Geschiedenis H1 De eerste wereldoorlog
Paragraaf 2: Spanningen in Europa
Einde 19e eeuw -> in Londen eerste autobussen, de eerste metrolijn werd aangelegd en de
rijksten kochten een auto.
Er kwamen nieuwe communicatiemiddelen zoals: telegraaf, radio, telefoon en film.
Massaproductie: fabrieken produceren sneller en goedkoper producten op grote schaal.
Fransen waren machtigste land in Europa, tot aan de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) die de
Duitsers wonnen -> Fransen waren vernederd.
Nationalisme: Grote liefde voor eigen volk, land
Het nationalisme was in alle Europese landen sterk gegroeid.
Wapenwedloop: Een race tussen landen om zoveel mogelijk en zo krachtig mogelijke wapens
te produceren.
In Zuidoost-Europa (Balkan) zorgde het zwakke Ottomaanse Rijk voor grote instabiliteit, het
Ottomaanse Rijk werd ook wel de ‘zieke man van Europa genoemd’.
Ottomaanse Rijk: Turkse Rijk dat van 1300 tot 1923 bestond.
In 1882 spraken Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië af om elkaar te steunen in geval van
oorlog: Triple Alliantie.
In 1907 sloten Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië een bondgenootschap: de Triple
Entente.
, Paragraaf 3: De eerste wereldoorlog
28 juni 1914 -> kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije inspecteerde de
Oostenrijkse troepen in Sarajevo (hoofdstad van Bosnië), later op die dag doodgeschoten door
Bosnische Serviër Gavrilo Princip.
Oostenrijk-Hongarije verklaarde Servië op 28 juli 1914 de oorlog, dat was het begin van de
Eerste Wereldoorlog.
Eerste Wereldoorlog: grote oorlog die tussen 1914 en 1918 in vooral Europa werd
uitgevochten, maar waar ook soldaten uit Europese kolonies meevochten. In 1917 deden de
Verenigde Staten mee.
Schlieffenplan: Duits oorlogsplan uit 1905 om een tweefrontenoorlog te voorkomen. Het
Duitse leger moest via België eerst Frankrijk aanvallen en verslaan, en daarna Rusland
aanvallen.
Tweefrontenoorlog: Een oorlog waarbij het land op twee plekken tegelijk moet vechten en
het leger zich moet opsplitsen.
4 augustus 1914 viel Duitsland- via België- Frankrijk aan. België was neutraal in de Eerste
Wereldoorlog.
Nederland bleef de hele oorlog neutraal, maar Belgen zochten er bescherming tegen het
oorlogsgeweld.
Het Schlieffenplan mislukte doordat het front vast kwam te zitten in Noord-Frankrijk en België.
Ook kwamen de Russen sneller in actie dan verwacht.
Soldaten maakten loopgraven, als bescherming tegen mitrailleurvuur.
Loopgraven: Uitgegraven greppels waarin soldaten bescherming zoeken tegen de vijand.
In augustus 1914 leden de Russen een grote nederlaag bij de Slag bij Tannenberg in Oost-
Polen. 90.000 Russische soldaten werden gevangengenomen door de Duitsers, er vielen
50.000 Russische gewonden en doden.
Toch wonnen de Centralen de oorlog niet, dat kwam vooral doordat de legers van Oostenrijk-
Hongarije en het Ottomaanse Rijk niet heel sterk waren.
De Eerste Wereldoorlog was de eerste totale oorlog. Dat betekent dat niet alleen het leger,
maar het hele volk betrokken is bij de oorlog.
Propaganda: Reclame maken voor politieke ideeën of voor politici via radio, posters etc. met
als doel zoveel mogelijk mensen overtuigen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller molivia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.