100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Neurobiologische Achtergronden Van Opvoeding & Ontwikkeling - Deel B. The Student's Guide to Social Neuroscience, ISBN: 9781317709916 $6.37
Add to cart

Summary

Samenvatting Neurobiologische Achtergronden Van Opvoeding & Ontwikkeling - Deel B. The Student's Guide to Social Neuroscience, ISBN: 9781317709916

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor deeltentamen B. De collegeslides zijn aangevuld met informatie uit het boek en/of voorbeelden.

Preview 4 out of 42  pages

  • No
  • H4 t/m h10
  • November 8, 2021
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
College 5: geheugen, taal en empathie


Neurale representatie van herinneringen.
- Hoe bewaren de hersenen herinneringen? Nog altijd niet helemaal bekend.
o NIET: bepaalde cellen slaan bepaalde informatie op (bijv kindertijd etc).
▪ = grandmother cells.
• Niet efficiënt! Als je een bepaalde cel kwijtraakt ben je een heleboel
herinneringen kwijt.
o NIET: nieuwe verbindingen tussen grote gebieden.
▪ Kari Lashley.
▪ Klassiek conditioneren van dieren.
▪ Zoektocht naar het engram (waar je je herinneringen opstaat).
• Niet gevonden uiteindelijk.
▪ Bracht beschadigingen in het brein aan.
o WEL: gebaseerd op netwerkactivatie.
▪ ‘echo’ van de originele ervaring.
• De gebieden die betrokken zijn bij de herinnering (die toen actief
waren), worden opnieuw geactiveerd als je de herinnering ophaalt.
• = activatie van bijvoorbeeld de sensorische gebieden.

Onderverdelingen van het geheugen.
- Verschillende onderverdelingen:
o Korte termijn vs lange termijn.
▪ Consolidatie (vastleggen in LTG) en rehearsal (het oefenen/herhalen van
informatie – afhankelijk van intensiteit).
▪ Aanvankelijk wordt alles in het KTG opgeslagen, maar komen na een
bepaalde periode in het LTG.
▪ Hoe meer manieren je gebruikt om iets te leren/onthouden
(samenvattingen, schrijven, luisteren, ezelsbruggetjes etc), hoe beter het
wordt opgeslagen in het lange termijn geheugen (= consolideren).
o Procedureel vs declaratief.
▪ Handelingen (procedure – hoe doe je iets) en taal (iets onder woorden
brengen – herinneringen die gebruik maken van taal. ).
o Expliciet vs impliciet.
▪ Bewustzijn (van het moment dat je iets meemaakt/opslaat) van leermoment.
• Niet bewust – impliciet leren.

Hippocampus.
- Belangrijk voor het geheugen.
o Dieren: geheugen voor locaties en ruimtelijke handelingen (spatieel geheugen).
o Mensen: vooral declaratief lange termijn geheugen (= talige herinneringen).
o Bilaterale schade leidt tot (ernstig) geheugenverlies.
▪ Schade aan beide kanten hippocampi.
▪ Ligt diep in de temporaal kwab. Bij beschadiging van 1 gebeurt er niet veel.
Bij schade aan beide treedt ernstig geheugenverlies op.


1

,Patiënt H.M.
- Henry Molaison (1926-2008).
o Ernstige vorm van epilepsie (al vanaf de jeugd).
o In 1953 temporaalkwabben verwijderd incl beide hippocampi (experimentele
operatie).
▪ Hielp vrij goed tegen epilepsie.
o Maar: onvermogen nieuwe herinneringen op te slaan (lange termijn geheugen).
▪ Wel herinneringen van voor de operatie.
▪ We weten hierdoor dus dat consolidatie van geheugensporten in het lange
termijn geheugen een functie van de hippocampus is.
▪ Intact impliciet procedureel geheugen.
• Wel mogelijk om nieuwe handelingen te leren.

Geheugenverlies.
- Amnesie.
o Retrograde amnesie.
▪ Verlies van opgeslagen informatie.
o Anterograde amnesie.
▪ Onvermogen om nieuwe herinneringen te vormen.
- NB: ‘normaal’ vergeten belangrijk.
o Efficiency: onthoud wat belangrijk is en vergeet wat onbelangrijk is.

Werkgeheugen.
- Kort vasthouden in de hersenen en bewerken/gebruiken van informatie.
o Bijv redactiesommen of route plannen op de kaart.
- ‘Onderdelen’:
o Visuspatial sketchpad.
▪ Visuele en spatiele informatie (te maken met zien).
o Phonological loop.
▪ Talige informatie/dingen die je hoort.
o Central executive (coördinatie – wat gebeurt er met informatie en wanneer).
▪ Informatie bewerken en gebruiken → coördinatie proces: wanneer en wat
gebeurt er met de informatie
o Prefrontale gebieden van belang hiervoor, met name de dorsolateral prefrontal
cortex (DLPFC).

Bijzondere vormen van geheugen en geheugenverlies.
- Prospectief geheugen: toekomst.
o Bijv je planning/afspraken in de toekomst.
- Brongeheugen: oorsprong herinnering.
o Waar en wanneer heb je iets gedaan.
o Onderscheid maken tussen een echte en valse herinnering (heb je iets echt
meegemaakt?).
▪ Dit gaat mis bij de ziekte van Korsakov.
- Infant amnesia: weinig herinneringen aan eerste jaren.
o Tot ongeveer 4 jaar.
o De hippocampus is nog in ontwikkeling. Hierdoor onthoud je minder goed (tot 4
jaar).
o NB: duur van onthouden.

2

, ▪ Baby’s en jonge kinderen kunnen wel dingen onthouden, maar voornamelijk
in het KTG.

Taal in het brein: broca’s area.
- Paul Broca (1828-1888).
o Arts in Parijs.
o Ontdekte het gebied wat verantwoordelijk is voor taalproductie (spraak).
▪ Meestal links, soms in beide helften (bilateraal) en nog minder vaak rechts
(bij linkshandigen bijvoorbeeld – maar hoeft niet).
▪ Produceren van gesproken taal:
o Patiënt Tan.
▪ Door Syfilis veroorzaakte beschadiging in linker frontale cortex.
▪ Ernstig verstoorde spraakproductie.
• Zei alleen nog ‘Tan’.
o Hierdoor wist Broca dat dit gebied verantwoordelijk was
voor gesproken taal.

Functie gebied van Broca.
- Belangrijk voor:
o Spraakmotoriek.
o Woordvinding.
▪ Welk woord moet ik uitvinden? Welke spierbeweging hoort daarbij?
o Grammaticaproductie.
▪ Juiste vorm, juiste volgorde etc.
- Beschadiging leidt tot expressieve afasie (moeite met taalproductie).
o Langzaam spreken, incorrecte uitspraak.
o Woordvindingsstoornissen.
▪ Niet goed op het woord kunnen komen.
o A-grammaticale spraak.
▪ Losse woorden, halve zinnen.
o Taalbegrip gespaard.
▪ Het is wel logisch wat er wordt gezegd (van betekenis).
➔ Begrijpt waar het over gaat en wat gezegd wordt is relevant. Weten wat je wil zeggen, alleen
het komt er niet uit.
- Aansturing van spieren om te spreken is vanuit de primaire motorische schors. Hetgeen wat
uitgesproken moet worden komt vanuit het gebied van Broca.

Taal in het brein: Wernicke’s area.
- Karl Wernicke (1848-1905).
o Duits neuroloog.
o Ontdekte gebied verantwoordelijk voor taalbegrip.
- Gebied ligt tegen de primaire auditieve cortex aan.
o Waar klanken als eerste binnen komen.
▪ Klankpatroon omzetten in ideeën: taalbegrip. Verstaan wat er tegen je
gezegd wordt.
- Patiënt.
o Na beroerte beschadiging in linker temporale cortex.
o Gehoor intact.



3

, o Vloeiende, maar betekenisloze spraak. Leek ook niet helemaal goed te begrijpen wat
werd gevraagd.

Functie gebied van Wernicke.
- Belangrijk voor:
o Woordbegrip.
o Zinsbegrip.
- Beschadiging leidt tot receptieve afasie.
o Vloeiend spreken, syntactisch correct, maar betekenisloos.
o Ernstig verstoord taalbegrip.

Fasciculus arcuate.
- Zenuwbundel tussen gebieden Broca en Wernicke.
o Verbinding receptieve en productieve gebieden (productie en begrip).
- Beschadiging leidt tot conductie-afasie.
o Taalbegrip relatief in orde (Wernicke)
o Taalproductie relatief in orde (Broca)
o Onvermogen tot nazeggen.
▪ Auditief patroon nodig, gebied wat hiervoor van belang is werkt dus niet
goed.

Geschreven taal.
- Gebied van Wernicke verbonden met visuele cortex.
o Essentieel voor begrip van geschreven taal.
- Schade leidt tot verlies van leesvaardigheid: alexie.
o Je hebt leren lezen maar verliest de leesvaardigheid doordat de zenuwbundel
verloren gaat.
▪ Bijvoorbeeld door een tumor die erop drukt.
o Is dus duidelijk wat anders dan dyslexie!

Breinbanen (pijltjes).




Empathie en Theory of Mind.
- Empathie: inlevingsvermogen in gevoelens van anderen.
o Je voelt de emotie niet maar kan wel begrijpen dat een ander die
heeft.
- ToM: vermogen om…
o Mentale toestand aan anderen toe te schrijven.
o Te beseffen dat gedachten van anderen kunnen afwijken van de eigen.
o Vanaf ongeveer 4 jaar. Tegenwoordig aanwijzingen dat jongere
kinderen al een deel van ToM hebben ontwikkeld.
▪ False belief test: Sally Anne test.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annecolombijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.37  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added