Een persoon kan op 2 manieren een verhouding tot een goed hebben:
- feitelijke verhouding → belangrijkste zijn het bezit en het houderschap art. 3:107 BW
- juridische verhouding → kan verbintenisrechtelijk of goederenrechtelijk
o ● verbintenisrechtelijke verhouding bestaat indien een persoon een recht met
betrekking tot een goed heeft. (recht op levering of een huurrecht)
o ● goederenrechtelijke verhouding bestaat indien een persoon een
goederenrechtelijk recht heeft op een goed. Belangrijkste rechten hierbij zijn
eigendomsrecht en beperkte rechten.
Het goederenrecht bestaat uit een gesloten systeem, dit houdt in:
- Alle goederenrechtelijke rechten zijn geregeld in de wet
- De wet bepaalt in belangrijke mate de inhoud van de goederenrechtelijke rechten.
- Veel wetsbepalingen zijn van dwingend recht waardoor partijen niet van deze
regels kunnen afwijken.
Het verbintenissenrecht bestaat uit een open systeem, dit houdt in:
- De wet somt niet alle soorten verbintenissen op en geeft evenmin precies aan
welke inhoud verbintenissen moeten hebben.
- bestaat vooral uit regelend recht ( een paar uitzonderingen)
- werkt relatief*
Een goederenrechtelijk recht is een subjectief recht dat een persoon op grond van het
objectieve goederenrecht heeft op een goed.
Het heeft een absolute recht → Ze kunnen tegen ieder worden ingeroepen. Een ieder dient
de goederenrechtelijke rechten van een ander te respecteren.
Goederenrechtelijke rechten
- Het heeft een absolute recht → Ze kunnen tegen ieder worden ingeroepen. Een
ieder dient de goederenrechtelijke rechten van een ander te respecteren.
- droit de suite → zaaksgevolg aka ‘ het recht volgt het goed waarop het is gevestigd’
- prioriteit → Het oudste recht op een grond gaat voor
- separatisme in faillissement → In het faillissement van degene die een goed onder
zich heeft, kan degene die een goederenrechtelijk recht op dat goed heeft zijn recht
uitoefenen zonder dat het faillissement hem treft.
2
,Bijvoorbeeld: Een eigenaar die zijn laptop aan de failliet uit heeft geleend, kan hem terug
eisen en treft het faillissement de positie van bijvoorbeeld een persoon met een pandrecht
op een zaak van een failliet persoon. ( art. 57 Fw)
Week 1 -> Hoofdstuk 2 Terminologie
Goederen = art. 3:1 BW
Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten.
Zaken = art 3:2 BW
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
1. Voor menselijke beheersing vatbare
2. Stoffelijke
3. Objecten
Vb. auto, broek, stuk grond, spaarlamp, hoeveelheid water, gas.
Geen zaak: lucht, zee, merken, energie
3
, Bijna alles wat een mens kan aanraken is een zaak.
Onroerende zaken = art. 3:3 lid 1 BW
Onroerende zaken zijn zaken die niet verplaatsbaar zijn, art. 3:3 lid 1 BW onderscheidt de
volgende categorieën:
- De grond: elk stuk grond (vb: een tuin, een park, een weiland);
- Delfstoffen die nog niet zijn gewonnen: Gesteenten en mineralen met een bepaalde
gebruikswaarde, die uit de grond worden gewonnen;
- Beplantingen die met de grond zijn verenigd: dit zijn bomen, struiken, planten en gewassen
die in de volle grond staan (een plant in een tuin is dus onroerend maar een plant in een pot
is roerend);
- Gebouwen die duurzaam met de grond zijn verenigd: gebouwen die duurzaam op of in de
grond zijn gebouwd en niet zomaar te verplaatsen zijn;
- Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd: bouwsels die geen gebouw zijn (bijv.
kunstwerken of stellages). Deze dienen wel duurzaam op of in de grond te staan;
- Gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen of werken duurzaam met
de grond zijn verenigd: gebouwen en werken die zelf niet duurzaam met de grond zijn
verbonden, maar die aan gebouwen of werken vastzitten en dus door die verbinding
duurzaam met de grond zijn verenigd.
*Registergoederen.
Roerende zaken = art. 3:3 lid 2 BW
Alle zaken die niet onroerend zijn
Vb. sleutels, motorboot, legoblokje, auto, fiets, laptop, pen, telefoon
*Niet-register goederen
Bijbehorende vragen:
Is de verbinding duurzaam van aard?
betekenis: Of het verenigd gebouw of werk bestemd is duurzaam ter plaatse te blijven. Dit
wordt beoordeeld aan de hand van de naar buiten toe kenbare bestemming van de zaak en
de kenbare bedoeling van de bouwer van de constructie.
Twijfel of het roerend of onroerend is? Zoals bij een een houten schuur, een portacabin of
een stacaravan want die zijn eenvoudig te verplaatsen.
Als een zaak niet voldoet aan de criteria van een onroerende zaak is ze op grond van art. 3:3
lid 2 BW roerend.
Het onderscheid tussen roerend en onroerend is van belang voor:
- de beantwoording van de vraag of titel 5.2 of 5.3 BW betreffende respectievelijk de
eigendom van roerende en onroerende zaken toepasselijk is.
- De overdracht van onroerende zaken (ook registergoederen*) geldt een andere wijze van
levering (art. 3:89 BW) dan voor roerende zaken (niet-registergoederen* art. 3: 90/91/95 BW)
- roerend en onroerende goederen hebben andere belastingen en aansprakelijkheden.
(art. 6:173 en 174 BW)
Bestanddeel
In artikel 3:2 BW wanneer is een object een zaak.
Een onderdeel dat juridisch zijn zelfstandigheid heeft verloren en onderdeel is geworden van
een zaak.
bijvoorbeeld: een fiets, een horloge, een bureau etc.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaanaMahboeb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.