Gedetailleerde samenvatting over het hele boek sociale psychologie van Aronson en Wilson 9e druk. ISBN: 5361
Alle belangrijke dingen staan verwerkt in de samenvatting. Zelf haalde ik een 8 op het tentamen!
Heel veel succes!
Hoofstuk 1: Inleiding in de sociale psychologie
1.1 Wat is sociale psychologie
Psychologie = wetenschap van het gedrag en de psychische processen van het individu
Sociale psychologie = wetenschap die bestudeert hoe de gedachten, gevoelens en gedragingen van
mensen worden beïnvloed door de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen
➢ Sociale invloed is kern.
Sociale invloed = effect dat woorden, daden, of alleen al aanwezigheid van andere mensen hebben
op onze gedachten, gevoelens, attitudes of gedrag.
➢ Rechtstreekse overreding → Pogingen ene persoon overhalen door de ander
➢ Of door subtiele situaties → bijvoorbeeld aanwezigheid van anderen
1.1.1. Sociale psychologie, wetenschap en gezond verstand
Empirische methode = op waarneming en/of onderzoek gebaseerde methode voor het toetsen van
hypotheses
Hypothese = een als voorlopige waarheid aangenomen maar nog te bewijzen veronderstelling
Sociale psychologie → Onderscheidt zich doordat ze zich richt op manier waarop mensen beïnvloed
worden door hun interpretatie of construct van de omgeving.
Construct = de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen of interpreteren
➢ Interpretatie is belangrijker dan weten wat de objectieve eigenschappen van sociale wereld
zijn
Determinanten = bepalende factor in een ontwikkeling of toestand.
1.1.2. Sociale psychologie en het verschil met verwante disciplines
Persoonlijkheidspsychologen → verklaren sociaal gedrag d.m.v. individuele verschillen
➢ Sociale psychologen nemen ook de macht van sociale invloed mee.
Sociologie → kijkt naar samenleving als geheel, niet naar individu
➢ Kijkt naar samenleving/groep binnen samenleving
Doel sociale psychologie
Doel sociale psychologie → indentificeren eigenschappen van de menselijke natuur die ervoor
zorgen dat iedereen gevoelig is voor sociale invloed.
➢ Ontdekken van universele wetten, maar ook verschillen in culturen d.m.v. crosscultureel
onderzoek.
1.2. Macht van de situatie
Fundamentele attributiefout= neiging om de mate waarin iemand gedrag wordt veroorzaakt door de
rol van persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren te overschatten en de rol van externe
situationele factoren te onderschatten
Attributie = toeschrijven van oorzaken aan het eigen of andermans gedrag en het daarmee voorzien
van verklaringen.
➢ Geeft onterecht gevoel van veiligheid
o We onderschatten macht van situatie
o Voorbeeld: competitief/cooperatief spel → mensen gaan er vanuit dat
persoonlijkheid reactie verklaart i.p.v. situatie
,1.3. Macht van de sociale interpretatie
Definiëren van sociale situatie
➢ bepalen objectieve eigenschappen van situatie → hoe lonend is deze voor mensen
➢ kijken naar gedrag dat door eigenschappen ontstaat
Behaviorisme = stroming die stelling verdedigt dat men, om menselijk gedrag te kunnen begrijpen,
slechts hoeft te kijken naar bekrachtigende eigenschappen van de omgeving.
➢ Gedrag wordt verklaard door beloningen en straffen
➢ Niet nodig om subjectieve zaken (denken, voelen) hierbij te betrekken
➢ Vroege behavioristen vergaten manier waarop mensen omgeving interpreteerden
Gestaltpsychologie = stroming die het belang benadrukt van het bestuderen van de persoonlijke
(subjectieve) manier waarop een object wordt waargenomen, in plaats van het bestuderen van de
manier waarop de objectieve, fysieke eigenschappen van het object zijn samengevoegd
➢ Het geheel is anders dan de som der delen
➢ Je moet je richten op fenomenologie van mensen
Fenomenologie = hoe een object op hem/haar overkomt
Kurt Lewin → Grondlegger voor moderne sociale psychologie.
➢ Belangrijker om te begrijpen hoe iemand de wereld waarneemt of interpreteert
Naïef realisme = overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt zoals ze “echt” zijn
➢ Als andere mensen dingen anders zien, moeten ze bevooroordeeld zijn.
Constructen = hoe bepaalde situatie wordt waargenomen.
1.4. De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
Motieven ten grondslag aan gedachten en gedragingen:
➢ Honger, dorst, angst, dingen onder controle willen hebben, behoefte aan liefde, gunsten en
andere beloningen.
2 essentiële motieven:
➢ Behoefte aan positief zelfbeeld
➢ Behoefte om wereld accuraat waar te nemen
o Meestal worden we door deze 2 motieven in tegengestelde richtingen getrokken,
waardoor we, om te wereld accuraat waar te kunnen nemen, niet anders kunnen dat
het feit onder ogen zien wat we ons idioot hebben gedragen.
1.4.1. het motiev van eigenwaarde: de behoefte aan een positief zelfbeeld.
Positief zelfbeeld = evaluatie van mensen van hun eigenwaarde, dat wil zeggen: de mate waarin ze
zichzelf beschouwen als goed, competent en beschaafd.
➢ Mensen hebben grote behoefte aan positief zelfbeeld → Kiezen sneller hiervoor dan voor
accurate waarneming van de wereld.
➢ Geven hierdoor situaties vaak andere draai die henzelf in positief daglicht stlet.
Vroeger gedrag rechtvaardigen
➢ Staat verandering en zelfverbetering in de weg
Lijden en zelfrechtvaardiging
➢ Om nare gevoelens te voorkomen zal iemand de ervaring een positieve draai geven
➢ Concentreren op positieve kanten en mindere kanten positief vervormen.
,Menselijke wezens zijn gemotiveerd om positief beeld van zichzelf in stand te houden
➢ Deels door gedrag te rechtvaardigen
➢ Dit brengt hen in bepaalde omstandigheden toe dingen te doen die in eerste instantie
paradoxaal of verrassend lijken.
1.4.2. motief van sociale cognitie: de behoefte om accuraat waar te nemen
➢ Mensen verdraaien nooit volledig te realiteit
Sociale cognitie = hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld. Dus hoe mensen sociale
informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en
beslissingen te nemen.
➢ Uitgangspunt → Mensen doen hun best om de wereld zo accuraat mogelijk waar te nemen
➢ We maken soms fouten omdat we niet over alle feiten beschikken
Verwachtingen over sociale wereld kunnen accurate waarneming beïnvloeden of soms zelfs de
sociale wereld veranderen.
➢ Voorbeeld: onderzoek naar leerlingen op school
o Selffulfilling prophecy = je verwacht een bepaald gedrag van jezelf of iemand anders,
dus handel je op zo’n manier dat dat gedrag waarheid wordt.
1.4.3. Overige motieven
➢ Biologische drijfveren → honger, dorst
➢ Psychologische drijfveren → angst, behoefte aan liefde, goedkeuring & andere beloningen
➢ Behoefte aan controle
1.5. sociale psychologie en maatschappelijke problemen
Sociale psychologie → wetenschappelijke studie naar sociale invloed
➢ Doel: oplossing vinden voor maatschappelijke problemen.
, Hoofdstuk 2: Methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek
2.1. Sociale psychologie: een empirische wetenschap
Hindsight bias = neiging van mensen om hun vermogen om uitkomst te voorspellen te overdrijven
nadat ze te weten zijn gekomen hoe een uitkomst eruit ziet
2.1.1. Inspiratie uit eerdere theorieën en onderzoeken
Hypothese = vermoeden die onderzoek wil testen
➢ Start van elk onderzoek
➢ Afleiden uit eerdere theorieën en onderzoeken
2.1.2. hypothesen gebaseerd op persoonlijke obsevaties
Fenomenen in dagelijkse leven wekken interesse → inspiratie voor onderzoek
2.1.3. Onderzoeksmethoden
1. Observationele methode → Beschrijven
➢ Beantwoord: wat is de aard van het fenomeen
2. Correlationele methode → Voorspellen
➢ Beantwoord: als we x kennen, kunnen we dan y voorspellen
3. Experimentele methode → causaliteit
➢ Is variabele x de oorzaak van variabele y
2.2. De observationele methode: sociaal gedrag beschrijven
Observationele methode = techniek waarbij de onderzoeker mensen observeert en zijn/haar
metingen of indrukken over hun gedrag systematisch vastlegt.
➢ Wanneer je een beschrijving wilt geven over type groep/gedrag
➢ Voorbeeld is etnografie = methode waarbij onderzoeker probeert een groep of cultuur te
begrijpen door die van binnenuit te observeren, zonder de groep zijn eigen normen en
waarden op te leggen.
o Gebeurt steeds vaker in sociale psychologie om gedrag in andere culturen te
verklaren.
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid = de mate van overeenkomst tussen 2 of meer mensen die
onafhankelijk van elkaar een dataset observeren en coderen
➢ Moet voorkomen dat observaties subjectieve, vervormde indrukken van een enkel individu
zijn .
2.2.1. Analyse van archieven
Analyse van archieven = vorm van de observationele methode waarbij de onderzoeker de
verzamelde documentatie(archieven) van een cultuur onderzoek (dagboeken, romans, kranten etc)
2.2.2. Beperkingen observationele methode
➢ Geeft geen informatie over waarom
➢ Sommige soorten gedrag zijn moeilijk observeerbaar
o Komen zelden voor of alleen in privesfeer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ynkehartsema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.