2.1 VERLICHTE DENKBEELDEN
Een belangrijke boodschap van de verlichting was, ‘kennis leidt tot verdraagzaamheid en gelijkheid’.
Immanuel Kant is een belangrijke Duitse filosoof, hij vind dat de mens zelf hun verstand moet
gebruiken en zelf moet durven denken. Hij vind dat mensen de vrijheid moeten hebben om hun
verstand te gebruiken.
In 1780 was de verlichting al meer dan een eeuw aan de gang in Europa en Noord-Amerika. Mensen
lieten de ideeën van God steeds meer los en gingen zelf meer nadenken. In de vroegmoderne tijd
zorgden deze toename van kennis voor nieuwe inzichten:
- Zo gingen wetenschappers in de renaissance teksten uit de oudheid opnieuw onderzoeken
en de ware bedoelingen eruit halen. Dit heet het humanisme.
- Ontdekkingsreizigers ontdekten steeds meer buiten Europa
- De Europeanen kregen de natuur beter onder controle wat kan leidden tot beter
beschermen van het land tegen eventuele natuurrampen
In de 17e eeuw zijn er twee verschillende stromingen, namelijk het empirisme en het rationalisme.
Beide stromingen wilde dat traditie en geloof plaats maken voor waarneming en rede. Locke is een
empirist, hij vind dat kennis voorkomt uit waarneming en ervaring. Descartes is een rationalist en is
van mening dat rede de belangrijkste bron van kennis is. Met verstand en logica kan de mens achter
de waarheid komen.
Al deze stromingen droegen bij aan de wetenschappelijke revolutie, waarbij Newton de
natuurwetten uit vond. Ook zorgde de wetenschappelijke revolutie ervoor dat mensen meer
vertrouwen kregen in de mogelijkheden om met verstand en onderzoek meer dingen te begrijpen en
verklaren. Alles moest in de verlichting redelijk zijn. Een belangrijk discussiepunt van deze tijd was de
plek van godsdienst in de samenleving, van oudsher moest de overheid de godsdienst beschermen
en helpen met de naleving van de godsdienst. De reformatie zorgde ervoor dat er meer nadruk lag op
het individu wel vonden Luther en Calvijn dat de overheid godsdienst nog steeds moest bevorderen.
Verlichte denkers benadrukten het belang van vrijheid en tolerantie en vonden dat het geloof puur
een zaak van het individu was en iedereen zelf kon kiezen in wat ze geloven.
Locke wilde een scheiding tussen de kerk en de staat, hij vond dat iedereen voor zichzelf moest
bepalen waar hij of zij in wilde geloven.
Samenleving
Volgens de kerk zijn mensen van nature slecht en daarom lag bij opvoeding en onderwijs de nadruk
op straffen, hierdoor kunnen de kinderen hun zonde onder bedwang houden. Verlichte denkers
dachten hier anders over zo vond Rousseau dat de mens van nature goed is maar de maatschappij
slecht. In een boek beschreef hij de ideale opvoeding, een opvoeding in de natuur waar kinderen
zonder straffen en godsdienst opgroeien. Volgens Locke was een kind bij geboorte een ongeschreven
blad en de opvoeding en omstandigheden bepaalde of het kind goed of slecht werd. Hij vond dat
mensen om het kind heen beter het kind hun eigen interesses moeten laten ontwikkelen.
, Verlichte denkers dachten dat ze de maatschappij beter konden maken door middel van opvoeding,
onderwijs en de verspreiding van kennis. Dan zouden misverstanden als armoede en gebrek er niet
meer zijn.
Politiek
Van oudsher had God de koning de macht gegeven en had elke groep zijn eigen rechten en plaats.
Volgens de Franse koning heet dit droit divin wat het goddelijk recht betekend. Hij had de absolute
macht en hoefde aan niemand verantwoordelijkheid af te leggen behalve aan God. De verlichte
denkers hadden hier andere opvattingen over. Locke en Rousseau gingen uit van de natuurrechten,
wat inhoudt dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn en een natuurlijk recht hebben op leven. Een
samenleving was pas rechtvaardig als al deze rechten worden gerespecteerd. En de macht van de
staat was gebaseerd op een sociaal contract, mensen gaven een deel van hun vrijheid aan af aan de
overheid in ruil voor bescherming en dat bij conflicten de overheid een neutrale rechter is. Wanneer
de overheid deze macht misbruikte mochten de burgers een andere overheid aanstellen. Rousseau
was een voorstander van een directe democratie, waarin burgers afgevaardigden kiezen en hun de
wetten laten opstellen. Ook wilde hij zo min mogelijk sociaaleconomische ongelijkheid. Locke en
Rousseau vonden beide dat iedereen gelijk was en je als individu niet over een ander individu mocht
heersen. Volgens Rousseau was de bron van het kwaad het privébezit, hij was ook tegen slavernij.
Montesquieu is de bedenker van trias politica, hij vond dat de macht van de koning afgezwakt moest
worden. De regering had de uitvoerende macht, het parlement had de wetgevende macht en de
onafhankelijke rechters hadden de rechterlijke macht. Hij was wel tegen de directe democratie,
volgens hem was de bevolking daar niet intelligent genoeg voor. De bevolking mocht wel
afgevaardigden kiezen die mee konden praten in het bestuur. De volksvertegenwoordiging bestond
uit twee kamers, een Hogerhuis gekozen door de adel en een Lagerhuis dat werd gekozen door
burgers. In Groot-Brittannië bestond dit systeem al sinds de Glorious Revolution.
Adam Smith was een voorstander van de open economie, hij was tegen het mercantilisme en vond
dat de overheid zo min mogelijk moest ingrijpen. Het moest goed gaan met behulp van het
marktmechanisme.
Sinds de 18e eeuw hield de bevolking zich steeds meer bezig met de politiek waardoor de koningen
nu ook rekening moesten houden met de publieke opinie. Sommige lieten zich beïnvloeden door
verlichte ideeën, oftewel verlicht absolutisme. Ze pasten de verlichte ideeën toe op de samenleving
maar veranderde hun macht niet. Niet alle heersers waren zo, veel heersten nog steeds met droit
divin en pasten centralisatie toe. Ze zagen de verlichte denkers als bedreiging, en was er veel
censuur.
2.2 REVOLUTIES IN AMERIKA EN FRANKRIJK
In de Amerikaanse revolutie werden de verlichtingsideeën voor het eerst in de politiek in praktijk
gebracht. De bevolking in Amerika was enorm gegroeid en volgden alle nieuwe verlichtingsideeën uit
Europa via brieven, boeken en pamfletten. Ze waren fan van veel denkers doordat ze opkwamen
voor de vrijheid van de individu. De Amerikaanse staten bestuurde zichzelf maar waren nog
ondergeschikt aan de Britse koning, verlichte denkers in Amerika verlangen steeds meer naar meer
zelfbeschikking.
Amerikaanse revolutie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sasjavergeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.