BESTEDINGEN = aankopen van goederen of diensten door consumenten, bedrijven, overheid
en buitenland.
CONSUMENTENVERTROUWEN = geeft informatie over de verwachtingen van consumenten
over de ontwikkeling van de economie.
INFLATIE = stijging van het algemeen prijsniveau
KOOPKRACHT = wat je letterlijk in euro’s kunt kopen/ reële waarde van je budget afhankelijk
van prijzen en inkomen.
DEFLATIE = daling van algemeen prijsniveau
CONSUMEREN = het kopen van goederen en diensten om in bestaande behoefte te
voorzien.
INVESTEREN = het aanschaffen van kapitaalgoederen door een onderneming of bedrijf om
verder te produceren.
BEHOEFTEN = alles wat mensen graag willen hebben.
MIDDELEN = zaken die je nodig hebt om een doel te bereiken zoals: geld, producten en tijd.
SCHAARSTE = wanneer er productiemiddelen opgeofferd om iets te produceren.
VRIJE GOEDEREN = goederen waar geen schaarste middelen voor worden opgeofferd zoals
zonlicht
OPOFFERINGSKOSTEN = de gederfde opbrengsten van het beste niet gekozen alternatief
ALTERNATIEF AANWENDBAAR = de middelen (producten, geld en tijd) kunnen voor
verschillende zaken gebruikt worden.
BUDGETLIJN = geeft verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden aan bij
bepaald budget (vrije uren of werken bijvoorbeeld!)
Leerdoelen
RELATIE TUSSEN CONSUMENTENVERTROUWEN, BESTEDINGEN EN WERKLOOSHEID
Als het consumentenvertrouwen daalt is het gevolg dat mensen voorzichtiger worden met
het uitgeven van geld met als gevolg dat mensen minder snel uitgeven minder vraag naar
producten minder productie minder personeel nodig toenemende werkloosheid.
Als het consumentenvertrouwen stijgt worden mensen juist minder voorzichtig met het
uitgeven van geld met als gevolg dat mensen sneller geld uit gaan geven meer vraag naar
producten meer productie meer personeel nodig afnemende werkloosheid.
WAAROM DEFLATIE NIET GOED IS VOOR DE ECONOMIE
Door dalende prijzen (deflatie) gaan mensen hun aankopen uitstellen omdat ze denken dat
de prijzen nog verder zullen dalen met als gevolg dat er minder vraag naar productie is
minder geproduceerd hoeft te worden minder personeel nodig is werkloosheid
ontstaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanluth. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.