De Reformatie (1517): 8
De Concilie van Trente (1543-1563) 8
De boekdrukkunst en bijbehorende technieken (1439): 9
De Genrekunst in het Noorden: 9
Barok (1600-1750): 9
Rome en de Pauselijke macht: 9
Carracci vs. Caravaggio: 10
Hollands Classicisme (1625-1665) en de Gouden Eeuw (17e eeuw): 11
Het verschil tussen de Renaissance en de Barok (architectuur): 11
De thema’s in Italiaanse Barok (architectuur): 11
Rococo (1700-1780): 12
De Verlichting: 12
Neoclassicisme: 12
Eclecticisme: 13
Neopalladianisme: 13
Gothic Revival: 13
Picturesque: 13
Sublime: 14
1
, Gotiek (1140-1500):
De gotiek is een benaming voor de periode tussen de romaanse kunst en de renaissance.
Binnen de kunsten is deze tijdsbepaling vooral te herkennen aan Bijbelse onderwerpen en
de plastische weergave van personen. Door deze plastische weergave hadden de figuren
vaak geen emotie of beweging. Ook had elke figuur een speciale plek op het canvas,
waardoor er ook niet echt gekeken werd naar de compositie. Tevens werden de werken heel
erg sierlijke en delicate weergeven aan de hand van heel veel decoratie.
De architectuur is vooral terug te zien in kerken en kenmerken zich aan hun spitsbogen,
vier- of driepassen, glas-in-lood ramen en hun sierlijke decoratie. Tevens hebben er ook
innovaties plaatsgevonden, waarmee de gotiek overvloeide tot de renaissance. In de kunst
veranderde de plastische figuren langzaam in mensen met emoties en werd het gebruik van
diepte toegepast. In de architectuur werden de zware dragende constructies van het tong-
en kruisgewelf met steunberen getransformeerd tot het kruisribgewelf met de techniek van
de luchtbogen. Een innovatie die plaatsvond tussen de Gotiek en Renaissance is het
gebruik van portretten, wat voorheen nog niet was gebruikt.
International Style:
Tijdens de gotische periode, richting de Renaissance, was er een internationale stijl. Dit
kwam doordat mensen veel reisde, ze geen ‘vijandigheid’ hadden voor ‘buitenlandse’
opdrachten en het werd verspreid over Europa. Zo leken alle werken een beetje op elkaar
en was er nog geen duidelijk onderscheid te maken tussen Noord en Zuid. Echter toen de
steden en staten welvaart kregen in de 14e eeuw, waarbij er ook meer vraag kwam voor
seculiere gebouwen, ontstond er een soort concurrentie. Doordat de mensen in de steden
zich in gilden gingen organiseren werd het ‘nationale’ erg goed beschermd. Hierdoor werd
het steeds moeilijker om als ‘buitenlander’ een opdracht te krijgen. Door deze ontwikkeling
zijn er wel meer stijlen ontstaan, ook nationale stijlen.
Renaissance (1400-1600):
Er was een grote behoefte aan innovatie en verandering in de kunst en architectuur in Italië.
Hierdoor grepen ze terug naar de Klassieke Oudheid en richtte ze zich meer op observatie
van de natuur (vooral anatomie). In de kunst werden er innovaties uitgevoerd zoals het
gebruik van perspectief, diepte en compositie. Hierdoor kregen de figuren een meer
emotionele en dynamischere uitstraling. In het zuiden werden deze kunsten vooral mooier
gemaakt (antropocentrische concept van de wereld) en in het Noorden bleef het aardser.
Echter werd er nog niet compleet gewerkt met licht en donker, zoals in de Barok.
In de architectuur richtte zich vooral op het gebruik van de Klassieke orden,
waarbij er een harmonieuze verhouding ontstaan door het gebruik van de
vierkant en cirkel. Hierbij gebruikte ze verschillende klassieke elementen,
zoals zuilen, bogen etc. Vitruvius is een van de eersten die deze klassieke
architectuur omschreef en er zouden dan ook vele zijn traktaat volgen. Ze
geloofden erin dat de Klassieke Oudheid de grandeur was en de beste
beschaving en noemde daarom ook de eeuwen daarvoor → Middeleeuwen.
In de Hoge Renaissance streefde ze naar grandeur op grote schaal, niks
was te gek. De statische beelden uit de Vroege Renaissance veranderde in echte levende
figuren zonder harde lijnen. Hier werd dan ook meer gebruik gemaakt van licht/donker en
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Quintybbm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.