sociaal-maatschappelijke participatie)
6. Dagelijks functioneren
De aandacht gaat niet alleen uit naar de vraag: wat is er mis
en moet verholpen worden, maar ook en vooral naar: wat
heb jij nodig om je aan de gegeven uitdagingen aan te passen en je leven op de door jou gewenste manier te
leven?
De drie componenten van gezondheid:
1. De objectieve kant: gaat over de aan- of afwezigheid van een ziekteproces in het lichaam
2. De subjectieve kant: gaat over de beleving van de persoon van zijn ziekte
3. De gedragsmatige kant: gaat over de manier waarop iemand met zijn klachten omgaat, hoe hij
erover praat, hoe hij zijn leven er door laat beïnvloeden, hoe en waar hij steun zoekt
Het biopsychosociale model = een denkmodel dat ons helpt om een probleem of hulpvraag van
verschillende kanten te benaderen, om verklaringen te zoeken voor het ontstaan ervan en om
mogelijkheden voor de behandeling te vinden. Volgens dit model moeten gezondheidsproblemen worden
benaderd vanuit drie invalshoeken: een biologische, een psychische en een sociale invalshoek.
o Biologische factoren: erfelijke factoren, de rol van stress(hormonen), de rol van hersenstructuren en
neurotransmitters en andere lichamelijke functies
- Behandeling met psychofaarmaca
o Psychologische factoren: persoonlijkheidskenmerken, basisovertuigingen, hoe geeft iemand
betekenis aan ervaringen en gebeurtenissen, copingsstrategieën
- Behandeling: verschillende vormen van psychotherapie en traumaverwerking
o Sociale factoren: relaties, gezin, werk, inkomen, sociale contacten, deelname aan de maatschappij,
ingrijpende gebeurtenissen
- Behandeling: verschillende vormen van gewenste of noodzakelijke ondersteuning
De ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health) = een classificatiesysteem om het
functioneren van mensen en de factoren die daarop van invloed zijn te beschrijven. Het benadert het
menselijk functioneren vanuit 3 perspectieven:
o Perspectief van de mens als organisme: anatomie en functioneren van de verschillende
orgaansystemen, het psychische of mentale functioneren
o Perspectief van het menselijk handelen (activiteiten): dagelijkse activiteiten die mensen doen of
zouden willen doen
o Perspectief van participatie in het maatschappelijk leven: deelnemen aan de samenleving,
functioneren van mensen in hun sociale omgeving
1
,Factoren die het menselijk functioneren beïnvloeden:
o Medische factoren: de invloed van ziekten, aandoeningen of letsels
o Persoonlijke factoren: geslacht, leeftijd, persoonlijkheid, opleiding en leefstijl
o Externe factoren: behuizing, buurt, sociale groepen, maatschappelijke, economische en politieke
omstandigheden
Doelstellingen van de ICF:
o Het biedt een grondslag voor wetenschappelijk onderzoek naar het menselijk functioneren
o Het voorziet in een gemeenschappelijke taal voor verschillende disciplines wereldwijd
o Het maakt gegevens uit verschillende landen, vakgebieden, sectoren en perioden met elkaar
vergelijkbaar
o Het voorziet in een codestelsel voor informatiesystemen in de zorg
Medische kennis & psychiatrie – Leertaak Erfelijkheid
Psychische aandoeningen par. 3.2.1
In de celkernen van onze lichaamscellen zitten chromosomen, deze bevatten het erfelijk of genetisch
materiaal. Chromosomen zijn opgebouwd uit DNA.
Genen zijn stukjes van een chromosoom die informatie bevatten voor de vorming van talloze eiwitten.
Eiwitten zorgen voor talloze functies in verschillende lichaamscellen en maken daarmee allerlei
eigenschappen van het individu mogelijk. Alle fysieke, mentale en gedragsmatige eigenschappen van een
mens worden door zijn erfelijke aanleg mogelijk gemaakt.
Mensen hebben in aanleg allerlei eigenschappen. Of al die eigenschappen tot uiting komen, hangt in veel
gevallen af van omgevingsfactoren. Als aanleg geen kans krijgt om zich te ontwikkelen, komt deze niet tot
uiting.
Genotype = wat in aanleg in een individu aanwezig is
Fenotype = wat daarvan werkelijk tot uiting komt in het leven van het individu
Omgevingsinvloeden kunnen een chemisch proces in gang zetten waardoor bepaalde delen van het DNA
geactiveerd of geïnactiveerd worden. Genen kunnen dus worden aan- en uitgezet onder invloed van
omstandigheden.
Nature en nurture leiden in wisselwerking met elkaar gezamenlijk tot lichamelijke en psychische
aandoeningen.
Medische kennis & psychiatrie – HC 1: Macroscopische bouw en globale functies van het brein
Psychische aandoeningen p. 72 – 75
De opbouw van het brein kan functioneel gezien onderscheiden worden in 3 etages:
1. De hersenstam: vanuit de hersenstam worden allerlei belangrijke functies van het organische aan-
en bijgestuurd die essentieel zijn om in leven te blijven. De regulering van de vitale functies verloopt
onbewust.
2. Het lymbisch systeem: gelegen onder de schors van de grote hersenen. Het zorgt voor het
gewaarworden van emoties en het signaleert gevaar en zet de reacties daarop in gang. Ook speelt
het een belangrijke rol bij leren, de gegeugenfunctie, het ervaren van genot en de motivatie voor
gedrag. Enkele belangrijke onderdelen:
2
, De thalamus: een groot schakelstation, waar alle
binnenkomende informatie langs moet voordat die
verder wordt gestuurd naar de hersenschors en
andere delen van het brein
De hypothalamus: een schakelstation met belangrijke
regelfuncties voor het autonome zenuwstelsel en het
hormoonstelsel
De amygdala: een amandelvormige kern van
zenuwcellen, die zorgt voor de emotionele ervaring
van gebeurtenissen en waarnemingen. Met name
bedreigende prikkels activeren de amygdala.
De hippocampus: een langwerpige kern, waarmee wij
nieuwe informatie opslaan in ons kortetermijngeheugen
3. De neocortex (schors van de grote hersenen): bij mensen is vooral de frontale kwab, met als voorste
gedeelte de prefrontale cortex zeer sterk ontwikkeld. Hiermee denken wij na, plannen en monitoren
we ons gedrag, maken we sociale en ethische afwegingen en beheersen we onze impulsen en
emoties
De sensorische schors is de schors van de wandbeenkwab, slaapkwab en achterhoofdskwab.
Hiermee registreren, begrijpen en verwerken wij informatie die via onze zintuigen van binnen en
buiten ons lichaam binnenkomt.
Aan de achterzijde van de hersenstam en onder de grote hersenen, liggen de kleine hersenen. Deze
hebben een modulerende invloed op alle belangrijke functies die in de grote hersenen worden
gegenereerd en aangestuurd.
De linker hersenhelft is belangrijk voor taal, logisch denken, analyseren, rationeel denken
De rechter hersenhelft is belangrijk voor ruimtelijk inzicht, ingegraal, holistisch, inzicht, creativiteit
Het autonome zenuwstelsel = het dele van het zenuwstelsel dat de interne huishouding van het
lichaam regelt. De kernen van het autonome zenuwstelsel liggen in de hersenstam en de
hypothalamus. Het bestaat uit twee systemen die een aan elkaar tegenstelde werking hebben:
o Het parasympathische zenuwstelsel: domineert in rust: hartslag en ademhaling zijn rustig en
de spijsvertering is gaande
o Het sympathische zenuwstelsel: domineert bij toestanden van fysieke inspanning en bij
emotionele stress: snellere hartslag en ademhaling, hogere bloeddruk, hogere
spierspanning, meer zweetproductie, minder activiteit van de spijsvertering
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lien97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.